Bijna alle Kamerleden hebben een HBO of WO-diploma. Het is tijd voor meer vertegenwoordigende praktisch opgeleiden in de Tweede Kamer. Want: academici zijn helemaal niet automatisch beter in regeren.

Het leven is vol van dingen die we zo normaal zijn gaan vinden dat we er niet eens meer over nadenken. Dingen die eigenlijk nergens op slaan, maar waar we zo aan gewend zijn dat we het ons niet anders voor kunnen stellen. De samenstelling van de Tweede Kamer, bijvoorbeeld. 

Ja Nederland, het wordt tijd dat we het eens gaan hebben over evenredige vertegenwoordiging.

Iedereen vertegenwoordigd?

Iedere verkiezingscyclus weer krijgt de diversiteit van de Tweede Kamer volop aandacht. Hoeveel vrouwen, hoeveel mannen? Hoe zit het met de culturele achtergrond van de Kamerleden? Wordt het platteland ondervertegenwoordigd ten opzichte van de stad?

Hartstikke mooi natuurlijk. Het idee erachter is eenvoudig: evenredige vertegenwoordiging levert betere politiek op. Zo wijst onderzoek uit dat vrouwelijke Kamerleden met een migratieachtergrond vaker onderwerpen op de agenda zetten die vrouwen met een migratieachtergrond aangaan. 

Een weinig verrassende uitkomst misschien, maar feit is dat zonder die Kamerleden, die onderwerpen veel minder vaak aan bod zouden komen in onze politieke arena. Goed dus voor de democratie dat die vrouwen in het parlement zitten. Zo simpel is het. 

Maar tegelijkertijd hebben we op het gebied van evenredige vertegenwoordiging in het parlement één gigantische blinde vlek. Als de NOS bijvoorbeeld een uitgebreide analyse maakt van geslacht, achtergrond en afkomst van de kandidatenlijsten voor 2021, dan ontbreekt in die vergelijking een belangrijke categorie die de meeste lezers niet missen. 

It’s the education, stupid

Bestuurskundige en onderzoeker Mark Bovens van de Universiteit Utrecht heeft wél zicht op deze blinde vlek. Hem zou direct opvallen dat het opleidingsniveau van de kandidaten nergens genoemd wordt. En dat terwijl opleiding in veel opzichten de allesbepalende scheidslijn is waarlangs onze maatschappij zich in tweeën splitst. Een kloof die al onze andere kloofjes doet verbleken. 

Bovens maakt zich hier zorgen over. Volgens hem is ons land verworden tot wat hij met zijn co-auteur Anchrit Wille een ‘diplomademocratie’ noemt, waarin de Tweede Kamer compleet gedomineerd wordt door theoretisch opgeleiden, en daarmee haar functie verliest. ‘De Kamer is in de eerste plaats een volksvertegenwoordiging en moet dus ook een afspiegeling zijn van van het volk. En burgers moeten zich ook kunnen herkennen in de volksvertegenwoordiging,’ vindt hij.

'De Kamer is een volksvertegenwoordiging en moet dus ook een afspiegeling zijn van van het volk'

Scheefgroei

Juist die herkenning, daar is het enorm scheef gegroeid de afgelopen decennia. Waar in de jaren tussen 1918 en 1970 het aandeel academici in de Kamer tussen de 40 en 50 procent schommelde, gaat de trend de laatste jaren gestaag één kant op: in de richting van steeds meer academici.
 
In het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken rekenden Marcel Ham en Jan van Dam het allemaal na voor de kandidatenlijsten van de Tweede Kamer voor de verkiezingen van 2021. Hun conclusie: de opmars van de academici is onstuitbaar. In de huidige kamer heeft 90 procent een HBO of academische opleiding. Als de peilingen ongeveer kloppen, dan loopt dat percentage in de nieuwe Tweede Kamer op naar 92 procent.

De meritocratie kruipt waar het niet gaan kan

Maar, zal uw ongetwijfeld theoretisch opgeleide intuïtie u influisteren, is het eigenlijk niet veel beter voor de kwaliteit van het beleid dat er goed opgeleide mensen in de Tweede Kamer zitten?
 
Daar maakt Bovens alleen al op principiële gronden gehakt van: ‘Het hebben van het academisch diploma maakt je niet geschikter om te bepalen wat de koers van het land moet zijn. Waar het naartoe moet met Nederland is een kwestie van keuzes maken, en keuzes zijn een kwestie van botsende waarden. Wetenschap gaat je daar niet bij helpen.’ 
 
Volgens Bovens zijn meritocratische beginselen best nuttig in het onderwijs, de wetenschap, de sport, en de ambtenarij. Daar wil je graag dat mensen met de meeste expertise ook de baas zijn. Maar de meritocratie past niet bij de Tweede Kamer.
 
