Josef Somr

Královský slib

Tsjechië 2001. Familiefilm van Krystof Hanzlík. Met o.a. Maros Kramár, David Kraus, Klára Issová, Lucie Vondrácková en Josef Somr.

Pramen zivota

Tsjechië 2000. Drama van Milan Cieslar. Met o.a. Monika Hilmerová, Michal Sieczowski, Johanna Tesarová, Vilma Cibulková en Karel Dobry.

HeLiMaDoE

Tsjechië​/​​Duitsland 1993. Familiefilm van Jaromil Jires. Met o.a. Jakub Marek, Jana Dolanska, Zuzana Bydzovská, Ljuba Krbova en Jana Konecna.

Marek's vader is ambtenaar. Ze moeten uit hoofde van diens functie veelvuldig verhuizen. Bij gevolg maakt Marek nergens echte vriendjes. Bovendien is hij ziekelijk van aard. Tot hij in een stadje komt waar zijn leven drastisch verandert. Hij noemt het HeLiMaDoE, naar de namen van de vijf dochters van de plaatselijke dokter: Helena, Lida, Maria, Dora en Emma. Deze vijf meiden zijn praktisch ingesteld en weten alles wat nodig is voor het huishouden: koken, wassen, dieren verzorgen en patiënten tevreden houden. Ze gaan zich - in onderlinge wedijver - bekommeren om de zwakke Marek en helpen hem bij zijn eerste verliefdheid op weg naar de volwassenheid. Tedere film over de ontdekking van de andere sekse, gezien door de ogen van een dertien-jarige. Er zijn enkele mooie, poëtische passages en een paar hele decente naaktscènes, wat evenwel ondenkbaar was in een Oost-Europese film vóór de val van het communisme. Vaclav Sasek baseerde zijn scenario op een roman van J. Havlicek. Aan de camera stond Petr Polak.

Märchen und Narren

Tsjechoslowakije 1988. Familiefilm van Karel Kachyna. Met o.a. Radim Špaček, Pavel Nový, Milan Šimáček, Robert Hradecký en Michal Bočan.

Een film over een dertien-jarige jongen zonder moeder en een zielige vader uit een arme buurt in Praag. Hij is bevriend met een man die het verstand van een kind heeft en de gestalte van een reus, een gemakkelijk slachtoffer voor een valse beschuldiging. Als er ergens brand uitbreekt gaat de domme reus de bak in, maar hij breekt uit. De jongen ontvlucht zijn ouderlijk huis en verschuilt zich op een geheime plaats die alleen hij en zijn vriend kennen. Samen binden ze de strijd aan tegen de maatschappij en bewijzen zij de onschuld van de naïeve kolos. Ondanks het valse sentiment en de gemeenplaatsen is het onderhoudend voor de jeugd van een veteraan regisseur met meer als dertig jaar ervaring in kinderfilms.

Strašidla z vikyře

Tsjechoslowakije 1987. Familiefilm van Radim Ovrček. Met o.a. Rudolf Hrusínský, Josef Somr, Jana Štěpanková en Michal Dočolomansky.

Een modern sprookje voor kinderen. Grootvader Maly beeldhouwt houten kabouters, maar een gemene buurman vernietigt zijn collectie. Gelukkig redt zijn kleindochter er één, die tot leven komt om orde te scheppen en grootvaders droom om te kunnen vliegen vervult. Een onderhoudende, goed gemaakte film.

Kam doskáče ranni ptáče

Tsjechoslowakije 1987. Familiefilm van Drahomira Kralová. Met o.a. Pavel Diviš, Luboš Diviš, Lenka Termerová, Jiři Ornest en Blažena Holišová.

Een onderhoudende kinderkomedie van regisseuse Drahomira Kralová in de beste traditie van de Barrandov Studio. De briljante tien-jarige Pavel steelt celweefsel uit het laboratorium van zijn moeder, dat door een hevige storm wordt omgevormd tot tweelingen die dubbelgangers zijn van Pavel. Beiden vervangen hem op school, wat leidt tot veel misverstanden. Een grappige, vlotte komedie, waarin de echte tweelingen, Pavel en Luboš Diviš, goed in de drie rollen worden geregisseerd.

Muj hřišny muž

Tsjechoslowakije 1986. Komedie van Václav Matějka. Met o.a. Dagmar Veškrnová, Petra Janu, Oldřich Kaiser, Jan Hartl en Josef Somr.

Een intiem verhaal over twee meisjes die biologie hebben gestudeerd en een verschillende levensweg hebben gekozen. Irena maakt carrière als zangeres, terwijl Marta haar baan probeert te verenigen met haar huwelijk met een geleerde. Beiden worden gedwongen tot compromissen als zij voor moeilijke situaties komen te staan. In songs van Michael Kocáb en Pavel Vrba wordt commentaar gegeven op het verhaal.

