Dankzij de groeiende Chinese economie zou de renminbi wel eens de nieuwe wereldreservemunt kunnen worden. Dat baart journalist Maarten Schinkel zorgen. ‘China krijgt dan heel veel invloed, terwijl het geen democratie is.'

Maarten schinkel, economie­redacteur bij NRC Handelsblad, kijkt in de VPRO Tegenlicht-aflevering ‘De Chinese dollar’ naar het toenemende belang van de Chinese munt in de wereldeconomie. Afgelopen jaar werd in Shanghai de eerste termijnbeurs voor olie geopend – niet in dollars, maar in Chinese renminbi (dit is de algemene term voor de valuta; als het om de munt gaat, wordt de naam yuan gebruikt). 

Een teken aan de wand, aldus Schinkel. ‘Olie wordt altijd verhandeld in dollars. Dat is de wereldwijde reservemunt, de valuta waar de wereld vertrouwen in heeft en die daardoor altijd zijn waarde houdt. Maar als je olie kunt kopen met renminbi, dan betekent dat ook dat er verkopers in de wereld zijn die die renminbi hun handen krijgen en ze gaan uitgeven. De munt gaat doorsijpelen in het systeem. Ook al is dat nog beperkt, het is wel een symbolische stap. China wil een eigen reservemunt hebben.’

Wie bepaalt wat wel of niet de wereld­reservemunt is? 

‘Dat doet niemand, dat bepaalt de markt. Als meer mensen gaan handelen met een bepaalde munt zullen overheden daar meer reserves van gaan aanhouden, en hoe meer ze dat doen, des te meer zullen ze die ook gebruiken voor handel. Het is dus een systeem dat zichzelf versterkt.’

'China is bezig met het vergroten van de invloed in de wereld. Zie hoe ze hun culturele waarden exporteren.'

Maarten Schinkel

Wat is het voordeel als de wereld jouw munt gebruikt?

‘Als iemand uit Nigeria een Ford wil importeren uit Amerika, dan betaalt hij in keiharde dollars. Maar als iemand uit Amerika iets wil importeren uit Nigeria, dan doet hij dat óók in dollars. Die Amerikaan heeft een veel kleiner wisselkoersrisico, want hij rekent af in zijn eigen munt. Je kunt wereldwijd ook betalen in euro’s, yens, of Britse ponden, maar de dollar is absoluut het belangrijkst. Een tweede voordeel is dat je internationaal kunt lenen in je eigen valuta, zonder wisselkoersrisico of rente­risico. Om het een beetje kort door de bocht uit te drukken: je kunt vrijuit je eigen bankbiljetten drukken.’

Omdat het niet leidt tot inflatie?

‘Ja, de waarde blijft toch wel bestaan. Je kunt dus tot op zekere hoogte straffeloos uitgeven, zonder dat de koers verandert. Het overheidstekort van de VS is maar liefst zes procent van het bruto binnenlands product. Tijdens een hoogconjuctuur! Dat is ongehoord. Dat kan doordat de VS alles op krediet kan kopen, de wereld accepteert dat toch wel. Denk aan de petrodollars. In de jaren zeventig, toen de olieprijzen verveelvoudigden, ging de VS de olie van Saoedi-Arabië afrekenen in dollars. Die werden uiteindelijk weer besteed of belegd in de VS, waardoor de rente van Amerikaanse banken heel laag bleef. Die hegemonie van de dollar, dat is nu precies waar China iets aan wil doen.’

Omdat ze ook die voordelen willen?

‘Ja, maar ook omdat ze vinden dat dit bij een wereldmacht hoort. Alles in het Chinese beleid is erop gericht om China in het jaar 2049, een eeuw na de revolutie van Mao, weer in zijn oude glorie te herstellen. Dan willen ze een grootmacht zijn, in de handel, met hun leger, in de wetenschap en op cultureel gebied. En tot slot in de financiële wereld. Daar werken ze naartoe. Ze willen dat hun munt een wereldwijde reservemunt is.

Denk je dat ze erin zullen slagen?

‘Er zijn veel meer Chinezen dan Amerikanen, dus ja, wanneer alle Chinezen een middeninkomen hebben, zal hun economie twee of drie keer zo groot zijn als de Amerikaanse. Dan wordt het onvermijdelijk dat hun munt een dollarachtige rol zal spelen. Ook al zal er nog veel moeten veranderen, want er moet wel aan een paar voorwaarden worden voldaan. Zo moet iedereen in de wereld wel die munt kunnen krijgen. En de Chinese economie zal veel opener moeten worden.’

Toch stelt de renminbi op dit moment nog amper iets voor.

