De abortusdiscussie laait in Nederland opnieuw op. Naast diepgewortelde meningen, zijn er ook veel misvattingen over abortus. We zetten er vijf voor je op een rijtje.

Het abortusdebat is terug van weggeweest. De zo zwaarbevochten abortuswet staat plotseling weer ter discussie, en conservatieve partijen kopen reclametijd op bij de Nederlandse publieke omroep.

Mensenrechtenorganisaties zien het recht op een veilige abortus als een kwestie van mensenrechten, omdat het direct in verband staat met ons recht op zelfbeschikking en ons recht op medische zorg. Tegenstanders van abortus kijken vooral naar het recht op leven, en vinden het van groots belang dat elke zwangerschap wordt uitgedragen.

Een ingewikkeld medisch-ethisch debat dus, waarbij de meningen vaak direct gestoeld zijn op persoonlijke levensovertuigingen. Maar naast al die meningen zijn er ook een hoop misvattingen, die door middel van wetenschappelijk onderzoek opgehelderd kunnen worden. Wij zetten zes misverstanden voor jou op een rijtje, die een goede discussie over abortus in de weg staan.

Misvatting 1

Wanneer je abortus in een land verbiedt, vinden er geen abortussen meer plaats

Het lijkt misschien een logische gedachte: als je iets verbiedt, gebeurt het niet meer. Maar voor abortussen gaat dat niet op. De meeste abortussen in de wereld vinden plaats in landen waar de toegang tot abortus zeer beperkt is. 

Wanneer je abortus in een land verbiedt, levert dat niet minder abortussen op, maar meer onveilige abortussen. Vergif, breinaalden en een onsteriele operatietafels; jaarlijks kiezen twintig miljoen mensen met een baarmoeder voor een onveilige abortus. Wereldwijd sterven 47.000 mensen mensen met een baarmoeder aan de directe gevolgen van zo’n onveilige abortus en nog eens vijf miljoen mensen belanden in het ziekenhuis, al dan niet met blijvende schade.

Ook is het niet waar dat wanneer je de abortuswetten van een land aanscherpt, er minder abortussen komen. Nederland heeft met zijn abortuswetgeving de mogelijkheid om een abortus uit te voeren tot 24 weken (in de praktijk 22).  Daarmee heeft Nederland één van de langste termijnen tot wanneer een abortus kan worden uitgevoerd. 

Toch is het abortuscijfer één van de laagste van de wereld. Wereldwijd eindigen één op de vier zwangerschappen in een abortus. In Nederland is dat één op de acht. Ook als we bijvoorbeeld naar ons buurland Frankrijk kijken, waar abortus mag worden uitgevoerd tot en met twaalf weken ligt het abortuscijfer een stuk hoger. Zo ondergaan in Nederland acht op de duizend mensen met een baarmoeder een abortus en in Frankrijk vijftien op de duizend.

Misvatting 2

Mensen die een abortus ondergaan krijgen altijd spijt, en hebben een grotere kans op psychische problemen

Dit is misschien wel een van de meest hardnekkige misvattingen. Er zijn onderzoeken te vinden waarin psychische klachten gelinkt worden aan een abortus. Maar een preciezer Nederlands onderzoek, dat over langere tijd liep en waar rekening werd gehouden met de al bestaande mentale gezondheid en geschiedenis van een proefpersoon, laat zien dat abortus niet als oorzaak valt aan te wijzen.

Wanneer mensen psychische klachten ervaren na een abortus komt dit vaak doordat zij voor de ongewenste zwangerschap al een psychiatrische voorgeschiedenis hadden. Psychische klachten na een abortus worden dus niet zozeer veroorzaakt worden door de medische behandeling, maar door de kwetsbaarheidsfactoren die voor de zwangerschap al speelden.

Een ander recenter onderzoek liet zien dat in 97,5 procent van gevallen mensen hun keuze voor een abortus als de juiste ervaren, ook vijf jaar nadat zij die abortus hebben gehad. Bijna geen mensen ervaren spijt. De meeste mensen ervaren vooral de emotie van opluchting na hun keuze.

