Robert Burton

Anatomy of Melancholy

Verenigd Koninkrijk 2001. Jo Ann Kaplan.

Trilogy of Terror

Verenigde Staten 1975. Mysterie van Dan Curtis. Met o.a. Karen Black, Robert Burton, John Karlen, George Gaynes en James Storm.

Drie verhalen van Richard Matheson: vier rollen voor Black. Het derde verhaal `Prey` (waarin een duivelse pop haar de dood injaagt) is het beste en is op zich de tijd van het kijken al waard.

Een reden om te sterven

Italië​/​​Frankrijk​/​​Duitsland​/​​Spanje 1972. Western van Tonino Valerii. Met o.a. James Coburn, Telly Savalas, Bud Spencer, Jose Suarez en Georges Géret.

Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog krijgen zeven veroordeelde criminelen met de galg al om de nek nog een laatste ontsnappingskans. Ze moeten een veroverd fort binnendringen en daar de Zuidelijke vijand verslaan. Zo gezegd, zo gedaan, met veel explosies en schietpartijen als gevolg. A Reason to Live, a Reason to Die, zoals deze spaghettiwestern internationaal heet, is qua verhaal een slap aftreksel van The Dirty Dozen, maar voor de liefhebber blijft er voldoende over om een bezichtiging te rechtvaardigen: humor, gelikte regie, een aardige imitatie-Morricone-soundtrack en (een om de een of andere reden nagesynchroniseerde) James Coburn in topvorm.

The Slime People

Verenigde Staten 1962. Horror van Robert Hutton en Robert Sutton. Met o.a. Robert Hutton, Les Tremayne, Susan Hart, Robert Burton en Robert Sutton.

Een dwaze horrorfilm over slijmerige monsters die de wereldheerschappij trachten over te nemen.

Mooncussers

Frankrijk​/​​Verenigde Staten 1962. Familiefilm van James Neilson. Met o.a. Kevin Corcoran, Joan Freeman, Rian Garrick, Robert Burton en Oskar Homolka.

Strandjutters aan de kust in Long Island gaan bij nieuwe maan aan de oever staan met een dwaallicht. Schepen lopen door dit valse baken op de klippen, waarna de jutters ze leeg plunderen. Ruiter Garrick met zijn fraaie hengst Ebony moet in opdracht van de reder de land-piraten ontmaskeren en krijgt daarbij hulp van de dappere twaalf-jarige Corcoran en zijn zusje Freeman. Redelijk spannend verhaal voor jong en oud naar de roman Flying Ebony van Iris Vinton door Lowell S. Hawley tot scenario bewerkt.

Billy Rose's Jumbo

Verenigde Staten 1962. Drama van Charles Walters. Met o.a. Doris Day, Stephen Boyd, Jimmy Durante, Martha Raye en Dean Jagger.

Een prima film die zich afspeelt in het circus. De liedjes zijn van Rodgers & Hart en Busby Berkely heeft het heel goed in scène gezet. Durante en Raye spelen de sterretjes van de hemel. Welluidende songs waaronder 'The Most Beautiful Girl in the World', 'My Romance', 'This Can't Be Love'. Scenario van Sidney Sheldon naar een musical van Ben Hecht. Camerawerk van William Daniels. Ook bekend als JUMBO.

The Gallant Hours

Verenigde Staten 1960. Biografie van Robert Montgomery. Met o.a. James Cagney, Dennis Weaver, Ward Costello, Richard Jaeckel en Les Tremayne.

In semi-documentaire stijl gedraaid verslag van een kritiek, vijf weken durend Amerikaans-Japans gevecht in 1942 in de Stille Zuidzee, en van de belangrijke rollen die admiraal William 'Bull' Halsey speelde bij de uiteindelijke overwinning van de geallieerden. Oorlogsfilm waarin de actie het moet afleggen tegen een overvloed aan dialogen. De film werd met veel verbeeldingskracht gemaakt, maar een oorlogsfilm die haast geen buitenopnamen heeft, komt niet echt tot leven. Cagney is grandioos in de rol van Halsey. Interessant maar niet helemaal gelukt. Het scenario is van de hand van Frank D. Gilroy en Beirne Lay Jr., terwijl Joseph MacDonald het camerawerk leidde.

