Rotterdamse jeugd zit met de halve wereld in de klas en vindt dat heel normaal. Maar maatschappelijke instanties zijn nog lang niet zo ver.

In Rotterdam leven meer dan 200 verschillende nationaliteiten. Sinds een paar jaar behelst geen enkele etniciteit meer de absolute meerderheid van de bevolking en onder jongeren heeft zelfs twee derde een migratieachtergrond. Een superdiverse stad, dat is de nieuwe realiteit. Toch wordt dat bonte straatbeeld nog niet in alle lagen van de stad weerspiegeld. En ook niet in de plannen voor stedelijke ontwikkeling.

(tekst loopt door onder afbeelding)

In Mijn stad is mijn hart zocht regisseur Halil Özpamuk, ‘kind van Rotterdam Zuid’, antwoord op de vraag: wie is de nieuwe Rotterdammer? We zien socioloog Iliass el Hadioui voor een klas van het Marnix Gymnasium staan, een van de meest diverse gymnasia van Nederland. Alleen al in het betreffende klaslokaal bevinden zich Portugese, Marokkaanse, Servische, IJslandse, Irakese, Spaanse, Surinaamse en Duitse wortels. El Hadioui tekent een driehoek op het bord.

Fase één: superdiversiteit. Die is in Rotterdam afgevinkt. Fase twee is wanneer die superdiversiteit als vanzelfsprekend wordt ervaren. Dat is moeilijker te meten, maar zeker jongeren, meent El Hadioui, lijken het allang niet meer bijzonder te vinden om met de halve wereld in een klas te zitten. De derde fase doet zich voor wanneer die superdiversiteit ook zijn weerslag vindt in de samenstelling en het beleid van maatschappelijke instanties. Daar schiet Rotterdam (zoals heel Nederland) nog te kort, meent El Hadioui. Maar verandering is gaande, met horten en stoten.

‘Ik was op zoek naar de beleving van burgerschap,’ vertelt regisseur Özpamuk. ‘Ik ken veel jongeren in de Randstad en ik merkte dat zij zich vaak sterker bezighielden met hun stedelijke identiteit dan met een landelijke identiteit. En al zien zij zichzelf als vaandeldragers van het culturele landschap van hun stad, hun diversiteit wordt niet in heel de stad weespiegeld. Die scheve verhouding wilde ik onderzoeken. De ontwikkelingen die zich op dat vlak in Rotterdam afspelen zijn een voorbode op wat zich in alle grootstedelijke gebieden in Nederland zal voordoen.’

Er zijn hoopvolle initiatieven, maar ook valkuilen, zoals de veelbesproken gentrificatie die gewortelde wijkbewoners de stad uit drijft. ‘Een precaire balans,’ zegt Özpamuk. ‘Het is vooral van belang om inwoners te betrekken bij de stedelijke ontwikkeling. Soms wordt de migrantengemeenschap neergezet als passief, maar mijn ervaring is dat dit juist actieve burgers zijn die volop meedoen aan het maatschappelijk debat. Een aantal van hen komt in de documentaire aan het woord.’ Onder hen Aruna Vermeulen, oprichter van het HipHopHuis, en Malique Mohamud, artistiek leider van denkplatform Concrete Blossom.

Kom woensdag 31 oktober om 20.00 uur naar de VPRO Tegenlicht Meet Up in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. Met o.a. regisseur Halil Özpamuk en oprichter Concrete Blossom Malique Mohamud. Toegang gratis, reserveren via dezwijger.nl/tegenlicht.