'De dag dat ze ons kwamen halen' van verslaggever Janine di Giovanni is een bundeling verhalen over menselijke drama’s in strijdend Syrië. Rik Delhaas van Bureau Buitenland bewerkte één van de verhalen voor radio.

Oorlog is afschuwelijk. Maar dat hoeven wij in Nederland en Europa niet ieder moment te weten. Na vijf jaar burgeroorlog in Syrië dringen de berichten over het menselijke drama dat zich daar afspeelt nog maar moeizaam tot ons door. De verhalen over hoe het eraan toe gaat in een belegerde stad als Aleppo of als je huis aan de frontlijn ligt die dwars door jouw wijk loopt. Dat soort verhalen zijn bedolven geraakt onder de berichtgeving over alweer een mislukt diplomatiek offensief, berichten over de gruwelen van Islamitische Staat, over de intenties van de Russen en nu weer de Turken die zich in het conflict mengen.

De dag dat ze ons kwamen halen van de Amerikaanse journaliste Janine di Giovanni is een bundeling verhalen over juist die menselijke drama’s in het Syrië dat na de mislukte opstand van burgers steeds verder wegzakt in een onontwarbaar kluwen van strijdende partijen. Op een knappe manier beschrijft Di Giovanni het lot van de achterblijvers en de strijders soms tot in de gruwelijkste details, maar zonder ooit de empathie en compassie voor de slachoffers uit het oog te verliezen. Aan de telefoon vanuit Parijs, waar ze woont, vertelt ze dat het haar vooral gaat om die kleine verhalen over de levens van mensen die verstrikt zijn geraakt in een oorlog, opdat
lezers zich kunnen identificeren. Dat het net zulke gewone mensen zijn als haar lezers, maar dat daar het noodlot heeft toegeslagen. ‘Tijdens het schrijven en de interviews besef ik altijd dat het mij net zo goed had kunnen overkomen, dat het puur geluk is waar je geboren wordt en dat ik me geen zorgen hoef te maken over waar raketten neerkomen of me af moet vragen of mijn zoon wel veilig de straat op kan.’

Vertrouwen

Janine di Giovanni begon ooit als verslaggever tijdens de eerste Palestijnse Intifada eind jaren tachtig, daarna Bosnië en zowat iedere volgende oorlog in Afrika en het Midden-Oosten. Toch noemt ze zich geen oorlogsverslaggever. ‘Dat zeggen anderen over mij, omdat je naar oorlogszones gaat waar iedereen juist zo snel mogelijk vandaan wil. Ik beschouw mezelf ook steeds minder als journalist en steeds meer als antropoloog en als onderzoeker.’

Dat kan tegenwoordig, omdat ze de luxe heeft waar veel collega-journalisten niet over beschikken en dat is tijd. Sinds ze voornamelijk tijdschriftartikelen – ze is Midden-Oostenredacteur voor het Amerikaanse tijdschrift Newsweek – en boeken schrijft, heeft ze niet meer met dagelijkse deadlines te maken en kan ze langer op één plek blijven om het vertrouwen te winnen van slachtoffers of strijdende partijen. Want waarom zou iemand die verkracht of gemarteld is zijn verhaal aan een wildvreemde vertellen die vanavond nog een deadline heeft?

‘Je moet veel geduld hebben en lange tijd met mensen doorbrengen, voordat ze je vertrouwen en hun verhaal vertellen.’

Het gaat soms om mensen die enorme trauma’s hebben opgelopen tijdens de oorlog en met wie je niet zomaar even een interviewtje kunt doen.

‘Ik heb hier speciale trainingen voor gevolgd en me verdiept in de psychiatrie. Voor het interviewen van slachtoffers van verkrachting of marteling bestaan bepaalde protocollen. Ik werk samen met psychiaters die gespecialiseerd zijn in dit soort trauma’s en met juridische experts die zich bijvoorbeeld bezighouden met de vervolging van daders.

Optimistisch

Het verhaal dat Bureau Buitenland uit het boek van Di Giovanni voor radio bewerkte gaat over een man die in een ziekenhuis herstelt na te zijn gemarteld. Er zitten scènes in die je maag doen omkeren, waarom vraagt ze soms het uiterste van haar lezers? ‘Omdat ik wil dat mensen boos worden over wat er in Syrië gebeurt. Ik wacht op het moment dat mensen zeggen: en nu is het genoeg geweest. Er zijn miljoenen getraumatiseerde kinderen door die oorlog, niet alleen dat ene jongetje van vijf in Aleppo dat wordt gered en wiens foto de hele wereld rondging. Ik ben ervan overtuigd hoe beter mensen geïnformeerd zijn, hoe groter de collectieve woede, hoe meer invloed ze kunnen uitoefenen. Dan ontstaat de kans dat politici, regeringen en diplomaten ook werkelijk iets doen.’

Na 25 jaar hoort de oorlog een beetje bij Di Giovanni, het is een onderdeel van haar leven geworden. Ze kan zich niet voorstellen dat ze over andere dingen zou schrijven. En toch is ze er geen cynisch of somber mens van geworden. ‘Mijn moeder zei altijd dat ik geboren ben met “geluks-gen”, dat ik altijd optimistisch blijf. Na al die oorlogen waarover ik heb bericht geloof ik nog steeds in het goede van de mens en ik geloof nog steeds in de mogelijkheid om dingen te veranderen.’

Bureau Buitenland

Maandag, NPO Radio 1, 20.00-20.30 uur

(Bron: VPRO-gids)