Invasion of the Animal People

Zweden 1960. Sciencefiction van Virgil W. Vogel en Jerry Warren. Met o.a. Robert Burton, Barbara Wilson, Sten Gester en Bengt Bomgren.

Een gevaarlijk, vernielzuchtig monster is uit een ruimteschip ontsnapt en terroriseert Lapland. De commentaarstem is van John Carradine. Hij was tevens de Amerikaanse schakel voor deze Zweedse produktie. Goedkope onzin.

The Story on Page One

Verenigde Staten 1959. Misdaad van Clifford Odets. Met o.a. Rita Hayworth, Anthony Franciosa, Gig Young, Mildred Dunnock en Hugh Griffith.

Minnend paar Hayworth en Young ontdoen zich van Hayworths echtgenoot en huren Franciosa om hen in de rechtszaal te vertegenwoordigen. Odets' sterke film heeft veel spanning en diepgaand spel. Dunnocks rol als mamma is wat te veel.

Man Or Gun

Verenigde Staten 1958. Western van Albert C. Gannaway en Albert Gannaway. Met o.a. Macdonald Carey, Audrey Totter, James Craig, James Gleason en Warren Stevens.

In deze tamme western wordt een stadje door een familie beheerst. Alleen salooneigenaresse Totter verzet zich. Zij krijgt de steun van een vreemdeling, Carey, die een revolverheld blijkt te zijn en de familie in korte tijd uitroeit om dan naast Totter zijn verdere leven in ruste te slijten. Het verhaaltje werd zo duf en zo mat geregisseerd door de derde rangs regisseur Gannaway dat de eerste klas cameraman Jack Marta er het bijltje bij neergooide en geen enkele actie ondernam om er nog iets van te maken.

The Tall T

Verenigde Staten 1957. Western van Budd Boetticher. Met o.a. Randolph Scott, Richard Boone, Maureen O'Sullivan, Arthur Hunnicutt en Skip Homeier.

Een geladen western, geschreven door Burt Kennedy naar een verhaal van Elmore Leonard. Boone, Silva en Homeier overvallen een postkoets en ontvoeren Scott en O'Sullivan. Ze hopen voor de laatste een losgeld te krijgen. Scott en O'Sullivan willen tweedracht tussen het drietal zaaien teneinde hun vrijheid terug te krijgen. Charles Lawton Jr. zette de film goed in beeld en Harry Joe Brown produceerde samen met Scott. Mischa Bakaleinikoff schreef de muziek.

The Hired Gun

Verenigde Staten 1957. Western van Ray Nazarro. Met o.a. Rory Calhoun, Anne Francis, Vince Edwards, John Litel en Chuck Connors.

Ellen Beldon (Francis) is innemend als de veroordeelde moordenaar Harry McCord (Calhoun) wil bewijzen dat hij onschuldig is. Scenario van David Lang en Buckley Angell. Camerawerk van Harold J. Marzorati.

The Hard Man

Verenigde Staten 1957. Western van George Sherman. Met o.a. Guy Madison, Valerie French, Lorne Greene, Barry Atwater en Robert Burton.

Madison, een revolverschutter, staat het recht ten dienste, maar is wat al te snel om arrestanten neer te schieten: een soort vroege Rooster Cogburn dus. Hij raakt betrokken bij de levensstijl van French, echtgenote van rancher Greene en stelt vast dat zij haar man met anderen bedriegt. Greene moet van al dat gespeur niets hebben want ook hij is niet brandschoon. Hij wil Madison zelfs naar de andere wereld helpen. Greene wordt gearresteerd door Madison, en French wil dat hij hem ombrengt. Hij weigert, waarop French naar de wapens grijpt. Leo Katcher bewerkte zijn eigen roman en Henry Freulich nam het allemaal op. Good old Mischa Bakaleinikoff schreef de muziek.

The Domino Kid

Verenigde Staten 1957. Western van Ray Nazarro. Met o.a. Rory Calhoun, Kristine Miller, Andrew Duggan, Yvette Dugay en Peter Whitney.

