Het kabinet kondigde deze week meer versoepelingen aan voor evenementen en het openbaar vervoer. Maar dat betekent volgens antropoloog Jitske Kramer niet dat we de corona-cultuurshock te boven zijn: ‘Juist nu gaan we onszelf essentiële vragen stellen.’

Had jij dat ook? Het gevoel dat je oude vertrouwde leven in maart, toen de lockdown-maatregelen werden aangekondigd, plotseling overhoop werd gegooid. Dat alle zekerheden onder je voeten vandaan werden getrokken?

Maar hoewel alle onheilsberichten langzaam binnendruppelden, wist je ook wel weer te wennen aan de nieuwe omstandigheden. Er zaten misschien ook wel voordelen aan. Je had minder prikkels, meer focus. En je kon eens goed reflecteren waar je eigenlijk mee bezig was. Als je tenminste niet aan ‘de frontlinie’ stond.

het oude normaal

Nu de samenleving weer is opengegaan, voelt het soms alsof het ‘oude normaal’ is teruggekeerd. Dat is natuurlijk helemaal niet zo: veel gebeurt nog op anderhalve meter.

Had je ooit gedacht dat je voor een terrasbezoek je eerst ‘gezond’ moest verklaren? Of dat je als ouder niet je kind naar het klaslokaal mag brengen? Dat je feitelijk van overheidswege persona non grata bent verklaard op het schoolplein? En voel je jezelf eigenlijk nog wel de persoon die je was voor de crisis? Ben je misschien anders over dingen na gaan denken, terwijl de wereld om je heen liefst weer terug wil naar wat ooit was?

Het is verwarrend, want tegelijkertijd wordt van ons wel verwacht dat we ons aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Het is een collectieve en zelfs mondiale beleving, zegt antropoloog en onderneemster Jitske Kramer aan de telefoon.

biertje drinken op het terras

We gaan met z’n allen door een cultuurshock, zegt zij. Een cultuurshock is een bekende term in de culturele antropologie. In de regel ervaart een individu een cultuurshock als deze zich voor langere tijd bevindt in een culturele gemeenschap die niet de zijne of de hare is. Door blootstelling aan totaal andere leefregels waaraan je niet gewend bent, verander je als mens.

Kramer, die is opgeleid als cultureel antropoloog, ervoer zelf een individuele cultuurshock. Ze reisde – toen het nog kon – de hele wereld over. Tijdens haar studie trok ze een half jaar op met een theatergezelschap in Oeganda. ‘Zes maanden zoeken naar woorden, het juiste gedrag en niemand die lacht om je grappen: dat gaf mij een cultuurshock.’ Ze herkent veel van die patronen in de huidige situatie rond het coronavirus en hoe we er collectief mee omgaan.

door blootstelling aan totaal andere leefregels waaraan je niet gewend bent, verander je als mens

moreel dilemma

Volgens Kramer moet je een cultuurshock niet zien als één bepalend moment, maar als een gefaseerd proces dat onze reacties op een zeer ingrijpende gebeurtenis, zoals corona, kan voorspellen.

In de eerste fase zitten we op een soort roze wolk. Alles is nieuw, spannend en het is ook wel fijn om niet de hele tijd te forensen – als je tenminste niet direct wordt geraakt door het virus. In de tweede fase voelen we de veranderingen in ons dagelijks leven. Hoe gaan we bijvoorbeeld om met het feit dat we niet zomaar onbekommerd naar buiten kunnen? Het zorgt voor stress en spanning.

Daarna komen de morele vragen. Moeten we echt iedereen redden en zo onze economie om zeep helpen? En breder: willen we eigenlijk wel op de oude voet verder? Iedereen zal deze introspectie anders ervaren. De derde fase treedt in als we elkaar weer zonder beperkingen kunnen ontmoeten. We zijn euforisch: we kunnen weer naar buiten, vrienden ontmoeten, een biertje drinken op het terras, concerten bezoeken en gewoon weer naar ons werk.

Maar dan volgt de onvermijdelijke terugkeershock: het blijkt dat iedereen anders uit de crisis tevoorschijn is gekomen. Bepaalde ‘crisisprivileges’ wil je niet meer afstaan. Thuiswerken bijvoorbeeld – als de baas vindt dat je naar werk moet komen en je dat eigenlijk niet ziet zitten. Hoe ga je daar als individu en als samenleving mee om?

‘We lieten een aantal regels los. Toen bleek dat dat ook prima ging. Gaan we die regels dan echt allemaal weer toepassen?'

wat kan er anders?

Kramer noemt zichzelf corporate antropoloog en komt in die hoedanigheid veel over de (digitale) werkvloer van bedrijven en instellingen. Ze ziet en hoort de twijfels: wat willen we nou eigenlijk behouden van die coronaperiode?

‘Neem de digitalisering in de zorg. Dat is door corona allemaal heel snel gegaan. Artsen stonden voorheen huiverig tegenover beeldbellen met patiënten, maar nu móest het. Wordt dit dan deels het nieuwe normaal?’

Toen de instroom van patiënten naar het ziekenhuis razendsnel toenam, bleek dat er ook veel kon worden geïmproviseerd. ‘We lieten een aantal regels los. Toen bleek dat dat ook prima ging. Gaan we die regels dan echt allemaal weer toepassen? En moet er niet veel meer geld bijkomen voor al die hardwerkende zorgverleners die het land door de crisis hebben geholpen?’

Hetzelfde zie je volgens haar op scholen. ‘Het kon allemaal op afstand. Digitaal onderwijs, met alle voor- en nadelen van dien. Maar nu stellen we onszelf de vraag: wat is goed onderwijs? Gaan we zo snel mogelijk leerachterstanden wegwerken en lerarentekorten oplossen?’

geen politiek, maar moed

We zitten dus in de periode van de lastige gesprekken, waarin we ons afvragen wat van waarde is en wat niet? Waarom wel forse staatssteun voor KLM, de vervuilende vliegtuigvloot en het massatoerisme en niet voor de kunst- en cultuursector die het heel zwaar heeft.

Wat doen we met kwesties uit het oude normaal, zoals eerlijke handel en het halen van de klimaatdoelen? Moeten we het niet heel anders gaan doen? Volgens Kramer zien we dit soort morele keuzes op dit moment overal opkomen. En dat leidt tot botsingen. De krachten van het oude normaal proberen hun macht weer uit te oefenen. ‘Alle goede en slechte patronen in de precoronatijd zijn blootgelegd. Misschien moeten we nu geen politiek bedrijven, maar moedige gesprekken voeren. Die gaan over échte veranderingen, die onze wereld ook echt beter maken.’

tijd om systeemfouten aan te pakken

Dit is hét moment, zegt Kramer, om een einde te maken aan de oude praktijken, zoals de vele korte toeristische reizen naar steden en de kiloknallers. ‘Ik ben niet zo van de school dat het virus ons iets vertelt. Maar voor mij is wel duidelijk dat we aantal systeemfouten hebben. En die kunnen we nu aanpakken.’