Vooraf

We bevinden ons in de woning van Cor, een 45-jarige man die onlangs arbeidsongeschikt is geraakt. Er ligt een groot aantal ongeopende brieven, waarvan hij er een drietal opent en probeert te lezen.

Cor heeft grote moeite om de brieven te begrijpen. Hij leest met pauzes tussen vrijwel elke lettergreep en legt vaak de klemtoon verkeerd, waaruit blijkt dat hij veel woorden niet kent en de brieven niet begrijpt.

 

WE HOREN EEN DEUR OPENGAAN. COR KOMT ZIJN KAMER BINNEN.
Godsodemieter, al weer een brief van de huisbaas, Bink. Ik word gek van al die brieven.

HIJ SLUIT DE DEUR, WE HOREN EEN HOND ZACHTJES JANKEN.

Heb je honger, Bink?

WE HOREN DE MAN HONDENBROKKEN IN EEN BAK SCHUDDEN.

Zo Bink, eet maar lekker, beest. He, he, effe zitten.  

HIJ GAAT ZITTEN, WE HOREN HEM DOOR WAT PAPIEREN ROMMELEN.

Brieven, brieven, brieven. Van de huurbaas heb ik nu er wel een stuk of tien, Bink. Schijnt familie van de koning te zijn, die huisjesmelker. Ene Bernard…
Leefde Ger nog maar, hè Bink. Die snapte die brieven tenminste.

WE HOREN HEM EEN ENVELOP OPENEN, HIJ LEEST MET GROTE MOEITE VOOR:
`Hierbij sóm-me-ren wij u…`  

Sómmeren … wat is dat, Bink, sommeren? Ik sommer, jij sommert, hij sommert. Sommer jij wel eens, Bink? Ik niet.

LEEST MOEIZAAM VOOR:
`Hierbij sómmeren wij u om binnen 10 dagen na ont-vangst van dit schrij-ven…’

Na ontvangst van dit schrijven… Wat zou dat zijn, Bink, `dit schrijven`? Vroeger op school moest ik lezen en schrijven. Kon ik niks van.

LEEST MOEIZAAM VOOR:
`Na ontvangst van dit schrijven … uw woning te ont-rui-men en in le-di-ge staat…

Ontruimen? Opruimen bedoelt ‘ie natuurlijk.

LEEST VOOR:
`En in ledige staat…. `

In ledige staat… Ik sta, jij staat, hij staat…. Godsodemieter, waarom schrijft die oranje huisjesmelker niet gewoon op wat hij van me moet? 

LEEST VOOR:
`Met on-mid-del-lijke ingang bent u….`

Ingang? Wat heeft mijn voordeur er nu weer mee te maken? Nou Bernard, sommer jij maar lekker gaar in je eigen vet.

WE HOREN HOE COR DE BRIEF VERSCHEURT. 

Zo doen we dat, hè Bink? Zullen we er nog een doen? Ik leer het al… Deze ligt er al een tijdje.

WE HOREN COR EEN ENVELOP OPENSCHEUREN. HIJ LEEST VOOR:
`Ge-ach-te heer Cox… `

Hoor je dat, Bink: `Geachte heer Cox’? Dat ben ik. Twintig jaar losse baantjes gedaan. Pizza`s bezorgd en kranten… En honden uitgelaten. Weet je dat nog, Bink? Jouw baasje hoefde jou niet meer. Hij wilde jou de straat opschoppen als een oud stuk vuil.
Daarna ben ik nog een paar jaar sjouwer geweest in de haven, weet je nog Bink? Op een dag ging ik daar door mijn rug. En dezelfde dag stuurden ze me naar huis. En nu, Bink, nu ben ik een geachte heer. Dat wel.

LEEST VOOR:
`Ge-achte heer, in-ge-vol-ge art. 371 BW, delen wij u hierbij mede dat u geen recht kunt doen gelden op een uit-ke-ring in ge-vol-ge de Wet WIA. Krachtens art. 76, lid 4 en 5 zien wij ons ge-nood-zaakt uw voor-schot met onmiddellijke ingang…`

Godsodemieter, daar heb je ze weer met hun ingang. Waarom zeggen die lui niet gewoon wat ze bedoelen?

WE HOREN HOE COR OOK DEZE BRIEF VERSCHEURT. 

Nou, Bink, we schieten lekker op. Nog eentje dan? Vooruit, de laatste.

WE HOREN COR EEN NIEUWE BRIEF OPENSCHEUREN. HIJ LEEST VOOR:
`Dwangbével. In naam van de Koning.`

Godsodemieter, daar zul je hem hebben, Bink, de koning… Of Bernard…

LEEST MOEIZAAM VOOR:
`Vol-gens mijn ge-ge-vens heeft u een ach-te-rstand in de be-ta-ling met be-trek-king tot de hier-on-der ver-mel-de vor-de-ringen.`

Nou, da`s tenminste duidelijk. Wat jij, Bink?

LEEST MOEIZAAM VOOR:
`In verband met de geconstateerde be-talings-achterstand heb ik op grond van de in-vor-de-rings-wet 1990 dit dwang-bével tegen u uit-ge-vaar-digd. Bij deze doe ik bével om het totaal-bedrag dat nu in-vor-der-baar is, met de kosten van de be-te-ke-ning van dit dwang-bével en de e-ven-tu-eel ver-schul-dig-de in-vor-de-rings-rente binnen twee dagen te betalen. Indien u na-la-tig blijft en niet binnen de ge-stel-de termijn….

EEN SCHELLE BEL KLINKT DOOR HET HUIS.

Godsodemieter, daar zal je hem hebben, Bink. De koning zelf. Of die Bernard.

DE BEL KLINKT STEEDS AGRESSIEVER EN HOUDT STEEDS LANGER AAN. HET BELLEN GAAT OVER IN KLEPPEREN MET DE BRIEVENBUS EN GEBONK OP DE DEUR.
MOGELIJK EEN STEM OP DE ACHTERGROND: `IN NAAM DER WET, DOE OPEN!

Laat maar lekker bellen, Bink, ons krijgen ze niet. En die brieven van ze… weet je wat we doen, Bink? We steken ze allemaal in de fik.

COR STRIJKT EEN LUCIFER AF, BINK JANKT EN BLAFT, HET BONKEN EN BELLEN WORDT LUIDER.