Calhoun was voor de eerste maal ook de producent samen met Victor Orsatti, én hij schreef het verhaal dat door Kenneth Gamet en Hal Miller tot een scenario werd gemaakt. Een man keert terug uit de Burgeroorlog om zijn vader en broer vermoord te vinden. De vijf moordenaars hebben vanaf dat moment geen rust meer. Redelijke actiescènes maken de film niet echt boeiend. Mischa Bakaleinikoff deed voor Columbia al ruim 10 jaar de muziek. Hij was begonnen bij de Charles Starrett-westerns. Hij zou het blijven doen tot aan zijn dood in 1960, 70 jaar oud.

I Was a Teenage Frankenstein

Verenigde Staten 1957. Horror van Herbert L. Strock en Herbert L. Stock. Met o.a. Whit Bissell, Gary Conway, Phyllis Coates en Robert Burton.

Vermakelijke camp-film met Bissell als nakomeling van de legendarische Baron Frankenstein, nog steeds behept met de drang een menselijk wezen te scheppen. Een soort familiekwaal ga je denken. Zijn experiment voert hij uit op tiener Conway, gedood bij een auto-ongeluk en door Frankie weer tot leven gewekt, waarbij vermorzelde lichaamsdelen vervangen dienden te worden. Eenmaal ontwaakt, zaait het jonge monster dood en paniek. Niets origineels aan dit scenario van Kenneth Langtry, maar door de spontane naïviteit van de B-film uit de jaren 1950, zitten er heel wat al of niet bedoelde grappige momenten in. De acteurs spelen met volle ernst. De climax van deze zwart-wit prent werd zowaar in kleur gefilmd. Fotograaf was Lothrop Worth, terwijl Paul Dunlap instond voor de muziek. Gevolgd door I WAS A TEENAGE WEREWOLF.

Drama Classics: The American Way

Verenigde Staten 1957. Drama van Laslo Benedek. Met o.a. Charles Bronson, Joyce McCluskey, Robert Burton, Harlan Warde en Malcolm Atterberry.

In 1944 ontmoet Bronson, letterlijk door een ongeval, de gehandicapte McCluskey. Hij is een statenloze zeeman die er maar niet in slaagt de Amerikaanse nationaliteit te verkrijgen. Ze worden verliefd op elkaar en trouwen. Na de oorlog wordt hij echter uitgewezen. Het koppel begint een jarenlange strijd tegen de administratie om Bronson te laten naturaliseren. Een schrijnend portret van een man die er bijna twintig jaar over doet om eindelijk het Amerikaanse staatsburgerschap te verwerven. Bronson is aangrijpend en bijzonder geloofwaardig in zijn rol. Een (in die tijd voor tv) moedige aanval gericht tegen de Amerikaanse droom. Frederic Brady schreef het scenario, dat door George E. Diskant verfilmd werd.

The Brass Legend

Verenigde Staten 1956. Western van Gerd Oswald. Met o.a. Hugh O'Brian, Nancy Gates, Raymond Burr, Reba Tassell en Donald MacDonald.

Uitstekende actiewestern. Je vraagt je af hoe Oswald een dergelijk product kon afleveren met slechts tien opnamedagen. Cameratechniek van routinier Charles Van Enger is zeer goed. O'Brian speelt de sheriff, Burr de gezochte bandiet en Gates de geliefde van de sheriff. Don Martin verzorgde het scenario.

Count Three and Pray

Verenigde Staten 1955. Western van George Sherman. Met o.a. Van Heflin, Joanne Woodward, Phil Carey, Raymond Burr en Allison Hayes.

Herb Meadows schreef deze western naar het boek Calico Pony dat eveneens door hem was geschreven. Het verhaal speelt zich af vlak na de Burgeroorlog. Heflin keert terug naar huis om het te herbouwen. Hij wil als dominee in vrede leven. Het was het filmdebuut van Woodward, die in 1958 met Paul Newman zou trouwen.

A Man Called Peter

Verenigde Staten 1955. Drama van Henry Koster. Met o.a. Richard Todd, Jean Peters, Marjorie Rambeau, Doris Lloyd en Emmett Lynn.

Een ontroerend verslag van de Schot Peter Marshall die dominee en geestelijke vertegenwoordiger van de VS-senaat werd; met gevoel door Todd gespeeld en goede bijrollen.

The Siege at Red River

Verenigde Staten 1954. Western van Rudolph Maté. Met o.a. Van Johnson, Joanne Dru, Richard Boone, Milburn Stone en Jeff Morrow.