Misvatting 3

Abortus volgt altijd na onveilige seks​​​​​​​

Ook dit klopt niet. Twee derde van de Nederlanders die voor een abortus kiezen, hebben een vorm van anticonceptie gebruikt. Het is dus niet waar dat iedereen die voor een abortus kiest, zwanger is geraakt door onveilige seks. Geen enkele anticonceptiemethode biedt immers honderd procent bescherming tegen een zwangerschap. 

Een condoom kan scheuren of afglijden en een pessarium kan verschuiven. Een grote Amerikaanse studie maakte onderscheid in het gebruik van anticonceptie. Het onderzoek stelde een groep samen die de producten op een normale manier gebruikte. Menselijke fouten mochten bestaan en de anti-conceptie werd soms vergeten. De onderzoekers stelden ook een groep samen die de producten ‘perfect’ gebruikte, altijd, en door zich aan alle voorschriften te houden. Bij het gebruik van condooms werd maar liefst vijf procent van de mensen zwanger binnen het eerste jaar dat ze condooms ‘perfect’ gebruikten als anticonceptiemiddel en 21 procent bij ‘typical use’.

Doorgaans staat de pil aangeschreven als een heel betrouwbaar anticonceptiemiddel, maar hij kan worden vergeten en hij werkt een stuk minder goed als je ziek bent. De hormonen moeten namelijk opgenomen worden via je maagdarmkanaal en wanneer je overgeeft of diarree hebt, kan dat mis gaan. Bij imperfect gebruik van de pil werd negen procent van de mensen met een baarmoeder zwanger, bij perfect gebruik 0.3 procent.

Misvatting 4

Abortus is in Nederland niet meer strafbaar

In Nederland staat abortus nog steeds in het wetboek van strafrecht. Dit betekent dat het officieel nog steeds als misdrijf wordt gezien. 36 jaar geleden is de Wet Afbreken Zwangerschap (wafz) opgesteld die een uitzondering maakt op het Wetboek van Strafrecht. Deze wet zorgt ervoor dat een abortus in Nederland mag worden uitgevoerd onder enkele belangrijke voorwaarden. 

Zo is het per wet opgenomen dat die zwangerschap niet eerder mag worden afgebroken dan op de zesde dag dat het zwangere persoon de arts bezoekt. Een abortus is alleen legaal wanneer deze wordt uitgevoerd binnen bepaalde klinieken en ziekenhuizen die door het Ministerie van VWS zijn aangewezen.

Dat abortus nog altijd in het Wetboek van Strafrecht staat, blijft niet zonder gevolgen. Afgelopen april, tijdens de coronapiek drong Amnesty International er bij de Europese regeringen op aan de coronacrisis niet te gebruiken om het abortusrecht in te perken. In veel landen sloten de abortusklinieken, omdat het niet werd gezien als medisch noodzakelijke zorg. 

In Nederland bleven de abortusklinieken open, maar omdat volgens de wet de behandeling alleen in aangewezen ziekenhuizen en klinieken mag plaatsvinden, waren er zwangere mensen die geen, of verlaat, pas een abortus konden krijgen. Door een quarantaine noodgedwongen moesten ze immers soms noodgedwongen thuisblijven. In andere landen, zoals Frankrijk, werd dit probleem opgelost door de abortuspil bij mensen thuis te bezorgen.

Misvatting 5

De vijf dagen bedenktermijn helpt zwangere mensen om een zorgvuldige keuze te maken

Volgens de wet moet iemand die bij een arts komt omdat ze een zwangerschap wil afbreken verplicht vijf dagen nadenken voordat ze de behandeling ondergaat. Deze bedenktermijn is ingesteld zodat zwangere mensen een zorgvuldige keuze kunnen maken. 

Maar werkt de bedenktermijn? Nee. In de wetsevaluatie van dit jaar, een onderzoek waarbij zowel patiënt als arts wordt gehoord, kwam naar voren dat de bedenktermijn vooral als beklemmend wordt ervaren. 

Ook zonder deze de verplichte bedenktijd wordt de keuze weloverwogen genomen. In de wetsevaluatie werd dan ook geadviseerd om de wettelijke vijf dagen bedenktijd los te laten. Als de bedenktermijn zou worden losgelaten betekent dat niet dat mensen niet meer nadenken over die beslissing. Hetzelfde onderzoek wees uit dat veel zwangere mensen nu al een tijd nadenken voordat ze naar een arts gaan.