Je vraagt je steeds vaker af of je misschien op de verkeerde planeet bent terechtgekomen. Er is altijd die drang in je geweest te willen kijken achter de horizon, want daar moet veel meer zijn dan je ogen kunnen zien, je weet het bijna zeker.

Het zal je helaas nooit lukken, maar toch is er steeds weer die hunkering een glimp te kunnen opvangen van die wereld daarachter.

Mensen verstaan jouw taal niet en jij niet de hunne en menigmaal is er dan ook sprake van miscommunicatie door een totaal verkeerd begrijpen van elkaar. Je bent nooit echt gelukkig geweest op deze planeet en altijd weer doemt dat verlangen op naar … je weet niet eens waarnaar!

Geen liefdesrelatie van je heeft ook ooit langer standgehouden dan slechts een jaar, want het kan je zomaar op een dag opeens verstikken en je het gevoel geven nooit meer te kunnen vliegen met die lam geworden vleugels.

Dan … wanneer de relatie is gestrand, is er weer even dat ondergaan van een gelukzalig gevoel van vrijheid, alsof je verlost bent van stalen ketenen. Heb je het een paar dagen druk gehad met veel mensen om je heen, dan kan je helemaal uit je evenwicht raken en snakken naar rust en stilte, naar alleen zijn met jezelf. En toch is er altijd weer die eenzaamheid in je die maar nooit verdwijnt.

Je kan in een zaal vol mensen zijn en je toch zo ontzettend alleen en verloren voelen. Het is een verlatenheid, die je zo vroeg in je leven al hebt leren kennen. Het gevoel nooit gezien of gehoord te worden, gewoon onzichtbaar te zijn...

Was het de scheiding van je ouders die je al zo jong moest meemaken, het steeds weer heen en weer gegooid worden van het ene huis naar het andere en allerlei andere vervelende ervaringen, wat je levenslang dat gevoel zou meegeven?

Feit is, dat je altijd het gevoel hebt er weer vandoor te moeten gaan, dat je altijd maar dat opgejaagde gevoel in je hebt en nergens weet te wortelen.

Inmiddels ben je het weinige dierbare in je leven ook al kwijtgeraakt. Je moeder, je zus, ze waren je zo waardevol, dat je je leven voor ze had willen geven, maar helaas, zelfs dat verzoek werd niet ingewilligd.

Ze stierven na wekenlang te hebben geleden en er was niets wat je kon doen om dat lijden te verlichten. Je kon alleen maar hun hand vasthouden en ze zeggen hoeveel je van ze hield en verder, verder was er alleen maar dat wrede gevoel van onmacht in je. En steeds weer beleef je die enorme machteloosheid, wanneer de herinnering aan hun lijden zich weer aan je opdringt.

Je hebt zoveel zinloos gebeden, alvorens je erachter kwam dat dat verspilde energie was, dat na elk gebed de situatie eigenlijk alleen maar verslechterde. Misschien bad je wel helemaal verkeerd, wie zal het zeggen?

Alle drama’s in je leven hebben je wel gemaakt tot een vechter, een overlever en dat had je hard nodig bij alles waar je altijd alleen doorheen hebt moeten gaan. En nu, ook nu vecht je helemaal alleen het zwaarste gevecht van je leven tegen die ziekte, waaraan ook je moeder en zus overleden zijn.

Gedurende hun ziekte had je tenminste elkaar nog, maar nu, nu moet je het helemaal alleen doen en wie houdt dan jóuw hand vast als het straks zo ver is? Maar ook dat zal je lukken. Je hebt het immers altijd allemaal alleen gedaan en straks, straks zul je zeker de moed vinden die laatste, afsluitende punt achter je eigen leven te zetten.

Ben je bang? Nee, níet meer, nóóit meer, niets kan nog erger zijn dat de verliezen die je al hebt geleden. Misschien zal het ook opluchting zijn te weten dat het voorbij is, dat je niet langer hoeft te vechten, dat je eindelijk rust mag vinden. Wat het lot was, jouw lot, je zult het volbracht hebben en er klaar mee zijn en je zult misschien eindelijk kunnen kijken wat er daadwerkelijk schuilt achter de horizon.

Tot dan is er gelukkig je pen, die steeds weer jouw toevluchtsoord is en waarmee je een andere wereld kan realiseren, ver van hier. Het moet de roep van je ziel zijn  die je steeds weer doet schrijven, alhoewel het je vaak ook kan uitputten, juist omdat je uit een intense beleving schrijft. Maar die pen is altijd weer je redding gebleken.