Heel even waande ik me Xi Jinping. Of Vladimir Poetin. Zo'n leider die, voorovergebogen over een kaart, met lijnen en pijlen toekomstige scenario’s visualiseert. Harde machtspolitiek op een wereldkaart tekenen.

Voor mij was het slechts een driehoek tussen drie landen in het Midden-Oosten, getekend op de grote studiokaart van Bureau Buitenland. Met een stift als wapen en de camera’s als getuigen verbond ik allianties, tekende ik botsende belangen en herschikte ik macht.

Na mijn tv-moment met die kaart kreeg ik zin in het echte werk – en pakte ik Brzezinski er weer bij. De grootmeester van het geopolitieke schaakspel, wiens The Grand Chessboardik deze week herlees met hernieuwde bewondering.

Elke bladzijde knettert van strategisch inzicht. En daarbij vraag ik me af: wat is eigenlijk de geostrategische visie van onze minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp?

(tekst loopt door onder foto)

Abdou schetst de rol van Syrië op het wereldtoneel in Bureau Buitenland

van kracht naar macht

Geostrategie – een samentrekking van geografie en strategie – is het rationele neefje van geopolitiek.

Waar geopolitiek verklaart wat er gebeurt en waarom (denk: Rusland valt Oekraïne binnen uit hernieuwde invloedshonger), kijkt geostrategie naar het hoe: hoe vergroot een land zijn macht, hoe verdedigt het zijn positie, hoe projecteert het invloed? Via allianties, havens, diplomatieke deals en militaire bases.

Brzezinski, Kissinger en het Grote Spel

De bekendste moderne geostrategen zijn Zbigniew Brzezinski en Henry Kissinger. De één ideologisch scherp als een scalpel, de ander een virtuoos diplomatiek acrobaat. Brzezinski zag geopolitiek als een spel met winnaars en verliezers, Kissinger als een dans waarin niemand mocht vallen, maar ook niemand winnen.

De Pools-Amerikaanse Brzezinski, die onder andere diende als adviseur van de Amerikaanse president Jimmy Carter, doorzag begin jaren ’90 al dat Oekraïne de spil was in de post-Sovjetmachtsbalans.

Zonder Oekraïne, zo stelde hij, is Rusland slechts een regionale macht. Met Oekraïne in zijn invloedssfeer krijgt het Kremlin niet alleen toegang tot de Zwarte Zee en grondstoffen, maar ook iets veel krachtigers: een historische onderbouwing voor het groot-Russisch narratief. Met Oekraïne wordt Rusland weer een imperium.

(tekst loopt door onder foto)

Zbigniew Brzezinski (links) en Henry Kissinger (rechts)

Kissinger, van 1973 tot 1977 de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, dacht pragmatischer. Voor hem geen ideologische kruistocht, maar een continu balanceren. Zijn strategie draaide om machtsbalans: openingen naar China, kalmering richting Moskou, een exit uit Vietnam zonder gezichtsverlies. Hij geloofde in rust bewaren, niet in macht vergroten.

Laat ik het maar bekennen: ik ben team Brzezinski. Als geopolitiek een voetbalwedstrijd is, dan is Brzezinski de Ronaldo – messcherp, doelgericht, geobsedeerd door voorbereiding. Kissinger is eerder de Messi van het vak: intuïtief, grillig geniaal, iemand die gaten ziet waar anderen alleen gras zien.

mensenrechten zijn geen luxe – ze zijn strategisch kapitaal

Wie denkt dat mensenrechten slechts morele franje zijn, mist het grotere plaatje. In Brzezinski’s wereld zijn mensenrechten een strategisch instrument. Geen idealistisch bijgerecht, maar de hoeksteen van een stabiele wereldorde.

Staten die mensenrechten systematisch schenden, zaaien instabiliteit – binnen én buiten hun grenzen. Repressie leidt tot radicalisering, migratiestromen, fragiele instituties en uiteindelijk: conflict.

Voor Brzezinski was mensenrechtenbeleid geen sentiment, maar een investering in voorspelbaarheid en veiligheid.

scoren in een geopolitieke mêlee

Caspar Veldkamp, normaal niet de man van grote woorden, kreeg het in Brussel voor elkaar: zestien EU-landen steunden zijn oproep voor een onderzoek naar Israëlische mensenrechtenschendingen.

Daarmee zette Nederland een stap die voorheen ondenkbaar leek – als vanouds pro-Israël, maar nu gidsland voor het internationaal recht.

Toegegeven, Veldkamp klinkt niet als Brzezinski, noch als Kissinger. Geen groots strategisch raamwerk, geen vernieuwende visie op buitenlandbeleid.

En toch stond de beroepsdiplomaat daar – met licht voorovergebogen houding, een secure blik op de politieke kaarten – en scoorde uit de geopolitieke kluts.

Geen uitgekiend positiespel, geen geniale dieptepass, maar een doelpunt.

Caspar Veldkamp

Misschien ís dat geostrategie anno nu. Niet meer het sierlijke spelinzicht, maar een potje Europees straatvoetbal, waarin de bal alle kanten op stuitert en je met durf én geluk opeens verschil kunt maken.

Caspar Veldkamp is diplomatiek volwassen geworden in een tijd waarin mensenrechten nog als moreel ijkpunt golden – opgenomen in regeerakkoorden zonder mitsen of maren, alsof de wereld te temmen viel met handtekeningen en principes.

Nu Westerse democratieën spartelen in een multipolaire wereld en de internationale orde zelfs wankelt, klinkt de Veldkamp die in de jaren negentig vol idealen de diplomatenklas binnenstapte haast naïef. Maar misschien is het juist zijn onverzettelijke geloof in internationale spelregels dat hem vandaag onderscheidt.

Ik heb hem niet kunnen betrappen op een briljante strategie. Maar hij verrichtte wél een strategische daad. Eén die – al is het maar heel even – de lijnen op de kaart doet verschuiven.

Tot snel,
Abdou Bouzerda

meer over Abdou Bouzerda

Bouzerda richt zich met name op het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dankzij zijn talenkennis en uitgebreide netwerk treedt hij vaak op als duider in verschillende media. Hij presenteerde onder andere de podcastserie De Arabische Lente: 10 jaar later, waarin hij samen met gasten als journalist Joris Luyendijk en schrijver Hassnae Bouazza terugblikt op de volksopstanden die in 2010 begonnen. In de serie worden niet alleen de oorzaken en gevolgen van de Arabische Lente besproken, maar ook de huidige situatie in de regio en de mogelijkheid van nieuwe protesten.

Bouzerda schrijft regelmatig voor De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad, waar hij zich richt op internationale politiek en maatschappelijke kwesties.