Krimpen in een mondiale economische groeimarkt: voor de huidige generatie bestuurders lijkt dat te hoog gegrepen. Gaan we terug naar het massatoerisme van vóór corona?

En toen was er rust. Rust op de wegen, rust in de lucht, en rust op straat. Rust die met name zichtbaar en voelbaar was in plaatsen die voor de crisis jarenlang gebukt gingen onder massatoerisme.

Voor steden als Venetië, Barcelona en Amsterdam, maar ook voor kleine dorpen als het Oostenrijkse Hallstatt en het Overijsselse Giethoorn was en is de crisis in sommige opzichten een welkome adempauze. Weg zijn de rijen voor musea, de rondleidingen, de selfiesticks, de vrijgezellenfeesten, het geluidsoverlast, het afval, de puntzakken friet en de geur van wafels.

We zagen buren samenkomen voor een borrel op de stoep van de Amsterdamse grachten en Venetianen die door de afwezigheid van cruiseschepen met hun kleine bootjes een kristalheldere lagune konden bevaren. 

Maar nu de lockdown-maatregelen worden versoepeld en de eerste toeristen weer in het straatbeeld verschijnen, rijst de vraag welke weg we willen inslaan. Gaan we voor een snel herstel van de oude economie, die een gigantische klap kreeg, of grijpen we de coronacrisis aan om het toerisme definitief anders te organiseren?

Leefbaarheid in het gedrang

Stemmen die voor de crisis al pleitten voor minder toerisme vinden tegenwoordig een sterker gehoor: we zien nu hoe het anders kan. Zo maakte de gemeente Amsterdam vorige maand bekend dat het nu definitief wil afrekenen met het massatoerisme en de monocultuur in haar binnenstad. Halsema schreef in een raadsbrief aan de raad dat zij het centrum weer wil ‘teruggeven’ aan de Amsterdammers.

Ook haalde het burgerinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’ binnen twee weken meer dan 27.000 handtekeningen op voor een petitie waarin wordt opgeroepen tot een harde hotelstop. Het aantal overnachtingen zou moeten worden beperkt tot 12 miljoen per jaar.

Een vergelijkbaar sentiment heerst ook in het Overijsselse Giethoorn, dat met 600.000 bezoekers per jaar naast Amsterdam één van de populairste toeristische bestemmingen in Nederland is. ‘Toerisme mag er niet voor zorgen dat de leefbaarheid in het gedrang komt of blijft,’ zegt Henk van Voornveld, projectleider Duurzaam en (Be)leefbaar Toerisme van de gemeente Steenwijkerland. Hij zet zich in om in Giethoorn vooral een ander soort toerist aan te trekken.

‘terug naar het toerisme vóór corona? Nee, dank je.’

het wordt nog erger

Gaan we het vanaf nu dan allemaal anders doen? ‘Ik denk dat we vrij probleemloos teruggaan naar hoe het was en het wordt misschien nog wel erger’ zegt Stephen Hodes, toerisme-expert en criticus, wanneer hem wordt gevraagd hoe het toerisme post-corona eruit komt te zien. 

Hodes, oprichter van de voormalige denktank Amsterdam in Progress en al jaren een belangrijke stem binnen het hoofdstedelijke toerismedebat, is blij met het signaal dat de gemeente met de brief afgeeft, maar verwacht niet dat er veel zal veranderen. ‘Tegelijkertijd met de coronacrisis zijn we in een economische crisis beland. Toerisme valt onder de verantwoordelijkheid van de wethouder Financiën en Economische Zaken (Victor Everhardt, D66 red.) en hij heeft één boodschap: meer banen, meer geld verdienen en de economische schade voor de stad zoveel mogelijk beperkt houden.’

Bovendien vindt Hodes de raadsbrief op inhoudelijk niveau vooral een geval van symptoombestrijding. Halsema wil aansturen op een horeca- en winkelaanbod dat meer is gericht op de Amsterdammer, het toerismeaanbod terugdringen, illegale vakantieverhuur tegengaan en vastgoed opkopen voor herbestemming. ‘Maar naast het reguleren van het verblijf, moet je de toevoer van toeristen gaan remmen,’ zegt Hodes. ‘Pas als je die stroom onder controle hebt, kan je effectief het probleem bestrijden.’ 

'Pas als je de stroom toeristen onder controle hebt, kan je effectief het probleem bestrijden.’

explosie van reizen

Ook Zef Hemel, hoogleraar planologie aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van de Toekomstvisie 2040 voor de Amsterdamse binnenstad, schetst een toekomstbeeld waar veel Amsterdamse burgers van gruwelen. ‘Je krijgt na de versoepeling van de maatregelen een explosie van toerisme. Iedereen wil eruit, iedereen wil naar Venetië en Amsterdam.’

