West-Europeanen weten maar weinig van de Poolse geschiedenis. Dat is ook niet zo gek, want toen Europa van de nazi's werd bevrijd, kreeg Polen te maken met inmenging van de Sovjet-Unie. De echte vrijheid kwam pas dertig jaar geleden, nadat de muur viel. Sindsdien is Polen bezig zijn nationale identiteit vorm te geven, waarbij de geschiedenis door velen nogal selectief wordt ingezet.

sleutelmoment: Obama spreekt over 'Poolse vernietigingskampen'

Het is 29 mei 2012 als president Obama in een speech refereert aan de massamoord op Joden in een 'Pools kamp des doods'.

Met die formulering raakt hij een open zenuw: Polen hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog meegevochten om het continent te bevrijden en vinden dat ze voor die heldenmoed na de oorlog nauwelijks erkenning hebben gekregen. Het kamp waaraan Obama refereert (Auschwitz) lag weliswaar in Polen, maar het was een nazivernietigingskamp. 

Er volgen snel excuses van Obama: het ging om nazi-kampen in door Duitsland bezet Polen, zo nuanceert zijn woordvoerder daags na de uitspraak. Maar het kwaad is al geschied. Het smeulende Pools nationalisme wordt erdoor aangewakkerd en er ontstaat ruzie tussen Polen, Israël en het westen over wat nu wel en niet de waarheid is.

achtergrondverhalen

Wat gebeurde er met de museumdirecteur die niet alleen de heroïsche Poolse geschiedenis wilde tonen, maar ook de zwarte bladzijden?

Je krijgt te zien wat er gebeurt wanneer een kunstenaar probeert een stadje te herinneren aan het feit dat het voor de Tweede Wereldoorlog vooral Joodse inwoners had.

En je gaat begrijpen hoe het voor de nabestaanden van de Poolse nationale held Witold Pilecki voelt dat die voor allerlei politieke karretjes wordt gespannen.

van de redactie: confrontatie in Węgrów

Regisseur Britta Hosman: ‘In dorpen in het oosten van Polen, waar 60 à 70 procent van de inwoners Joods was, hebben sommige Poolse burgers tijdens de Tweede Wereldoorlog actief meegeholpen die Joden te vermoorden. Dat is een feit, maar daar wordt niet over gepraat. Rafał Betlejewski, een kunstenaar, vindt dat beschamend, en wil er iets aan doen.

We gingen met hem naar het stadje Węgrów, waar hij op de muur wilde schilderen: ‘”Jood, ik mis je”. Samen met de huidige bewoners, en met een joodse vriend van hem. Om zo de discussie over dat verleden te openen, en als gebaar van verzoening. De actie was aangekondigd op facebook. Er waren best veel mensen op af gekomen, en ook heel veel politie. Ook waren er een paar mannen met een grote bek. Die reageerden heel agressief, zo van: opdonderen, kunstenaar, we gaan je niet helpen, je bent ons alleen maar aan het uitdagen. Intimiderend. De spanning liep op, en niemand stond op om de kunstenaar te helpen. Er kwam wel een vrouw naar ons toe, die zei dat ze zich doodschaamde. “Ik zou wel mee willen doen, maar ik durf het niet,” zei ze.

Waarom wist ze ook niet zo goed, maar het had met de sfeer te maken. Er was geen geweld, toch voelde ik wel dat het uit de hand gelopen zou zijn als de politie er niet bij was geweest. Wat ze nou eigenlijk tegen deze actie hadden, tja, ze wensten niet geprovoceerd te worden, zeiden ze. Ergens vond ik dat ook wel, maar als je er goed over nadenkt: wat is er nou zo provocerend? En dat ze meteen in het defensief gaan, wat zegt dat over zo’n stadje? Wat we daar voelden op dat pleintje, dat was eigenlijk zo eng, dat ik me ergens een beetje kon voorstellen hoe het zou zijn als je hier Joods was, en de Duitsers waren net binnengevallen. Het zette de deur open voor het antisemitisme. Dat voelde ik wel. En ik hoop dat dat ook in de uitzending een beetje voelbaar is.

Toen het voorbij was en we terugreden naar ons hotel, belden de kunstenaar vanuit zijn auto om ons te melden dat we gevolgd werden door vier mannen in een auto. We durfden daarna niet goed weg, want wie waren dat, en wat wilden ze van ons? Ik liet het hotel de politie bellen, en toen kwam de aap uit de mouw: dit waren politiemannen in burger. Aan de ene kant grappig, maar het gaf me toch een gek gevoel. In de twee dagen dat we in Węgrów waren, verloor de politie ons geen moment uit het oog. Voor onze veiligheid, natuurlijk, maar wat zegt dat over dit stadje?’

colofon

Regie Britta Hosman, Stefanie de Brouwer
Research Mandy Duijn, Suzanne Hendriks
Stagiair Aron de Jong
Beeldresearch Barbara Kist, Daniela Solano
Camera Maarten Kramer, Joost van Herwijnen
Geluid Mark Witte, Chris Everts
Montage Obbe Verwer
Online montage Sander Kuipers
Kleurcorrectie Laurent Fluttert
Geluidsnabewerking Joost Oskamp
Ondertiteling Daniel Naamani
Muziek Big Orange
Leader Reinier van Brummelen, David Kleijwegt
Voice-over Magda Ptasznik
Productie Mariska Schneider, Sharon de Vries
Productie-assistentie Koos van de Merbel
Online redactie William Valkenburg, Elmar Veerman
Eindredactie Roel van Broekhoven, Stefanie de Brouwer
Met medewerking van Ania Stylinska, Associated Press, Muzeum II Wojny Swiatowej, Stefan Budziaszek, Ghetto Fighters’ House Museum, Radio Maryja, Siema TV, Council of the European Union, Ministry of Heroes project
In coproductie met Canvas
Deze productie kwam tot stand met steun van CoBO, European Cultural Foundation, Fonds 21, Prins Bernhard Cultuurfonds, VSB Fonds