Op een graafmachine springen om de kap van vijftien bomen tegen te houden? In Maastricht gebeurde het. Maar als het over bomenkap en ontbossing gaat, lopen de emoties inmiddels overál in het land hoog op. Moeten we niet veel zorgvuldiger omgaan met onze natuur? Of wat daar van over is?

Het staat centraal in onze eerste uitzending van het komende seizoen: de waarde en noodzaak van onze oeroude bossen. De bossen maken de aarde en het klimaat leefbaar en stimuleren biodiversiteit. Toch blijven we ze op grote schaal kappen. Hoe beschermen we onze bomen, en wat kunnen we van ze leren? 

Als kind klom ik graag over het imposante hek dat de toegang markeerde tot een bos niet ver van Breda. Met mijn vriendjes en vriendinnetjes schuilde ik in de boomhut voor de regen. Menig kinderfeestje eindigde in een speurtocht langs de bomen die in mijn beleving een ondoordringbaar woud vormden. 

Ruim twintig jaar later is dat bos is niet meer. De bomen zijn gekapt ten faveure van een bungalowpark. Het doet verdriet om de kaalslag te zien op een plek waar ik nooit meer zal komen.

Gelukkig staat de zogenoemde Wilhelmina-eik in de middenberm van de A27 nog fier overeind. Die spaarzame keren dat ik over het viaduct fiets, kijk ik ernaar. De troeteleik is een legende in de omgeving, want hij staat op historische grond. De boom stond op het Landgoed Anneville, waar koningin Wilhelmina een poosje verbleef in bevrijd Zuid-Nederland. Maar ook hier hangt een mogelijke kap al jaren als een donkere wolk boven de snelweg. 

Als je over bossen en bomen begint, hebben veel mensen dit soort persoonlijke verhalen te vertellen. Iedereen heeft wel een favoriete boom of herinneringen aan een mooi stukje bos. Dat blijkt alleen al uit alle inzendingen van Tegenlicht-kijkers.

Maar los van die persoonlijke sentimenten zijn er dus ook vragen, zeker als er bomen op het spel komen te staan en ze uit ons zichtveld dreigen te verdwijnen: waarom gaan mensen zo beroerd om met natuur? Waar halen wij de arrogantie vandaan om die te pas en te onpas naar hun hand te zetten? 

Ecologische crisis

Het zijn de tevens de onderliggende vragen achter de Tegenlicht-uitzending ‘In de ban van het bos’ waarin het netwerk van bomen en bossen en hun oeroude intelligentie wordt ontleed.

Mensen kappen dat het een lieve lust is, branden hele bossen plat voor de landbouw (zoals in de Amazone) en veroorzaken op die manier een ecologische crisis zonder weerga.

Bomen zijn erg belangrijk, zo niet essentieel, voor het klimaat en de biodiversiteit. Wat doen we om ze te beschermen?

 

 

 

 

 

 

‘Het idee om hier iets over te maken, ontstond vijf maanden geleden. We vroegen ons af waarom de mens toch altijd zo centraal moet staan,’ zegt researcher Henneke Hagen aan de vergadertafel in het VPRO-gebouw. 

Samen met regisseur Tomas Kaan had ze ook al de research gedaan rond de Tegenlicht-uitzending met en over Paul Kingsnorth, de ex-klimaatactivist en schrijver die zich met zijn gezin terugtrok op het Ierse platteland.

Zijn afkeer van het mensgestuurde denken was de inspiratie voor deze uitzending, over bomen. ‘Kingsnorth denkt op een radicaal andere manier over de omgang met het klimaat', verklaart Henneke. 'Laat de natuur maar zijn gang gaan. We kunnen die klimaatverandering toch niet meer keren.'

Ze is zelf al wel langer bezig met de vraag waarom de natuur in ons denken een ondergeschikte rol speelt. Waarom we ons de bomen en de bossen toe-eigenen, beheersen en verbruiken. Voor hout en landbouwgrond, ofwel, ons ongebreidelde consumentisme.

‘Zo is de ordening. En die ordening wordt in de uitzending hopelijk omgekeerd. Dat vind ik een revolutionaire gedachte. Dat het anders moet. Dat we weer moeten gaan luisteren naar wat de natuur ons te vertellen heeft.’ 

Gevangen in het beton

Je ziet het ook aan de omgang met bomen in de stad. In Amsterdam bijvoorbeeld, niet ver van mijn huis, zijn de laatste tijd een tiental populieren omgezaagd omdat de takken op het fietspad zouden kunnen vallen.

Of neem de discussie rond het voornemen van de gemeente om de monumentale bomen op de Rozengracht om te hakken. Veelgehoord commentaar: ‘Rigoureus’, ‘Kan dat niet anders?’, en: ‘Wat krijgen we ervoor terug? Kleine boompjes die met palen overeind moeten worden gehouden?’ 

‘De bomen moeten weg, omdat wij mensen ongemak ondervinden. Omdat er anders geen parkeerplekken kunnen worden aangelegd, de fietspaden niet kunnen worden verbreed,’ zegt Hagen.

Protesten zijn er wel degelijk en soms jarenlang. Vasthoudend, maar dikwijls tevergeefs: uiteindelijk wint de mensgestuurde gedachte het toch vaak. De gedachte aan wat verdwenen is, blijft echter niet zelden hangen. 

Henneke: ‘Toen prachtige bomen in een straat in Amsterdam-West waren gekapt, plaatste de buurt een soort installatie op die grote stronken, en op een daarvan stond: “Die weg kan ook weg!”. Ja, precies: zo kun je er natuurlijk ook naar kijken. Dat vind ik mooi.’ 

Onderwijl richt ze haar blik op het Mediapark, waar beton, gebouwen en parkeerplekken de overhand hebben. ‘Toen ik hier twintig jaar geleden kwam werken, was het helemaal groen. Daar stonden bomen, en daar ook, tussen het struikgewas. Wel ironisch dat we, nu we hier zo spreken, zelf ook helemaal door het beton zijn ingekapseld. 'Als je hier dagelijks in zit, en dat geldt ook voor mijzelf, dan vergeet je de natuur. Dan raak je het contact inderdaad kwijt. Daar veranderen die paar planten op het balkon niets aan.’