Hemel denkt dat de luchtvaart een belangrijke rol gaat spelen in de terugkeer van het oude toerisme. ‘Ik vermoed dat de low-cost carriers heel goed gaan terugkomen. Dat zijn haaien, die gaan heel diep. Daar gaat het alleen maar om het laatste dubbeltje eruit te persen. Ik ben bang dat we een nóg erger soort toerisme terugkrijgen.’ 

ander soort toeristen

Toch proberen Amsterdam en Giethoorn wel degelijk minder én een ander soort toerist aan te trekken, zegt Van Voornveld van de gemeente Steenwijkerland. 'Wij willen toeristen die meer geïnteresseerd zijn in cultuur, langer verblijven en meer besteden zodat het waarde oplevert voor de lokale bewoners.'

De zogenaamde 'cultuurtoeristen' uit Duitsland en Nederland zijn volgens Van Voornveld veel belangrijker voor Giethoorn. 'Ook proberen we bezoekers te verleiden om meer van de natuur en cultuurhistorie van Weerribben-Wieden te bezoeken. Daar wilden we sowieso al op inzetten maar nu stellen we dat centraal. We proberen niet terug te gaan naar hoe het was, maar een slag te maken naar andere toeristen, die beter passen bij Giethoorn.’ 

hotels, hotels, hotels

Maar is inzetten op een ander soort toerist genoeg om de overlast tegen te gaan? Of zal de stroom toeristen die jaarlijks naar Amsterdam en Giethoorn komen simpelweg ingekrimpt moeten worden? En hoe doe je dat?

Een harde hotelstop en een maximum overnachtingen van twaalf miljoen, zoals wordt voorgesteld door het burgerinitiatief, is volgens Hodes moeilijk te realiseren. ‘Ik heb geen idee hoe je dat waar kan maken. Het zijn allemaal vergunde hotels. Je kan een contract wel afbreken maar dan komt er ‘planschade’, en dan heb je het over honderden miljoenen. Dat geld heeft de gemeente niet. De stad heeft al nauwelijks geld om bruggen en kades te repareren, en zeker na deze crisis zijn er geen honderden miljoenen meer om hotels uit te kopen.’ 

Hoogleraar Zef Hemel ziet in deze tijden juist een gouden kans om wat aan het hotelprobleem te doen. ‘Je kan als stad besluiten om alle 2- en 3-sterren hotels een aanbod te doen om er studentenwoningen van te maken. Studentenwoningen waar de eigenaars van de hotels eigenaar van blijven, net zoals de stad eigenaren van lege kantoren een aanbod heeft gedaan om daar hotels van te maken. 

Daar heeft zeker de binnenstad heel veel behoefte aan. Dát is de stad teruggeven aan de Amsterdammers, aan de studenten. Die moeten in het centrum wonen. Zo maak je gebruik van dit momentum om de stad in een richting te bewegen die houdbaar is voor de lange termijn.’   

wat gaan we eisen?

Ook Jasper van Dijk, initiatiefnemer van het burgerinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’, vindt dat de gemeente nog veel meer zou kunnen doen om de aantallen te verminderen. ‘Het toerisme is blijven stijgen ten tijde van dit college. Je kan wel af en toe een toeristenwinkel opkopen, maar als het toerisme blijft stijgen dan is dat dweilen met de kraan open.’

Van Dijk mikte oorspronkelijk op 1.200 handtekeningen, het benodigde aantal om een onderwerp te agenderen, maar bereikte tot zijn eigen verrassing de referendumgrens van 27.000 handtekeningen. Momenteel denkt Van Dijk hard na over wat te doen met al die steun. ‘Als het tot een referendum komt, moeten we goed gaan nadenken over wat we gaan eisen.’

begin van iets groters?

Intussen stijgen er met de dag weer meer vliegtuigen op, en schuifelen de toeristen de steden weer binnen. Krimpen in een mondiale economische groeimarkt: het lijkt voor de huidige generatie bestuurders te hoog gegrepen.

Toch houdt Hodes hoop voor de toekomst. ‘We zijn misschien te laat, maar dat is geen reden om niet in te grijpen. De stad is te belangrijk. Als we die willen redden van het commerciële consumentisme, dan zal het wel moeten. De petitie appelleert aan een gevoel. Misschien dat dit het begin kan zijn van iets groters.’