‘In de negentiende eeuw was het pond sterling de reservemunt. Zelfs toen de Amerikaanse economie de Britse voorbijstreefde, rond 1870, bleef dat zo. De hele wereldhandel werd afgerekend in ponden. Maar doordat het vertrouwen in de dollar groeide, en door de schokken van de twee wereldoorlogen en de Grote Depressie, werd de positie van het pond uitgehold. Toch werd de dollar pas in 1944 echt de wereldwijde reservemunt. Het monetaire systeem dat in 1944 in Bretton Woods werd opgetuigd was de laatste stap. Toen werd de wereldeconomie vastgeklonken aan de dollar. We zien nu eenzelfde verandering. Stapje voor stapje wil China toewerken naar een reservemunt.’

'De wereld gaat ingrijpend veranderen. China zal heel veel invloed krijgen, terwijl het geen democratie is.'

Maarten Schinkel

Is het Chinese systeem niet enorm kwetsbaar? Kijk naar het milieu, de sociale ontwrichting, de corruptie. Gaat zo’n centraal geleide economie niet een keer vastlopen? En blijven mensen dan nog luisteren naar hun leiders?

‘Dat is een goede vraag, maar we wachten al jaren op de grote klap en er gebeurt niets. En al gebeurt het, dan nog hoeft dat niet de trend te stoppen. Ook in de VS waren er afschuwelijke recessies, eind negentiende eeuw, waarbij de economie soms met tien procent kromp. Dat hoort bij opkomende economieën. Als dit politieke bestel blijft bestaan, zie ik geen echte reden om te twijfelen aan de houdbaarheid van de groei in China.’

Waarom baart die opkomst van China je zorgen?

‘We hebben nu ook een hegemoon in de wereld, de VS, en daar zitten ook kwalijke kanten aan. Maar die hegemoon is wel een vrije democratie. De hegemoon van de toekomst is dat niet. Chinakenners zeggen soms dat China niet is geïnteresseerd in invloed in de wereld, en dan hebben ze het altijd over die admiraal uit de vijftiende eeuw die de wereldzeeën bevoer maar uiteindelijk al zijn plannen in de la moest stoppen. Ik geloof daar niks van. China is wel degelijk heel bewust bezig met het vergroten van de invloed in de wereld. Zie de gebiedsuitbreiding in de Zuid-Chinese Zee. Zie hoe China aast op Taiwan. Zie hoe ze hun culturele waarden exporteren. Zie ook de Nieuwe Zijderoute, het handelsinitiatief dat ze in 2013 hebben gelanceerd.’

Wat is dat voor initiatief?

‘China wil de afzet van zijn producten veiligstellen en de verbindingen in heel Eurazië verbeteren. Daar is hun hele ontwikkelingsstrategie op gericht. Internationaal noemen ze hun initiatief Belt and Road, Gordel en Weg, waarbij ze verschillende regio’s met elkaar willen verbinden. We vergeten het soms, maar we zitten met China op één continent. We zitten aan elkaar vast. China wil het middelpunt 
worden van dit continent en doet daarvoor enorme investeringen in havens, spoorlijnen, snelwegen, fabrieken en andere infrastructuur, van Zuid-Oost-Azië, via Rusland en het Midden-Oosten naar Europa.’

Meer handel is voor iedereen beter, toch?

‘Het is meer dan alleen handel. Handel gaat altijd samen met culturele invloed. Kijk in Oost-Europa: als China daar investeert, dan is dat bedoeld om de regio los te weken van de EU. En wat moet zo’n Hongaarse regering als de Chinezen naar Boedapest komen en grote investeringen aanbieden? Natuurlijk zegt zo’n regering ja. Van hen uit gezien is dat heel logisch. Zoals een Nederlandse schaatscoach ook ja zegt tegen een mooi gezamenlijk project als ze uit Peking met een ploeg jonge schaatsers op bezoek komen in Thialf. Dat is heel begrijpelijk, ook al hebben wij geen enkele kans meer tegen al die Chinezen als ze echt op stoom komen in het schaatsen. Het is mooi om van elkaar te leren, en handel te drijven, ik ben voor een open wereld. Maar de vraag is: is het wederkerig?’

U denkt van niet.

‘Precies, ik betwijfel dat. De wereld gaat ingrijpend veranderen. China zal heel veel invloed krijgen, terwijl het geen democratie is. Integendeel, de leider heeft net voor elkaar gekregen dat hij onbeperkt aan de macht mag blijven en hij heeft een enorme persoonlijkheidscultus in gang gezet. Het is een macht waarover ik me wel degelijk zorgen maak.’