Toen het er om spande, hielden de vitale beroepen onze samenleving draaiende. Maar hoe zorg je ervoor dat mensen met een cruciaal beroep ook daadwerkelijk worden gehoord? We bespreken drie vormen van burgerparticipatie met politicoloog Kristof Jacobs.

Door de coronacrisis werd duidelijk hoe belangrijk bepaalde beroepen zijn. Schoonmakers, verpleegkundigen en vakkenvullers – ze hielden de samenleving op de been toen het er echt om spande. Maar hoe geef je de mensen met een cruciaal beroep, zogezegd, de 'gewone burger', een stem in het democratische proces? Hoe zorg je ervoor dat ze, naast hun stem in verkiezingstijd, worden gehóórd?

We vragen het aan politicoloog Kristof Jacobs. Hij houdt zich als onderzoeker, verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, al geruime tijd bezig met allerlei vormen van burgerparticipatie als het referendum, burgerraden en burgerbegrotingen. Volgens hem functioneert de representatieve democratie op zich prima. We denken vaak dat burgers steeds minder vertrouwen hebben in de politiek en de instituties. Maar eigenlijk valt dat best mee.

Nederland scoort, als je het vergelijkt met andere Europese landen, behoorlijk goed, zegt Jacobs. Ons democratische bouwwerk staat nog altijd als een huis op stevige fundamenten. De aanpak van de coronacrisis heeft dat vertrouwen, al dan niet tijdelijk, zelfs nog wat opgekrikt.

Toch is er wel sprake van erosie. Jacobs: ‘Je ziet dat de steentjes één voor één afbrokkelen.’ Fenomenen als populisme vormen een uitdaging. Welke burgerparticipatiemethoden zijn er om de democratie te versterken en toekomstbestendig te maken?

referenda: wel of geen impact?

Minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66) zette twee jaar geleden een streep door het raadgevend referendum. Het kabinet zag er geen heil meer in. Inmiddels is de volksraadpleging weer helemaal terug op de politieke agenda, zij het in een andere vorm. Het gaat om een bindend correctief referendum, een SP-initiatief dat vorige week is omarmd door een meerderheid in de Tweede Kamer.'

Het is niet zo gek dat het gedoe over referenda en directe democratie tot groot ongenoegen leidt, vooral bij mensen die zich toch al machteloos en ongehoord voelen. Het treft vooral lager opgeleiden, zegt Kristof Jacobs. ‘Het is een van de weinige participatiemethoden die deze groep een stem geeft in het maatschappelijk debat. De formule is relatief eenvoudig, overzichtelijk en praktisch. En je hebt er impact mee.’

Zo heeft het raadgevend referendum voor het EU-associatieverdrag met Oekraïne ook nationale implicaties. Toen premier Mark Rutte de ‘nee’-stem niet overnam, maar het verdrag alleen wilde aanpassen met wat door tegenstanders een ‘inlegvelletje’ werd genoemd, was de kritiek niet van de lucht. Het referendum werd echter wel als een succes ervaren. Burgers hadden direct zeggenschap en werden, in hun participatie in het democratische proces althans, serieus genomen.

 

 

 

 

 

 

 

 

de voordelen en nadelen van een burgerraad

Zo’n volksraadpleging is dus een duidelijke keuze. ‘Ja’ of ‘nee’ tegen een internationaal verdrag. Of, lokaal, tegen een ondergrondse parkeergarage. Een burgerraad is een stuk ingewikkelder en daardoor vooral populair onder hoogopgeleiden: mensen die toch al politiek en maatschappelijk geëngageerd zijn.

Dat is ook meteen het mankement van deze methode. Bij burgerraden wordt veelal gebruikt gemaakt van loting. De organisatoren duiken in het bevolkingsregister en selecteren steekproefsgewijs een aantal burgers uit alle lagen van de bevolking. Maar wat je dan ziet, is dat voornamelijk de betrokken hoogopgeleide burger op komt dagen. ‘Laat maar zitten, denken veel mensen die worden uitgenodigd. En de mensen die wel komen – vaak niet meer dan tien procent – hebben dikwijls een HBO-of VWO-diploma’, aldus Jacobs. Een opkomstplicht is er namelijk niet. Het is allemaal op vrijwillige basis.

