Wie weet betalen we over een tijd overal ter wereld met de Chinese dollar. Langzaam stoot die munt de Amerikaanse dollar van de troon. Ik weet er minder van dan ik wil. Tijd voor een cursus renminbi voor beginners.

Financieel journalist Maarten Schinkel spreekt over de Chinese valuta alsof hij het in groep drie al leerde spellen: ren-min-bi, RMB. Hij is het gewend: hij knippert bij het meeste jargon niet eens met zijn ogen. Mensen zoals ik niet, leken die hun eerste zakgeld in euro’s ontvingen. Vervloek mijn luie generatie, maar ik dacht dat ze in China met yuan betalen en had nog nooit van renminbi gehoord.

Wie naar Maarten luistert, heeft al snel door dat het de moeite waard is om de Chinese valuta tot aan de laatste letter te begrijpen. De Chinese dollar loopt warm om als wereldreservemunt het veld te betreden. Nu ligt het zwaartepunt van de wereldeconomie nog bij Trump in de Verenigde Staten, die dat graag zo willen houden. Logisch: wie de reservemunt in handen heeft, geniet flinke privileges: financiële kortingen, politieke macht, en culturele invloed. Het ging de Amerikanen zeventig jaar lang van een leien dakje (de euro probeerde het even, maar zette niet door), terwijl handelsrijk China in de luwte uitgroeide tot een geduchte concurrent: economisch, militair, en financieel. Experts verwachten dat het niet lang meer duurt tot de Chinese munt de Amerikaanse dollar heeft ingehaald. Het ziet er naar uit dat de wereldreservemunt ergens deze eeuw nog verhuist.

Het lijkt een kwestie van tijd. En wie met die tijd mee wil, doet z’n huiswerk. Ik stelde vragen die ik tijdens de redactievergadering niet durfde te stellen aan researcher William de Bruijn en regisseur Martijn Kieft, die samen de Tegenlicht-aflevering ‘De Chinese dollar’ maakten.

'Het verschil in betekenis zit ook in de woorden: ‘yuan’ is de Chinese verbastering van het Japanse yen en betekent rond, en ‘renminbi’ betekent letterlijk geld van het volk.'

William de Bruijn, researcher

In de aflevering gaat het steeds over ‘renminbi’ (afgekort als RMB), maar de Chinese munt heet toch de yuan? 

William: ‘Yuans zijn de munten en biljetten. Renminbi (oftewel RMB) is de valuta. Het verschil in betekenis zit ook in de woorden: ‘yuan’ is de Chinese verbastering van het Japanse yen en betekent ‘rond’, en ‘renminbi’ betekent letterlijk ‘geld van het volk’. Chinezen betalen dus met yuan (al doen ze dat in de praktijk tegenwoordig steeds vaker via QR-code in AliPay of WePay), maar ze handelen in renminbi. De prijzen van producten staan in yuan, de wisselkoersen houd je bij in renminbi: dat is in de financiële wereld het verschil tussen geld als betaalmiddel en geld als verhandelbaar valuta. Ter vergelijking: in de VS betáál je in dollars, maar hándel je in USD of Federal Exchange Notes. In Engeland zie je hoe duur iets is in ponden, maar wordt er op de financiële markten gesproken van pound sterling, of pond sterling.’

Aha. Wanneer wordt de renminbi dan precies de grootste wereldreservemunt, en hoe merk je dat dan?

Martijn: ‘Dat hangt van twee zaken af. Een: hoeveel wordt welke munt gebruikt in transacties (bijvoorbeeld bij handel tussen landen)? Als de RMB meer gebruikt wordt dan de dollar, is de RMB de grootste munt. Maar dat is maar de helft van het verhaal – en niet eens de belangrijkste – want zulke transacties zijn vluchtig. Dus twee: je wordt pas de grootste munt in de wereld als beleggers hun geld in jouw munt willen steken. Anders gezegd: als een Frans pensioenfonds (die hun geld veilig willen sparen) liever staatsobligaties koopt in RMB dan in dollars – omdat ze denken dat de RMB over dertig jaar waardevaster is dan de dollar – groeit de RMB pas echt.

Is er dan een dag aan te wijzen waarop de RMB ineens de grootste is? Moeilijk. Kijk, de dag waarop er meer beleggingsproducten zijn in RMB dan in welke andere munt dan ook, is de RMB de grootste reservemunt ter wereld. En tegen die tijd zullen ook zeker de meeste handelstransacties in RMB worden uitgedrukt.’

Hoe ging dat honderd jaar geleden dan, toen de pound sterling plaats moest maken voor de USD?