‘De meritocratie is te veel doorgedrongen in terreinen van de maatschappij waar die eigenlijk niet thuishoort. In de volksvertegenwoordiging is het niet belangrijk of je expert bent; of je heel veel verstand van techniek hebt. Het is niet per se rechtvaardig dat mensen met veel aanleg in alle opzichten aan het langste eind trekken. Dat is eigenlijk net zo onrechtvaardig als dat mensen met een aristocratische afkomst overal aan het langste eind zouden trekken.’

‘De meritocratie is te veel doorgedrongen in terreinen waar die eigenlijk niet thuishoort'

Ok. Dus wat nu?

Hoogste tijd dus voor een meer representatieve samenstelling van de Kamer. En nee, dat is geen reden om je theoretisch opgeleide hoofd te breken over alle mogelijke problemen die dat zou opleveren. Nederland verandert met meer MBO’ers in de Kamer heus niet meteen in een puinhoop. Maar misschien vindt u het wel geruststellend dan, dat er ook wetenschappelijk bewijs voor is.

De Amerikaanse onderzoekers Nicholas Carnes en Noam Lupu constateren in hun onderzoek ‘What Good Is a College Degree? Education and Leader Quality Reconsidered’ dat over een breed palet van afgevaardigden, universitair geschoolde leiders ongeveer hetzelfde of zelfs slechter presteren dan leiders met een ‘lagere’ formele opleiding. Politici met een bul zorgen niet voor meer welvaart, krijgen niet meer wetten er doorheen, en zijn niet minder corrupt dan praktisch geschoolde politici.

Om de Kamer echt te veranderen, hebben partijen volgens Bovens duidelijk een rol te spelen, door kritischer naar hun eigen kandidatenlijsten te kijken. ‘Politieke partijen kunnen hier zeker wat aan doen. Het is natuurlijk niet vanzelfsprekend dat je alleen maar academici op je kandidatenlijst hebt staan. Dus daar kun je veel meer werk van maken. Maar dan moeten de partijen niet in de gebruikelijke vijver vissen.’

'Universitair geschoolde leiders presteren ongeveer hetzelfde of zelfs slechter dan leiders met een ‘lagere’ formele opleiding'

Stem een praktisch geschoolde de Kamer in

Die moeite hebben de meeste partijen dit jaar niet gedaan. Onderzoekers Jan van Dam en Marcel Ham kwamen slechts tot een handjevol MBO’ers op de lijsten. Dus de vraag die u zich wellicht ook zou kunnen stellen voor de komende verkiezingen is: wil ik meer of minder academici in de Kamer?

En als u die vraag met ‘minder, minder’ beantwoordt, dan hebben wij op basis van het voorwerk van Marcel Ham en Jan van Dam een uitgebreide gids per partij (op volgorde van grootte). Voor wie meer mensen met praktische opleiding, inzichten en ervaringen de Kamer in wil stemmen.

VVD

Staat in de peilingen op: 38

Een ongelofelijk meritocratisch pareltje, de lijst van de VDD. Maar liefst 33 van de eerste 38 zijn universitair opgeleid. Op geen van de verkiesbare plekken staan MBO’ers.

Advies:
Is eigenlijk niet te geven. Maar vooruit:
15. Zohair El Yassini
Hij is de eerste HBO’er op de lijst.

PVV

Staat in de peilingen op: 19

Bij de PVV staat een praktisch opgeleide kandidaat het hoogst op de lijst: Geert Wilders zelf heeft een HAVO opleiding afgerond en een kaderopleiding gedaan waarvan het niveau niet helemaal duidelijk is, maar die waarschijnlijk richting MBO gaat.

Advies:
4. Leon de Jong
Hij deed MBO detailhandel marketing en begon zijn carrière als verkoper in het warenhuis van de geel-zwart gestreepte insecten. 

Alternatief advies voor een voorkeursstem:
23. Nicole Moinat, wijkziekenverzorgende uit Purmerend.
Dit is de eerste praktisch opgeleide kandidaat op een plek die waarschijnlijk niet in de Kamer komt zonder voorkeursstemmen.

CDA

Staat in de peilingen op: 17

Iedereen op een verkiesbare plek op de CDA-lijst is theoretisch opgeleid. Niet allemaal academici, maar wel heel veel. De eerste HBO’er op de lijst vinden we op een goed verkiesbare tiende plek. Maar het feit dat je naar HBO’ers moet zoeken zegt natuurlijk al veel.

Advies:
10. Lucille Werner
Werner is de eerste HBO’er. Tevens de enige kandidaat met praktische ervaring in Lingo presenteren.