Kdo se boji, utiká

Tsjechoslowakije 1986. Drama van Dusan Klein. Met o.a. Pavel Kriz, Josef Somr, Ludek Munzar, Ilja Prachar en Anna Kazmierczak.

De sociale vorming van zigeuners in de moeilijke na-oorlogse jaren, gezien door de ogen van een jonge leraar uit een grensdorp. Zijn affaire met een zigeunermeisje leidt tot dramatische complicaties, maar hij besluit zijn school niet te verlaten en wint daarmee respect. Regisseur Klein zet hiermee zijn studie van de zigeunerminderheid in Tsjechoslowakije voort.

Kam doskáče ranní ptáče

Tsjechoslowakije 1986. Familiefilm van Drahomíre Králová. Met o.a. Pavel a Lubo[KA3]s Divišovi, Lenka Termerová, Jiří Ornest, Blažena Holišová en Josef Somr.

Een tien-jarige jongen is erg geïnteresseerd in wetenschap en volgt de vorderingen van een geleerde op de voet. Op school wordt hij constant lastig gevallen door drie brutale grote jongens. Wanneer het de geleerde in een experiment lukt om levende wezens te dupliceren, maakt de jongen van de gelegenheid gebruik om deze uitvinding op zichzelf toe te passen. Zo kan hij zich wreken op zijn vijanden. Voorspelbare jeugdfilm die jongere kijkers wel weet te boeien, daar ze zichzelf herkennen in de hoofdpersoon. Alle avonturen van de jongen worden nogal aangedikt en er wordt duchtig overgeacteerd zodat volwassenen er snel genoeg van zullen hebben. Miloš Cajthaml en Vladimir Klapka schreven het scenario.

Jak básnici přicházeji o iluze

Tsjechoslowakije 1984. Komedie van Dušan Klein. Met o.a. Pavel Křiž, David Matásek, Adriana Tarábková, Joseph Diell en Václav Svoboda.

De tweede film (na JAK SV[KA5]ET P[KA5]RICHAZI O BÁSNIK[KA1]Y uit 1982) in de ironische sage over Stěpan, een tiener uit een provinciestadje. Hij studeert nu medicijnen en lost zijn financiële problemen op met behulp van zijn vriend, Kendy, een filmregisseur in opkomst. Hij neemt het verraad van zijn nieuwe vriendin gelaten op. Křiž geeft een eerlijk portret van een jongen die erin slaagt om de werkelijkheid op een afstand te houden. Scenario van Ladislav Pech[KA1]cek en regisseur Klein.

Tri veterçni

Tsjechië 1983. Fantasy van Oldrich Lipsky. Met o.a. Rudolf Hrusínský, Jir´ Somr, Petr Cepek en Josef Somr.

De tweede film (na JAK SV[KA5]ET P[KA5]RICHAZI O BÁSNIK[KA1]Y uit 1982) in de ironische sage over Stěpan, een tiener uit een provinciestadje. Hij studeert nu medicijnen en lost zijn financiële problemen op met behulp van zijn vriend, Kendy, een filmregisseur in opkomst. Hij neemt het verraad van zijn nieuwe vriendin gelaten op. Křiž geeft een eerlijk portret van een jongen die erin slaagt om de werkelijkheid op een afstand te houden. Scenario van Ladislav Pech[KA1]cek en regisseur Klein.

Slavnosti Sněženek

Tsjechoslowakije 1983. Komedie van Jirí Menzel. Met o.a. Rudolf Hrušinský, Jaromir Hanzlik, Josef Somr, Petr Cepek en Miroslav Stibich.

Een satirische komedie die de eigentijdse zeden en gewoonten op de korrel neemt. Een ongebruikelijke zwijnenjacht wordt gevolgd door ruzies over het te houden feestmaal. Menzel verfilmde hiermee voor de vierde maal in zijn twintigjarige, grillige loopbaan een kort verhaal van Bohumil Hrabal. Het geheel is een mengsel van bittere spot en nostalgie.

Útěky domu

Tsjechoslowakije 1980. Drama van Jaromil Jireš. Met o.a. Jana Brejchová, Jan Kanyza, Tomàš Holý, Evald Schorm en Josef Somr.

Een psychologisch drama. Marie, een mode-ontwerpster, is bang haar veel jongere man te verliezen en verwaarloost hun aangenomen zoon die dan ook van huis wegloopt. Gelukkig overwint de vrouw de crisis en vindt er een familiereunie plaats. Dit moralistische verhaal is te conventioneel in de behandeling van het thema om te overtuigen.

Brontosaurus

Tsjechoslowakije 1979. Familiefilm van Véra Plivová-Šimková. Met o.a. Tomáš Šimek, Dana Vávrová, Lukáš Bech, Michal Hofbauser en Jaroslav Kolísek.

