Ik ken een geval voor het opvoedkundig bureau, voor het speciaal onderwijs of het ARKIN. En toch heb ik 'r nog nooit gezien.

Het groeit in de buik van een vriendin. In die haar buik groeit het. Van haar vriend, een dol geworden kleine verrekkeling, die eerder de vriend was van de dochter van mijne neef. Tot het moment dat zij zei:

'Pak jij  'm maar, Lotte'.

Zij was op hem uitgekeken. Hoe kun je op een schreeuwlelijk uitgekeken raken?

Daar zou men toch eerder op uitgeluisterd zijn.

Lotte heeft 'm gepakt, want ze was toch ook al weer dertien maanden alleen. Dertien maanden was het al geleden sinds haar eerder vriend haar “hodiesjiemiekradnahoediepoenie” had toe geroepen. Etc.

Hoe ze aan die snuitert gekomen was, weet ik niet. Nee, of ze hem ook “maar gepakt” had is niet duidelijk. En ook niet waar die naar toe is gegaan, nee.

Maar, Lotte heeft die onderdeur gepakt. En daaraan heeft ze zich vertild. Die slikt, spuit, schreeuwt nog altijd en zuipt. En sinds toen drinkt zij ook en ze doet ook zo nu en dan al schreeuwen. Als hij haar de hoeken van de kamer laat zien, als ze weer eens een pak slaag van hem krijgt. Als zijn zachte strelen­de handen verande­ren in de vuisten van een: “Du hebt hier te doen wat ik je zeg”.

Dan schreeuwt Lotte en daarna… drinkt ze wat en grient.

Ja, Lotte heeft hem gepakt en als die onderdeur haar wat te zwaar wordt dan zuipt ze, buiten of binnen en stil snikkend zegt ze:

“Hij heeft me weer geslagen.”

Maar blijkbaar zijn er momenten dat zo'n storm weer gaat liggen. Blijkbaar gaat zo'n zaakje eens liggen. Blijkbaar is Lotte gaan liggen en die onderdeur ook. Blijkbaar heeft hij haar, is hij bij haar geweest, heeft ie het haar – je weet wel – gedaan, is hij in haar geweest. Hebben ze meteen, is die schreeuw een keer eens niet uit zijn muilwerk gekomen…

Nu groeit er wat in de buik van Lotte.

En ze heeft al 'n week alleen maar rode spa gedronken en vruchtenyoghurt. Als het haar lukt, gaat ze willen, kunnen,  proberen op te houden met roken, maar je kunt niet alles tegelijk, dan maak je jezelf, je zelf gek.

Het is nu gelukkig even rustig. De onderdeur heeft even vakan­tie omdat zijn geld op was. En dat van haar ook al.Toen heeft hij eerst nog geprobeerd een kikker te plukken. Heeft hij haar lege beurs, en haar er bij, een flink pak ransel gege­ven. En toen heeft hij, toen het al schemerde, ergens gepro­beerd een zaak te openen. Zonder sleutel. En dus heeft hij nu even vakantie. Is het gelukkig even rustig. Tot na de vakantie. Als een uitgeruste onderdeur weer bij Lotte aan de deur staat. Men zegt dat uitgeruste onderdeuren linker zijn dan onderdeuren zonder puf. Men zegt dat Lotte denkt dat het een hele verrassing voor hem zal zijn, want ze heeft gezegd: ‘Hij weet het nog niet'.

En dat ze hoopt dat hij het niet aan haar ziet. Dan is de verrassing nog groter. De verrassing is altijd groter als je het niet weet, als je het niet ziet aankomen. De vakantie duurt nog twee maanden, meent ze. Hij heeft haar niks gezegd. Ook niet dat hij weg moest. Ze heeft het van een vriend van hem gehoord. Die komt zo nu en dan  langs. Hij is ook maar alleen. Lotte weet dat heel precies. Ze weet wat dat is. Zij is dertien maanden alleen geweest. Als niemand iets zegt. Dertien maanden! In de buik van Lotte groeit nu iets. Van die kleine verrekkeling? Weet dat maar eens zeker, ja. Ja, als het wicht er is dan zie je het meestal wel. Als het er is kun je wat zien. Maar ja, zo'n koter kan ook op z'n moeder stalen en dan weet je nog niks. Klopt. Als zo'n baby op ma trekt weet je nog niets. Als het van een van een ander is,of dat het van hem is. Wat denk je als die terug komt? Die schopt haar in de hens als het van iemand anders is. Dus als het echt van een andere vent is moet ze geluk hebben dat het op haar staalt of trekt of een ge­lijk is, dan weet hij namelijk nog niks. Als het op mama staalt heeft ze geluk gehad. Trekt het op de moeder ben je nog net zo ver, weet je evengoed niks. En als het weer een schreeuwlelijk is ben je helemaal even ver.