In The Disaster Artist portretteert Hollywoodster James Franco de legendarisch slechte filmmaker Tommy Wiseau. Maar wie van de twee is nou de echte ‘rampkunstenaar’?

Wie is in vredesnaam Tommy Wiseau? Niemand weet het wanneer in 2003 een enorm billboard in Hollywood verschijnt met zijn markante kop erop – lang zwart haar, onheilspellende blik – naast een filmtitel: The Room. Verrassend genoeg blijkt het niet te gaan om een griezelfilm, maar om een soapy melodrama, met Wiseau als ster, regisseur, scenarist, producent en financier. De film is twee weken te zien in één bioscoop en trekt in die tijd een paar honderd bezoekers, die zonder uitzondering verbijsterd de zaal verlaten. Velen eisen hun geld terug, maar sommigen beschouwen de zeldzaam knullig gemaakte film als een komisch meesterwerk, nemen contact op met Wiseau en smeken hem The Room vaker te laten zien. Zo ontstaan er speciale ‘midnight screenings’, die al snel uitgroeien tot een landelijk cultfenomeen.

Wat maakt The Room zo bijzonder? Dat wordt mooi verwoord door fan van het eerste uur Tom Bissell: ‘The Room lijkt te zijn gemaakt door een alien die zich uitvoerig in cinema heeft verdiept maar nooit daadwerkelijk een film heeft gezien. Op creatief gebied zijn consequent de verkeerde keuzes gemaakt, maar alles wordt met veel aplomb gebracht. Die combinatie levert een eindeloos fascinerende filmervaring op.’

Bissell assisteerde Greg Sestero, een van Wiseaus tegenspelers in The Room, bij het schrijven van een boek over het ontstaan van de film: The Disaster Artist: My Life Inside The Room, the Greatest Bad Movie Ever Made. Daarin wordt onder meer opgehelderd dat Wiseau zijn film bloedserieus bedoelde, er minstens zes miljoen eigen dollars in stopte en er zelfs Oscars mee hoopte te winnen. Maar er blijven ook veel vragen onbeantwoord: waar komt Wiseau, die een bizar accent heeft en er veel ouder uitziet dan hij zegt te zijn, precies vandaan? En hoe komt hij aan zijn vermogen? Niemand schijnt het te weten, wat de cultus rond de film natuurlijk des te groter maakt.

Tommy Wiseau (l) en Greg Sestero (r) in The Room

Talentloos

Toen Hollywoodster James Franco het boek van Bissell en Sestero in handen kreeg, wilde hij het onmiddellijk verfilmen. Wat hem aantrok in het verhaal van Wiseau laat zich raden: ook Franco is een ambitieuze kunstenaar die vaak wordt weggezet als talentloze aansteller.

Talentloos? De man die talloze prijzen won met rollen in kwaliteitsfilms als Milk, 127 Hours en Spring Breakers? Goed, Franco’s acteertalent staat buiten kijf, maar daar houdt zijn ambitie niet op. De 39-jarige Amerikaan is absurd productief: hij schreef, regisseerde en produceerde tot nog toe zo’n vijftien speelfilms (onder meer moeilijke bewerkingen van Faulkner en Steinbeck) en minstens zoveel korte films, bracht romans, fotoboeken, poëzie- en verhalenbundels uit, stelde exposities samen (al dan niet van zijn eigen schilderijen), nam albums op met zijn band Daddy, presenteerde de Oscars. En bijna al dat werk werd in de serieuze media afgebrand. Illustratief is een citaat van New York Times-criticus Roberta Smith, over zijn fotografie: ‘James Franco moet maar gewoon blijven acteren. Het is beschamend hoe weinig hij begrijpt van kunst.’

Intussen neemt hij die kunst wél heel serieus. Naast zijn acteercarrière en al die nevenactiviteiten volgt hij altijd wel een of andere artistieke opleiding. Tot voor kort deed hij maar liefst vier studies tegelijk, terwijl hij zelf ook lesgaf aan twee universiteiten. Tussen opnames op de filmset door schijnt hij steevast aan zijn huiswerk te zitten, met heel aardige cijfers als resultaat.

James Franco als Tommy Wiseau in The Disaster Artist

Performance art

Terugkerende thema’s in Franco’s werk zijn roem en identiteit. Hij speelt graag met zijn imago en duikt in films en series vaak op als een variant op zichzelf. Pièce de résistance in dat opzicht was een rol in de soap General Hospital: tussen 2009 en 2012 speelde hij in meer dan vijftig afleveringen het personage ‘Franco’, een veelzijdige kunstenaar die werd verdacht van moord. Performance art, noemde hij dat later zelf. Volgens sommigen moet zijn opvallend beroerde presentatie van de Oscars in 2011 ook zo worden opgevat. Sterker, heel veel van zijn werk zou een metadimensie bevatten die door critici lang niet altijd wordt begrepen.

Enfin, toen Franco de kans kreeg het verhaal te verfilmen van Tommy Wiseau, patroonheilige van alle bespotte en verkeerd begrepen Hollywoodkunstenaars, hapte hij dus gretig toe. Met gepaste pretentie besloot hij de regie, productie én hoofdrol van The Disaster Artist op zich te nemen, en op de set bovendien voortdurend in zijn rol te blijven. Als ontregelend grapje gaf hij de rol van Greg Sestero, de acteur die meeschreef aan het boek, aan zijn eigen broer, Dave Franco.

Het resultaat is, zeker naast Franco’s eerdere regiepogingen, erg geslaagd; vaak hilarisch maar zeker niet harteloos. Wiseau is uiteraard een lachwekkend personage, maar Franco heeft duidelijk sympathie en zelfs een soort bewondering voor hem. Die rare goth met het vage accent heeft zijn Hollywooddroom toch maar mooi verwezenlijkt – zij het dan net even anders dan hij zich had voorgesteld.

En Wiseau zelf, wat vindt die van de film? Hij speelt het spel grootmoedig mee. Liefst had hij Johnny Depp in de hoofdrol gezien, maar Franco kon zijn zegen ook wel krijgen. In een korte scène na de aftiteling van de film duikt hij even op om Franco’s personage de hand te schudden. Een mooi surreëel moment, de twee rampkunstenaars bij elkaar.

Meer over The Disaster Artist/The Room