Het knaapje Šimek probeert als Tomas, bijgenaamd 'Brontosaurus', met zijn eigen beperkte middelen iets te doen aan de milieuverontreiniging. Geduldig ruimt hij bos en wegen op en lijkt aanvankelijk wel op een soort Don Quichote. Hij wordt door zijn klasgenootjes uitgelachen en de leraren moeten tussenbeide komen om te wijzen op zijn nobele bedoelingen. Met enkele kameraden, die dan gaan meedoen bespioneert hij illegale vuilstorters in het bos. Bij wijze van tegenactie binden zij een zak met vuil aan een auto vast die hem zojuist geloosd heeft. Het blijkt toevallig de auto van de humorloze schooldirecteur te zijn, die danig de pest in heeft over het feit dat hij door zijn leerlingen betrapt is. Aan het slot werkt zijn geestdrift aanstekelijk op de anderen en met een zelfgebouwde Brontosaurus, in Tschechoslowakije het symbool van milieubewuste campagnes, wordt een optocht georganiseerd. Interessante film-met-een- boodschap. Vanaf acht jaar.

Bozska Ema

Tsjechoslowakije 1979. Avonturenfilm van Jiri Krejcik. Met o.a. Bozidara Turzonovova, Juraj Kukura, Milos Kopecky, Jiri Adamira en Josef Somr.

Conventionele biografische film over de Tsjechische operadiva Ema Destinn die tijdens WOI ook als spionne opereerde. Hoewel met grote middelen gemaakt lijdt de film onder het ontbreken van een dramatische invalshoek. Het wordt al snel vervelend. Turzonovova wordt in de operascènes gedubt door de sopraan Gabriela Benackova.

Deváté srdce

Tsjechië 1978. Familiefilm van Juraj Herz. Met o.a. Ondřej Pavelka, Anna M[KA1]lová, Julie Jurištová, Josef Kemr en Juraj Kukura.

Student Martin (Pavelka) hoort in het Wirtshaus dat de vorst iemand zoekt die zijn dochter Adriena (Juri[KA5]stov[KA1]a) kan verlossen uit een trance en haar kan weerhouden van nachtelijke dwalingen. Koene jongemannen die het geprobeerd hebben zijn nimmer teruggekeerd van hun pogingen. Martin, die een rondtrekkend toneelgezelschap had uitgenodigd om wat te drinken kan de rekening niet betalen, waarop de waard (Lohnisk[KA1]y) hem door de sterke arm in het cachot laat werpen. Martin krijgt van een orgelman een afgedragen magische mantel die hem onzichtbaar maakt waardoor hij kan ontsnappen, maar verliest in het bos de jas. Toncka (M[KA1]alov[KA1]a), de dochter van een der toneelspelers (Kemr), verbergt hem, geeft hem te eten en schenkt hem als talisman een hartje dat ze zelf gemaakt heeft. Martin meldt zich vrijwillig aan het hof om te waken over prinses Adriena. De hofnar (Filipovsk[KA1]y) bezorgt hem de mantel weer terug en Martin vindt het gedrag van de hofastroloog Aldobrandini (Kukura) meer dan verdacht - en terecht: Aldobrandini is al honderden jaren oud, houdt zich als een vampier in het leven met het bloed uit het hart van een slachtoffer, gelokt door de dolende prinses, die hij gehypnotiseerd heeft. Martin maakt uiteraard een einde aan deze onverkwikkelijke gebeurtenissen, de prinses is eindelijk vrij en de kijkertjes vragen zich af met wie Martin zal trouwen, lang en gelukkig zal leven en een gezin met heel veel kindertjes zal stichten: Toncka of Adriena. Het scenario van Josef Hanzlík en regisseur Herz is een onconventionele variatie op het gebruikelijke sprookjesstramien, behoorlijk gespeeld en geproduceerd volgens de bescheiden normen onder de verstikkende communistische dictatuur van toen. Het camerawerk is van Jirí Macháne.

Coz takhle dát si spenát?

Tsjechoslowakije 1977. Komedie van Václav Vorlícek. Met o.a. Vladimír Mensík, Jirí Sovák, Michal Kocourek, Ondrej Hach en Iva Janzurová.

Twee gauwdieven en een fantast met een dwangneurose stelen de bouwtekeningen van een apparaat waarmee men bij oudere koeien door bestraling de melkproduktie opvijzelt. Ze bouwen de installatie na en openen in een Inter-hotel een schoonheidssalon, waarmee ze rijke buitenlandse toeristes een verjongingskuur verkopen. Alles loopt op dolkomische wijze uit de hand. De nodige aktie, behoorlijk spel in een ouderwetse Oost-Europa-lachfilm uit de donkere dagen van het Bresjnev-tijdperk.

