De schuldvraag is echter niet waarom het advocaat Bart Stapert te doen is. De voormalige voorzitter van Amnesty Nederland maakt zich vooral zorgen over de vraag of de twee genocideverdachten wel een eerlijke kans krijgen om zichzelf te verdedigen, wanneer zij aan Rwanda worden uitgeleverd.
Zo schrijft Stapert: "Vanzelfsprekend moeten de daders van genocide worden berecht. Maar net als Turkije na de coup is vervolging ook een politiek instrument om tegenstanders uit te schakelen. Kagame [de president van Rwanda, red.] hanteert een waarheid van de genocide: de Hutu’s hebben de Tutsi’s vermoord. (…) Tegen deze achtergrond is het voor advocaten in Rwanda onmogelijk om verdediging te voeren van Hutu’s die verdacht worden van betrokkenheid bij de genocide."
Stapert stelt dat Nederland met twee maten meet door uitleveringen aan Turkije te stoppen, maar uitleveringen aan Rwanda door te laten gaan. "Rwanda is een dictatuur (…) Persvrijheid is vrijwel afwezig, evenals de oppositie. Die kant gaat Turkije ook op, maar Rwanda is daar al lang aangekomen."