Een goede, actierijke western, door J. Robert Bren en Gladys Atwater geschreven en bewerkt door Sidney Boehm. Johnson is officier van de Zuidelijken aan het eind van de Burgeroorlog. Hij steelt van de Noordelijken een aantal machinegeweren. Die worden weer door Boone gestolen en aan de Indianen doorverkocht, en die vallen er een fort van de Noordelijken mee aan. Zij krijgen hulp van Johnson, die de geweren weer terug veroverde. Men laat hem uit dank ontsnappen, en Dru wacht op hem. Edward Cronjager deed het camerawerk voor producent Leonard Goldstein.

Taza, Son of Cochise

Verenigde Staten 1954. Western van Douglas Sirk. Met o.a. Rock Hudson, Jeff Chandler, Barbara Rush, Gregg Palmer en Bart Roberts (Rex Reason).

De stervende Cochise (een kort optreden van Chandler die zijn rol uit Battle at Apache Pass, waarvan deze film een soort vervolg is, eventjes herhaalde) doet een beroep op zijn zoon Taza (Hudson) de vrede met de blanken te handhaven. Broer Naiche (Roberts) sluit echter een verbond met Geronimo (MacDonald), de oude tegenstander van Cochise. Taza weet met de blanke kolonel echter een deal te sluiten waarbij Naiche om het leven komt en Geronimo gevangen wordt genomen. Taza en Naiche zijn allebei verliefd op Oona (Rush), de dochter van Grey Eagle (Ankrum). Deze goede western werd geschreven door Gerald Drayson Adams wiens verhaal door George Zuckerman werd bewerkt. Het werd fraai opgenomen door cameraman Russell Metty. Producent was Ross Hunter.

The Girl Who Had Everything

Verenigde Staten 1953. Drama van Richard Thorpe. Met o.a. Elizabeth Taylor, Fernando Lamas, William Powell, Gig Young en James Whitmore.

Een oppervlakkig en gekunsteld melodrama met Taylor als dochter van een advocaat die het niet al te nauw neemt met de wet. Ze wordt verliefd op een van zijn malafide cliënten, een maffiabaas, een relatie die haar bijna verdoemt. De ervaren hoofdrollen slagen er niet in om het scenario dat Art Cohn distilleerde uit de roman van Adela Rogers St. John tot leven te brengen. Het camerawerk is van Paul C. Vogel. In 1931 reeds verfilmd door Clarence Brown als A FREE SOUL.

Cry of the Hunted

Verenigde Staten 1953. Misdaad van Joseph H. Lewis. Met o.a. Vittorio Gassman, Barry Sullivan, Polly Bergen, William Conrad en Mary Zavian.

Na zo'n 120 films, waaronder Profumo di Donna (1974) en Sleepers (1996), gaf acteur Vittorio Gassman (1922-2000) vorig jaar de geest. Vannacht is hij nog in de kracht van zijn leven in de zompige moerassen van Louisiana, als een ontsnapte gevangene opgejaagd door sheriff Tunner (Sullivan). Gassman's werk voor de grote Amerikaanse studio's in de jaren vijftig is zeker niet zijn beste maar minimalist regisseur Joseph H. Lewis haalt maximaal resultaat uit zijn acteurs en het beperkte budget. (VM/VPRO Gids)

All the Brothers Were Valiant

Verenigde Staten 1953. Avonturenfilm van Richard Thorpe. Met o.a. Robert Taylor, Stewart Granger, Ann Blyth, Keenan Wynn en James Whitmore.

Samen met zijn jonge vrouw Blyth gaat Taylor op walvisvangst in de buurt van de Gilbert Eilanden, waar zijn broer (Stewart) onlangs is verdwenen. Hij maakt van de gelegenheid gebruik om hem op te sporen, maar als ze elkaar vinden laait de vroegere rivaliteit tussen beiden weer op. Sterk verouderd en niet erg overtuigend melodrama, dat echter wordt gered door de uitstekende vertolking van de hoofdrolspelers. De jacht op de walvis is het hoogtepunt van de film. Harry Brown baseerde zijn scenario op een roman van Ben Ames Williams, waarvan eerder al een zwijgende film werd gemaakt. Prachtige fotografie van George Folsey, genomineerd voor een Oscar. Miklós Rózsa schreef een grootse score.