Pani kluci

Tsjechoslowakije 1976. Familiefilm van Verá Plivová-Šimková. Met o.a. Michal Dymek, Jitka Ohslupnik, David Vléck, Bohumil Luxik en Iva Janžurová.

Naar Tom Sawyer van Mark Twain is dit een avonturenfilm voor jongens. De lotgevallen en dolligheden van vier jongens worden uit de doeken gedaan. Na allerlei kattekwaad besluiten ze de gemeente in rep en roer te brengen door te doen alsof ze in de rivier te zijn verdronken. Wanneer ze tijdens hun eigen begrafenis tevoorschijn komen met het geld, gestolen uit de bank, wacht hun eerder een beloning dan straf. Niet zo vakkundig als we gewoon zijn van dit soort Tsjechische films, maar toch goed amusement. Het camerawerk is van Emil Sirotek.

Smutecní slavnost

Tsjechië 1969. Drama van Zdenek Sirovy. Met o.a. Jana Vychodilová, Josef Somr en Jaroslava Tichá.

De dood van een boer brengt een Tsjechische provinciestad tot razernij. De man stond bekend als tegenstander van de collectivisering en was verjaagd door functionarissen die zijn bezit wilden hebben. De wens van zijn weduwe om hem in het familiegraf bij te zetten, vindt veel bijval. Tijdens de begrafenis verandert de trouwstoet echter in een grote openbare demonstratie.

S[KA1]mutečni slavnost

Tsjechoslowakije 1969. Komedie van Zdenek Sirový. Met o.a. Jaroslava Tichá, Josef Somr, Jana Vychodilová, Ludvík Króner en Gustav Opočenský.

Aardige satire op de dictatuur van de Tsjechische communistische partij. Het speelt rond 1965. Een koppige weduwe wil haar overleden man op een fatsoenlijke wijze laten begraven, maar ze ondervindt alle mogelijke vormen van tegenwerking van de officiële instanties omdat haar man een grondige hekel had aan de arrogante apparatchiks. Hij was zo onverstandig geweest dat duidelijk te laten merken, waardoor hij naar de provincie werd afgeschoven. Deze kritische film vol drama werd alras na het uitbrengen verboden en naar de plank verbannen. Nog steeds steeds actueel ondanks de Fluwelen Revolutie, want partijdictatuur blijft partijdictatuur. Bekroond op het filmfestival van Montreal.

Zert

Tsjechoslowakije 1968. Drama van Jaromil Jires. Met o.a. Josef Somr, Jana Ditetova, Ludek Munzar en Evald Schorm.

De verfilming van het gelijknamige boek van Milan Kundera (die zijn medewerking verleende) over een man wiens studie en carrière gebroken raakten, omdat hij aan een fanatieke communistische medestudente voor de grap een ansichtkaart stuurde met de opmerking 'Lang leve Trotzki'. Als hij twintig jaar later de kans krijgt zich op haar te wreken blijkt de wraak niet zoet, maar bitter. Stalinistisch communisme scherp geportretteerd en aan de kaak gesteld.

Ostře sledované vlaky

Tsjechoslowakije 1966. Drama van Jirí Menzel. Met o.a. Václav Necká[KA8]r, Naděžda Gajerová, Vladimir Valenta, Josef Somr en Alois Vachek.

De hoofdfiguur is een jongen die werkt op een stationnetje als assistent-spoorwegbeambte. Als het verzet, de film speelt in WO II, doorgeeft dat een te verwachten Duitse munitietrein vernietigd moet worden, neemt de jongen de taak op zich en komt daarbij om. Op meesterlijke wijze toont Menzel het dagelijkse leven op het station, soms komisch en als een vrouw in het spel is, zeer sensueel. Nog steeds het aankijken waard, dit succesvolle debuut dat bekroond is met o.a. een Oscar voor de beste niet-Amerikaanse film. Engelse titel CLOSELY OBSERVED TRAINS.

Ostre Sledovane Vlaky

Tsjechië 1966. Komedie van Jirí Menzel. Met o.a. Alois Vachek, Josef Somr, Nadezda Gajerova, Vladimir Valenta en Jitka Bendova.

Met een Oscar voor beste buitenlandse film bekroond pareltje. Hoofdpersoon in dit minimaal geacteerde drama dat zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog is een jongen die werkt op een treinstation. Eigenhandig zet hij zich aan de taak een Duitse munitietrein te vernietigen. Meer dan de dunne plot gaat het hier echter om de soms hilarische, soms zure, soms sensuele, soms ontroerende observaties van het dagelijkse leven op het platteland. Dit was Menzels debuutfilm die hiermee de Tsjechische New Wave op de wereldkaart zette. Hij speelde zelf de rol van Dr. Brabek. De regisseur werd in 1990 nog bekroond met een Gouden Beer voor Skrivánci na niti. (RdL/VPRO Gids)