D66

Staat in de peilingen op: 15

De eerste 14 op de lijst van D66 zijn stuk voor stuk universitair opgeleid. 

Advies: 
15. Wieke Paulusma.
Bij gebrek aan MBO’ers dan maar de eerste HBO’er op de lijst. Paulusma deed HBO Verpleegkunde. En het is tenminste wel iemand met ervaring als verpleegkundige in de Groningse thuiszorg.

PvdA

Staat in de peilingen op: 13

Bij de PvdA zijn de eerste 15 op de lijst zonder uitzondering theoretisch opgeleid, en vrijwel allemaal academici. Habtamu de Hoop op plek 9 is de eerste HBO’er in de lijst. 

Advies: 
25. Alptekin Akdoğan
Dit lijkt op basis van de recente peilingen een onverkiesbare plek, dus dan zouden voorkeursstemmen de doorslag moeten geven voor Akdoğan. Hij is een echte zij-instromer in de politiek. Ging na de HAVO aan de slag bij NS service en veiligheid en werd actief als lid van de centrale ondernemingsraad en stakingsleider.

GroenLinks

Staat in de peilingen op: 11

Groenlinks heeft op het randje van de verkiesbare plekken de eerste (vermoedelijke) MBO’er op de lijst. Verder is de partij vergelijkbaar met partijen als PvdA en D66, die alleen HBO’ers en academici opgesteld hebben.

Advies:
11. April Ranshuijsen 
April heeft een kaderopleiding theater en regie, waarschijnlijk op MBO-niveau gedaan en is verder erg actief geweest als activist voor mensen met een beperking.

Alternatief advies voor een voorkeursstem:
13. Andrew Harijgens 
Hij heeft weliswaar een universitaire graad maar komt vanaf de fabrieksvloer. Hij begon na de middelbare school met werken in een metaalfabriek. Hij behaalde pas later zijn universitaire graad op de Open Universiteit, en kwam via de vakbondsschool terecht bij GroenLinks.

SP

Staat in de peilingen op: 10

De SP lijkt van alle partijen evenredige vertegenwoordiging het meest serieus te nemen als het om opleiding gaat. Er staan zowaar twee praktisch opgeleide politici bij de eerste 15 van hun lijst. Wel op plaatsen 11 en 14, dus dan moet de electorale wind wel meezitten. 

Advies: 
11. Sunita Biharie
Biharie deed de MBO opleiding SPW woonbegeleiding en werkte in de jeugdzorg voor ze politiek actief werd.

Alternatief advies voor een voorkeursstem:
14. Murat Memiş
In de peilingen lijkt 14 zetels lastig te worden voor de SP, dus moet Memiş het van voorkeursstemmen hebben. Hij heeft MBO-opleidingen gedaan op het gebied van elektrotechniek en ondernemend management, en is daarna aan het werk gegaan als zelfstandig ondernemer.

ChristenUnie

Staat in de peilingen op: 6

De eerste 6 op hun lijst zijn allemaal universitair opgeleid.

Advies: 
Geen advies mogelijk. 

Partij voor de Dieren

Staat in de peilingen op: 6

De top van de lijst van PvdD is een theoretisch opgeleid bolwerk, 6 van de eerste 7 hebben op de universiteit rondgelopen. 

Ons advies:
3. Leonie Vestering is de enige HBO’er op de lijst.

Forum voor Democratie

Staat in de peilingen op: 4

Opvallend voor een partij waar toch een Leids conservatief-academische zweem omheen hangt, is dat op de vierde plek zowaar een MBO’er staat. Wel eentje die al heel lang in de (al dan niet lokale) politiek meedraait.

Advies:
4. Hans Smolders
Smolders, bij velen bekend als de chauffeur van Pim Fortuyn die zijn moordenaar achtervolgde en hielp inrekenen, deed LTS en LEAO opleiding koeltechniek (opleidingen die tegenwoordig vallen onder MBO niveau).

50+

Staat in de peilingen op: 3

Hier zijn de eerste 6 theoretisch opgeleid, maar niet allemaal universitair geschoold. 2 van de eerste zijn zijn HBO’ers.

Advies:
1. Liane den Haan
Een praktisch opgeleid iemand is het natuurlijk niet, maar de hoogste HBO’er van de lijst staat in ieder geval wel meteen bovenaan.

SGP

Staat in de peilingen op: 3

De eerste 6 op de lijst zijn allemaal universitair geschoolde mannen.

Advies:
Geen advies mogelijk.

DENK

Staat in de peilingen op: 2

What’s in a name? Bij DENK zijn de eerste 6 allemaal universitair opgeleid. 

Advies: 
Geen advies mogelijk.