Iedereen wil zo lang mogelijk gezond leven. Maar wat gebeurt er met de maatschappij als we allemaal stokoud kunnen worden?

Op dit moment is de oudste, levende mens ter wereld Kane Tanaka. Ze werd geboren in Japan in 1903, en is vandaag 118 jaar. Maar de kans is groot dat over enkele decennia dit soort leeftijden lang niet meer zo uitzonderlijk zullen zijn. De eerste persoon die 150 zal worden is waarschijnlijk al geboren.

Tussen 1870 en nu is de gemiddelde leeftijdsverwachting van mensen wereldwijd van 30 naar 73 jaar gestegen. In Nederland ligt de levensverwachting zelfs tussen de 80 en 83. Als deze trend doorzet, is het aan het einde van deze eeuw heel normaal om iemands 120ste verjaardag te vieren.

Dankzij revoluties in de geneeskunde kunnen mensen steeds ouder worden. In Medicijnen van morgen laat Tegenlicht zien hoe onze kennis van eiwitten tot doorbraken in de geneeskunde kan leiden. De medicijnen van de toekomst zouden verouderingsprocessen kunnen verlangzamen, ons langer gezond houden, onze levensverwachting nog verder verlengen en ons verlossen van etterende ouderdomskwalen.

Artsen en wetenschappers worden natuurlijk dolenthousiast van dit soort innovaties. Maar wat gebeurt er met een maatschappij waarin iedereen twee keer zo lang leeft als nu? Moeten we die extra jaren vullen met dezelfde fulltime baan? En hoe ziet een samenleving eruit waarin kinderen steeds ‘zeldzamer’ worden? 
 

de eerste persoon die 150 wordt is waarschijnlijk al geboren

Honderd jaar lang werken

Vanaf 2025 zal de pensioenleeftijd in Nederland meestijgen met de levensverwachting. Voor elk jaar dat we gemiddeld langer leven, zal de pensioenleeftijd met acht maanden stijgen. Dat is besloten in het pensioenakkoord van 2019. Dat betekent dat in 2050 de pensioenleeftijd rond de 71 zal liggen. 

Volstaat dit tempo wel als het aantal gepensioneerden sneller groeit dan het aantal werkenden? Volgens het NIDI zal tegen 2050 een tiende van de bevolking tachtig jaar of ouder zijn. Tegelijkertijd is het geboortecijfer in Nederland al twintig jaar gestaag aan het dalen. Hoewel de wereldbevolking nog altijd groeit met 140 mensen per minuut, zal deze aan het eind van de eeuw beginnen te krimpen omdat er per vrouw steeds minder kinderen worden geboren. In Nederland krijgen mensen op steeds latere leeftijd kinderen, en zelden meer dan twee. Bovendien kiezen steeds meer mensen ervoor om helemaal geen kinderen te krijgen. 

Kijken we nog verder in de toekomst, dan zien we dat in 2100 er wereldwijd twee keer zoveel tachtigplussers zullen zijn dan kinderen onder de vijf. Dat berekende biostatisticus en hoogleraar Stein Emil Vollset met het Institute for Health Metrics and Evaluation. De bevolkingspiramide met een basis van veel jongeren en een topje, bestaande uit weinig ouderen, is zich ondersteboven aan het keren.

in 2100 zijn er dubbel zoveel 80-plussers als kinderen onder de vijf

Hoe houdt dat een systeem waarin de beroepsbevolking de verzorgingsstaat onderhoudt, in stand? En als de schaarse jonge bevolking zich al uit de naad moet werken om kapitaal te genereren en belasting te betalen voor de pensionado’s, wie gaat hen dan verzorgen? Volgens de Sociaal-Economische raad zal in 2040 10 procent van de Nederlandse bevolking in de zorg moeten werken

Nu al wordt in Nederland de verhouding tussen de hoeveelheid mensen die wel en niet werken, steeds schever: 46 procent tegenover 54 procent respectievelijk. Als huidige trends doorzetten, daalt dit naar 44 tot 41 procent werkenden in 2050. Het NIDI adviseerde daarom dat toekomstige kabinetten vrouwen, migranten en ouderen moeten stimuleren om vaker en langer te werken. Daar stellen de eiwitmedicijnen van de toekomst ons ook toe in staat, als we de belofte mogen geloven dat we langere tijd vitaal zullen blijven. Het is de prijs die we betalen voor een absurd lang leven: het grootste deel ervan zullen we moeten doorbrengen op ons werk.

Een wereld zonder kinderen

Op den duur zullen Westerse landen gaan concurreren om migranten uit Afrika, het jongste continent, om aan hun eigen arbeidsvraag te voldoen. De vraag is of dat positief zal uitpakken voor de mensen in kwestie en de economie op het Afrikaanse continent. Bovendien zijn er aanwijzingen dat ook daar dankzij investeringen in onderwijs voor vrouwen de geboorteaantallen langzaam afnemen en de gemiddelde leeftijd stijgt. 