William: ‘In de loop van de negentiende eeuw werd de pound sterling wereldreservemunt als een soort beloning voor het feit dat de Industriële Revolutie begon in Groot-Brittannië. Rond 1900 vond zestig procent van de internationale betalingen nog altijd plaats in pound sterling, ook al was de Amerikaanse economie in 1872 al veel groter dan die in Groot-Brittannië. Economisch ging het ze voor de wind, maar financieel hadden ze het minder op orde. Pas in 1913 begon de dollar aan een snelle opmars, zeggen experts: toen werd de Amerikaanse Centrale Bank (of de Federal Reserve) opgericht en kwamen er financiële instellingen onder toezicht te staan. Dat werd tijd: de Bank of England bestaat al sinds 1694. Toen Europa geteisterd werd door de Eerste Wereldoorlog in 1917, werd de dollar een ‘major international currency’. Tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog vond de economische en politieke opkomst van de Verenigde Staten plaats: de globalisering vergrootte de mondiale reikwijdte van de Amerikaanse economie en handel. De pound sterling overleefde WOII amper, en legde het financieel pas na de oorlog officieel af tegen de dollar. In 1954 was de wissel compleet. Je kunt hier meer over lezen in How Currencies Work van Barry Eichengreen, of in deze studie van Harvard.’ 

Martijn: ‘De geschiedenis leert dat het moment van de wisseling van een wereldreservemunt meestal gepaard gaat met nieuwe monetaire regels, waar de hele wereld voor tekent. In 1944 was dat Bretton Woods, de conferentie waarop de hele wereld het er over eens werd dat de dollar de maat der dingen zou zijn. Als de opmars van de RMB doorzet, is het waarschijnlijk dat er weer zo’n conferentie zal plaatsvinden. Eentje waarbij de dollar officieel wordt ingeruild voor de RMB.’

'Als je begin van de maand in bitcoin uitbetaald krijgt, is het lastig in te schatten of je in de laatste week twee keer zoveel boodschappen kan doen of helemaal niet.'

Martijn Kieft, regisseur

Hoe zit het met de politieke en economische plannen van China?

William: ‘Op zich lijkt het logisch dat de wereldreservemunt hoort bij het politiek machtigste land met de grootste economie. En ja: er zijn signalen dat China ook in mondiale, monetaire verhoudingen aan een opmars bezig is. Ik bedoel: in 2001 werd China opgenomen in de WTO, en maakt nu deel uit van de kapitalistische voorhoede. En dat voor een land dat communistisch is. In 2009 presenteerde de Chinese overheid zelfs een vijfjarenplan om van Shanghai het financiële centrum van de wereld te maken. In 2015 werd de Asian Infrastructure Bank opgericht die China voorziet van financiële steun voor de Nieuwe Zijderoute. (We maakten daar een Tegenlicht-aflevering over). En nog meer: in 2016 nam het IMF (Internationaal Monetair Fonds) de renminbi op het systeem van Special Drawing Rights, en sinds 2018 kan er ook in olie gehandeld worden in yuan.‘Yuan-per-vat?’ 

Ok, tot zover snap ik ‘m. Maar op Twitter krijg ik naar mijn hoofd dat de nieuwe wereldreservemunt niet de renminbi maar een cryptocurrency wordt. Waarom niet?

Martijn: ‘Ik ben geen expert, maar mijn inschatting is dat cryptomunten op dit moment niet in staat zijn om grootschalig gebruikt te worden als betaalmiddel omdat de koers van bijvoorbeeld de Bitcoin helemaal vrij is en dus enorm fluctueert. Als je begin van de maand in bitcoin uitbetaald krijgt, is het lastig in te schatten of je in de laatste week twee keer zoveel boodschappen kan doen of helemaal niet meer. Dat lijkt me niet echt werkbaar. Bij ‘gewone’ munten kan de Centrale Bank van het land van uitgifte ingrijpen als de koers te veel schommelt, zodat dit soort extreme koerswisselingen enigszins gedempt worden. Bij cryptocurrencies is vaak een groot deel van het beschikbare geld in handen van een kleine groep, bijvoorbeeld degenen die de munt zijn begonnen of de mensen die vroeg zijn ingestapt. Die groep kan de koers sterk beïnvloeden – net als een Centrale Bank – maar met welke intenties en prikkels ze dat doen, is vaak onduidelijk.

En dan is er nog het energieverbruik. Omdat bij cryptocurrencies elke transactie op veel verschillende servers wordt vastgelegd, en het 'minen' veel rekenkracht kost, zijn cryptocurrencies grote stroomslurpers. De hele wereld overzetten op cryptocurrencies kan dan ook zorgen voor een enorme toename van het stroomverbruik. Willen we dat?’

Zo, die kwartjes zijn gevallen.