Journalistiek zonder journalisten

14 april 2024

Ik was terug in Zuid-Afrika.

Twee weken lang reisde ik langs bekende plekken. Niet alleen Johannesburg, Pretoria en Kaapstad maar ook door de dorpies op het platteland.

Het voelde als thuiskomen.

Een paar dagen trok ik op met een witte rechts-radicale blogger, die de toestand van Zuid-Afrika samenvatte als 'een groot gemors'.

Hij wees op de gaten in de wegen, de stroomuitval en de corruptie in de politiek.

Hij kwam tot de conclusie dat een eigen republiek voor witte Boeren, zonder zwarte Zuid-Afrikanen, de beste oplossing was voor alle problemen in het land. Afscheiding van de multiculturele samenleving.

'Ik geloof niet in democratie,' zei hij.

Witte boeren in bruinhemden

Voor 1994 werd die mening vooral verkondigd door witte boeren in bruinhemden met swastika’s op de mouwen, die zich met geweld verzetten tegen de komst van democratie.

Hun leider, Eugène Terre'Blanche, voorspelde een bloedbad als de meerderheid van Zuid-Afrika stemrecht zou krijgen.

Toen werd het 1994 en kwam Nelson Mandela aan de macht.

Bijltjesdag voor witte Zuid-Afrikanen bleef uit.

Ze werden weliswaar een minderheid in het parlement, maar de meerderheid van de bedrijven en het bebouwbare land (zeventig procent) bleef onder controle van witte Zuid-Afrikanen, zelfs dertig jaar later.

De Afrikaner Weerstandsbeweging verdween na 1994, hun leider viel voor het oog van de camera van zijn paard en werd later opgepakt en veroordeeld wegens poging tot moord op een pompbediende.

In 2010 werd hij zelf vermoord.

Eugène Terre'Blanche in 2004, met op de achtergrond de vlag van de Afrikaner Weerstandsbeweging

Vernedering van generaties

Zijn antidemocratische mening bleef voortbestaan.

Vooral op Facebook en YouTube, waar rechts-radicale influencers in het falen van de ANC-regering het gelijk van Terre’Blanche zien, dat de komst van democratie niets goeds heeft gebracht naar Zuid-Afrika.

Wie de geschiedenis slecht kent, zou zich zomaar door die visie kunnen laten overtuigen.

Alsof apartheid slechts een voetnoot in de geschiedenis was, en niet 'de vernedering van generaties,' zoals Nelson Mandela zei.

Alsof de gedwongen verhuizing van meer dan 3,5 miljoen niet-witte Zuid-Afrikanen uit de stadscentra naar de onvruchtbaarste delen van Zuid-Afrika, en het geweld dat daarmee gepaard ging, geen diepe wonden sloeg.

Alsof de selectieve zorg van het apartheidsregime voor alleen witte Zuid-Afrikanen  - minder dan tien procent van de bevolking - niet een van de meest ongelijke samenlevingen ter wereld heeft gecreëerd, en die ongelijkheid zomaar met de komst van democratie zou verdwijnen.

De blogger had geen zin in die nuance.

Hij vertelt zijn publiek week in week uit dat witte Zuid-Afrikanen het grootste slachtoffer zijn van misdaad en economische achterstelling. Ook al bewijzen de cijfers het tegendeel.

Mijn punt is: iedereen met een videocamera en een microfoon is nog geen journalist. Journalistiek is uitzoeken, hoor, wederhoor, verschillende perspectieven naast elkaar.

Goeie journalistiek is hard werken en kostbaar.

Het monument voor Nelson Mandela op de plek waar hij in 1962 werd gearresteerd

Pers onder strikte controle

Tijdens mijn reis door Zuid-Afrika barstte in Nederland een discussie los over de Nederlandse Publieke Omroep.

De ene partij vond dat de NPO maar beter helemaal kon verdwijnen, de ander vond dat er wel een net afkon. Maar in grote lijnen lijken de formerende partijen het eens over een aanzienlijke bezuiniging.

Bij het Algemeen Dagblad mochten lezers alvast stemmen over welk programma’s volgens hen mocht verdwijnen.

Het is opmerkelijk hoe snel Nederland het patroon kopieert van landen waar nationalisten aan de macht kwamen: Italië onder Meloni, Hongarije onder Orban, Polen onder PiS.

Of Zuid-Afrika onder de Nasionale Partij.

Zij verankerde na 1948 niet alleen de apartheid van de rassen in de wet, maar stelde ook de pers onder strikte controle, verbood interviews met (niet-witte) oppositie, sloot journalisten op en weerde buitenlandse correspondenten.

Zover zijn we (nog) niet. Maar de Nederlandse Publieke Omroep mag zichzelf aanrekenen dat het de voorbeelden van die andere landen kennelijk pas serieus neemt nu het ons eigen voortbestaan bedreigt.

Politieke leiders die haat spuiden over hele bevolkingsgroepen of al jaren desinformatie verspreiden, mochten aanschuiven in respectabele praatprogramma’s. Daarmee werden hun meningen even respectabel.

Pijlers van democratie

Hoe tolerant moet je zijn voor intolerantie?

Ik stelde die vraag ook aan mezelf toen ik met de rechts-radicale blogger op pad was. Wat doe je met desinformatie? Verdienen intolerante meningen wel zendtijd?

De opkomst van intolerantie is wereldwijd een fenomeen waar de journalistiek volgens mij niet om heen kan lopen maar in kaart moet brengen en kritisch moet onderzoeken en bevragen.

Juist daarom heb je een ijzersterke Publieke Omroep nodig, die zonder bemoeienis van politieke partijen zijn werk kan doen en de goede journalistiek tot de laatste snik beschermt.

Wie doet er anders nog verslag zodra andere pijlers van democratie aan de beurt zijn?

Het debat over de NPO van afgelopen donderdag, door het oog van de camera

Lees-, kijk- en luistertips van de redactie

  • Hoe kunnen journalisten zich wapenen tegen het autoritaire spel? Daarvoor schreef de Amerikaanse organisatie Protect Democracy The Authoritarian Playbook, met voorbeelden uit de hele wereld van (aspirant-)autoritairen en hun tactieken. Wie gelijk een praktijkvoorbeeld wil, leest dit stuk van Mo* over de pro-Russische desinformatiecampagne van Viktor Orbán.
  • In hetzelfde kader een aanrader, is het artikel van de Nederlandse journalist Cas Mudde voor Voxeurop, over de haat-liefdeverhouding tussen de media en radicaal-rechts - en vooral ook over hoe de media daar nu eens afstand van kan nemen.
  • Een tip die dan ook niet mag ontbreken, is dit interview van Wired met Wikipediaan Ksenia Coffman: zij bewerkt in haar vrije tijd lemma's gerelateerd aan Nazi-geschiedenis, om ze te ontdoen van glamoreus taalgebruik en incorrect brongebruik.
  • Dichter bij een frontlinie ga je deze zondag niet komen: journalist Constantin Simon wist binnen te komen in het gesloten Myanmar en maakte voor France24 een exclusieve reportage met de rebellen daar.
  • Tot slot, je kunt er na de laatste letter van deze brief meteen aan beginnen: de nieuwste aflevering van Achter de Frontlinie. En, schrik niet, maar dat gaat over genocide - een woord dat we veel horen nu met de oorlog in Gaza, maar ook de conflicten in Soedan en Ethiopië. Waar begint volkerenmoord? Bram Vermeulen spreekt met een deskundige die tevens overlevende is: Alma Mústafic. Nu in je podcastapp.

Tot de volgende,
Bram Vermeulen