Tegelijkertijd zullen landen met te lage geboortecijfers misschien campagnes beginnen om hun volk weer aan het baren te krijgen. Hoe succesvol dat gaat zijn is onzeker, zolang er niks verandert binnen het huidige economische systeem. Een extreem voorbeeld van een land met een laag geboortegetal is Taiwan, waar de teller staat op een kind per vrouw. Een oorzaak daarvan is dat vrouwen daar vaker hoogopgeleid zijn en kiezen om zich te focussen op hun carrière en geen gezin te stichten, maar dat hangt samen met het feit dat de afgelopen decennia het leven in Taiwan steeds duurder is geworden, zonder dat de lonen evenredig meestijgen.

Als mensen dubbel zo oud worden, langer fit blijven en langer werken, willen ze ook langer op zichzelf blijven wonen. Dat maakt woningen alleen maar schaarser, en daarmee duurder. Volgens een Amerikaanse studie dalen geboortecijfers het snelst op plekken waar de huurprijzen het snelst stijgen. En hoe minder kinderen er zijn, hoe minder reden voor de vrije sector om gezinswoningen te bouwen. Daardoor worden die nog schaarser, en zullen mensen nog minder snel kinderen nemen omdat ze in hun studio’s of appartementen geen plek hebben voor een kind. Laat staan twee. 

Westerse landen zullen concurreren om jonge migranten uit Afrika

Vervolgens kom je in een neerwaartse spiraal terecht. We zien nu al in Nederland dat sociale voorzieningen voor kinderen en jongeren al jaren afbrokkelen. De Groene Amsterdammer beschreef onlangs hoe de afgelopen 25 jaar 1410 basisscholen moesten sluiten en het aantal bibliotheken in tien jaar met 28 procent afnam. Ook daalt het budget voor de jeugdzorg, terwijl meer jongeren de zorg juist nodig hebben. In 2015 moest Sesamstraat op TV plaatsmaken voor het programma Tijd voor Max. Daarbovenop blijft het lerarentekort in de grote steden toenemen, en zijn de docenten voor de klas vaak (nog) niet bevoegd. 

Door de eiwitrevolutie blijven we langer volwassen, maar het maakt de periode waarin we kind zijn niet per se langer. Het aandeel jonge mensen in de wereld wordt net zo klein als de periode van een mensenleven die het jong-zijn in beslag neemt. Van een 150 jaar lang leven, is de jeugd slechts een kort fragment, evenals het ouderschap, terwijl het ‘oud’ zijn een veel groter tijdsbestek overspant. De laatste 18 jaar van je leven mag je wel stemmen, maar de eerste 18 jaar niet. En zo verdwijnt het kind, naarmate het leven langer wordt, naar de marges van de samenleving. 

Stokoud, steenrijk en slecht voor het milieu

Als mensen ouder worden, betekent dat logischerwijs dat politieke en economische macht zich binnen nog oudere leeftijdsgroepen concentreert. Carrières ontwikkelen zich over tijd, waardoor de hoogste functies binnen de politiek en bedrijven vaak worden bekleed door relatief oudere mensen. Mensen in de aandelenwereld zeggen altijd: tijd is het kostbaarste wat je hebt. Zo werkt rente. Het geld hoopt zich op naarmate de tijd verstrijkt. Ouderen hebben over het algemeen meer tijd gehad om te sparen, pensioenvermogen op te bouwen en hypotheekschulden af te lossen, volgens het CPB. Dat geldt overigens vooral voor de hogere inkomensklassen. Als je minder hebt, vermenigvuldigt het zich ook minder snel.

Bovendien verlaagt armoede de levensverwachting, door een combinatie van stressfactoren en een minder gezonde levensstijl. Nu al leven rijke mensen gemiddeld tien jaar langer en gezonder dan arme mensen. Als deze ongelijkheid stand houdt, terwijl de potentiële levensduur toeneemt, worden de rijke ouderen nog ouder en daardoor nog rijker.

Dat is ook niet best voor het klimaat. Hoe ouder een persoon wordt, hoe meer ruimte hij inneemt en hoe meer grondstoffen en energie hij verbruikt. Dat concludeerden statistici van Harvard University en het Max Planck Instituut. Kinderen daarentegen hoeven minder te eten, rijden geen auto en hebben weinig bezittingen die een beroep doen op de grondstoffen. Bovendien hebben ouderen meer behoefte aan airconditioning, zeker op een warmere planeet. En als de energieprijzen stijgen, heeft juist deze groep het budget om de kosten te drukken.

Dat mensen geen kinderen meer willen krijgen vanwege het klimaat is eigenlijk onlogisch. Ze kunnen er veel beter voor kiezen om zelf minder oud te worden. 

Is dit wat we willen?

In ‘Medicijnen van morgen’ vertelt hoogleraar gerontologie Andrea Maier dat de veroudering van het menselijk lichaam in zekere zin een ‘eiwitprobleem’ is. Momenteel onderzoekt ze medicijnen die veroudering tegengaan, omdat ze het ziet als een ziekte. We kunnen volgens haar in de toekomst zelfs de consequenties van veroudering terugdraaien.

Maar wat is de prijs die we daar als samenleving voor betalen? Willen we wel 150 worden als we al die tijd op ons werk moeten doorbrengen, en de wereld om ons heen uit alleen maar saaie volwassenen en ouderen bestaat?