Maar goed, de mensen die wel bij elkaar komen, wat doen die dan precies? Volgens Jacobs, die meerdere burgerraden bijwoonde, moeten de aanwezigen eerst goed met elkaar kennis maken. Ze worden, in kleinere groepen, aan verschillende tafels gezet, samen met een moderator die het gesprek leidt. Vervolgens gaan de deskundigen met kennis van het onderwerp de burgers informeren en kunnen de burgers op hun beurt de deskundigen bevragen. Als dat eenmaal heeft plaatsgevonden, worden alle argumenten en verhalen uitgewisseld.

‘Idealiter komen de deelnemers dan tot een consensus’, zegt Jacobs. Of een compromis: als ze er niet uitkomen, wordt er gestemd over een bepaald voorstel om alsnog overeenstemming te bereiken. Een soortgelijk proces vond plaats tijdens het burgerforum over hervormingen in het kiesstelsel in 2006. Het toenmalige kabinet Balkenende IV deed alleen niets met de adviezen.

In Frankrijk gebeurde dat wél. Toen president Emmanuel Macron een aantal ingrijpende maatregelen aankondigde om de CO2-uitstoot naar beneden te brengen, had hij buiten de inwoners op het platteland gerekend. Veel mensen zijn daar, vanwege de grotere afstanden, afhankelijk van een auto; Macrons accijnzen op benzine raakten hen hard.

Om draagvlak te creëren voor milieumaatregelen – en de opkomende protestbeweging de Gele Hesjes de wind uit de zeilen te nemen – besloot de president het anders te doen. Honderdvijftig gelote burgers kwamen samen om zich te buigen over die ene vraag: hoe kunnen we op sociaal rechtvaardige manier de CO2-uitstoot drastisch beperken? Macron nam, op een paar na, alle burgeradviezen over.

zelf de pot met geld verdelen: de burgerbegroting

In de politiek gaat het om de knikkers. Hoe verdelen we het overheidsbudget, wie krijgt wat? Kiezers krijgen pas echt inzicht wat er op het spel staat, als ze zelf een pot met geld mogen verdelen en het vervolgens mogen besteden. Dit gebeurt in een burgerbegroting. Niet alleen voorstellen en argumenten vliegen over tafel, maar ook bedragen.

Jacobs was als waarnemer en onderzoeker bij diverse burgerbegrotingsbijeenkomsten, zoals in  Duiven en Amsterdam. In sommige gevallen werden er zelfs pokerfiches gebruikt en gegeven aan personen. ‘Dan gaan ze letterlijk de taart verdelen. Elk fiche staat voor een taartpunt, ter waarde van, laten we zeggen, 5.000 euro.’ Volgens de politicoloog zorgt dat voor een heel verrassende dynamiek.

Het gaat overigens niet altijd over besteden, maar ook over bezuinigen: ‘Dan moeten er heel ingrijpende keuzes worden gemaakt.’ Net als bij de burgerraad is ook hier weer de vraag: wie komt er naartoe? Hoe zorg je ervoor dat je een goede afspiegeling hebt van de burgerbevolking?

Er zijn inmiddels ook niet-fysieke initiatieven. Digitale burgerbegrotingen of buurtbewoners die met elkaar 200.000 euro mogen besteden voor projecten in de wijk. Het idee is dat deze mensen zelf het beste weten wat er in hun wijk speelt. Maar tegelijkertijd is er ook veel onwetendheid over de kosten van bijvoorbeeld bomen en planten onderhouden. Jacobs: ‘Dan hoor je van deelnemers dat ze zich dat niet realiseerden. Hoe complex zoiets eigenlijk is. Dat besef en inzicht kan de democratie versterken.’