Steven De Foer is redacteur bij De Standaard en was voor deze krant van 1997 tot 2000 correspondent in Nederland. Van zijn hand verscheen bij uitgeverij Balans 'Onder Hollanders' (zie de link hiernaast). Als inleiding op deze uitzending schreef hij voor de VPRO gids een artikel waarin hij zijn visie op Nederland geeft.

Belg Steven de Foer over de nieuwe dictatuur van de kleine man

Het Nederland dat ik eind 2000 verliet, was een tevreden natie. Zelfingenomen zelfs, zeer overtuigd van het eigen gelijk en van de internationale gidsrol. Natuurlijk waren er ook mensen die niet zo gelukkig waren met het paarse model, maar Nederlanders zijn conformisten. Het mainstream-model botst er zelden op veel tegenstand. Dat komt door het sterk ontwikkelde nationale besef. Nederlanders zien zichzelf als één van de zestien miljoen aandeelhouders in hun land. Wie fundamentele kritiek heeft tegen het bestel, raakt zichzelf. Een zekere verbloeming van de toestand van de natie is daar het gevolg van, en een latent meerderwaardigheidscomplex.

De media hebben nooit veel gedaan om dat vergulde en naïef-positieve zelfbeeld te corrigeren. Integendeel, Nederlandse journalisten hebben de neiging snel definitieve oordelen te vellen over wantoestanden in het buitenland, en het moraliserende vingertje op te steken. Daar zou niets mis mee zijn, als de houding tegenover binnenlandse dossiers even kritisch was. Dat was – en is – niet het geval. Zeker niet als het om schandalen gaat. Tenslotte is ieder schandaal een bewijs dat Nederland ‘het best denkbare aller landen is’, en dat lezen de lezers niet graag.

Bijlmerramp, Enschede, Volendam, Srebrenica, ESF, bouwfraude – het is telkens wachten tot een Zeer Bevoegde Commissie een rapport van duizend pagina's heeft opgesteld, waarvan niemand later nog controleert of de aanbevelingen ergens toe leiden. Een reeks pertinente vragen blijft onbeantwoord. Maar je maakt je in Nederland als medium niet populair als je blijft zeuren en het nationale zelfbeeld besmeuren. Die kritiekloze houding geldt ook belangrijke maatschappelijke keuzes: de blinde adoratie voor het koningshuis, het religieuze fanatisme, de spanning tussen een tot nationaal handelsmerk uitgeroepen tolerantie en de onderhuidse bange-blanke-mansreflex van veel gewone Nederlanders. In een land waar zo veel gedebatteerd wordt, blijven veel onderwerpen zeer lang onbesproken.
Veel is veranderd door Pim Fortuyn. Nederland lijkt wel een ander land geworden, nu het ‘gesundenes Volksempfinden’ de teugels heeft overgenomen van de Haagse regenten. Het internationale meerderwaardigheidscomplex lijkt verdwenen. Het gidsland is een slaafland geworden, dat George W. Bush vlot carte blanche geeft om zonder VN-resolutie Irak te bestoken. Ook het betweterige toontje over de opkomst van extreem-rechts in andere Europese landen is weg.

Blauw heb ik me geërgerd aan de bewering dat de Nederlandse media Fortuyn de dood zouden hebben ingejaagd. In werkelijkheid hebben ze hem met fluwelen handschoenen aangepakt. Columnisten mochten hun gang gaan. Maar inhoudelijk onderzoek, analyses van de vele bochten in Fortuyns standpunten vroeger en nu? Met mondjesmaat. Zeker na de moord op Fortuyn, want van een martelaar van de democratie niets dan goeds.

Nog verwonderlijker is de reactie van volk én media op de circusact die de LPF de jongste vijf maanden heeft opgevoerd. Dat het LPF een zootje ongeregeld is, aangevuld door enkele opportunisten, voelen de meeste Nederlanders ook wel aan. Maar om ook hardop toe te geven dat je een had-je-me-maarpartij in het zadel hebt getild? Dan val je de regering aan, dus de democratie, dus Nederland, dus de stem van het volk, dus jezelf.

De Nederlandse publieke opinie lijdt aan een te absolute interpretatie van het begrip democratie. Wat het volk beslist heeft, kàn niet verkeerd zijn. En dus domineert een nieuw mainstream-denken en tonen de media een engelengeduld voor de nieuwbakken politici. Ook serieuze media hebben de voorbije maanden over de LPF-soap bericht alsof het om normale ontwikkelingen in een partij als alle andere ging, zonder een zweem van ironie of kritiek. Pas begin oktober las ik in NRC Handelsblad het “flinke” commentaar, dat, bij de LPF-fractie niet langer kan gesproken worden van beginnersfouten of een gewenningsfase. Hier is sprake van een authentiek ‘misbaksel’. Tot die conclusie kwam de meest gezaghebbende krant van Nederland na vijf maanden geknoei en gebakkelei!
Het Nederlandse zelfbeeld is drastisch veranderd. Weg is de progressieve, wereldverbeterende, intellectueel superieure kampioen van het grote gelijk. In de plaats is een ‘geen gezeik, nou mot je effe naar mij luisteren'’-dictatuur van de kleine man gekomen. De media hebben de natte vinger in de lucht gestoken om te kijken vanwaar de wind waait en zich netjes aangepast.

Steven de Foer

'Onder Hollanders'
140 pagina's
Prijs: ca. Eur 13,50

ISBN 90 5018 563 0
oktober 2001
Uitgeverij Balans