Het democratisch stelsel in Californië is erg direct. Burgers kiezen niet alleen hun burgemeester, maar ook de brandweercommandant, de rechters en het schoolbestuur. En als deze bestuurders het niet goed doen, stuurt de bevolking ze weg middels een recall, of dienen ze zelf een wetsvoorstel in. Amerikadeskundige Ruth Oldenziel vertelt over hoe dit stelsel zo gegroeid is.

Amerikadeskundige Ruth Oldenziel over het Californische model

'De directe democratie in Californië is voortgekomen uit een nobel en progressief ideaal. Het was een ideaal dat ooit werd uitgedragen door een kleine blanke elite, die het beste voorhad met ‘het volk’, vooral met de immigranten. Zij hadden kritiek op de in hun ogen corrupte politieke systeem van de gevestigde politieke partijen die de macht in handen hadden via vakbonden en immigranten associaties. Als je als nieuwkomer of immigrant binnenkwam en iets voor elkaar wilde krijgen, dan liep dat via deze lijnen. Als tegenprestatie voor de aangeboden ‘diensten’, brachten nieuwkomers hun stem uit volgens de stemadviezen van deze machtige lobbies. De Republikeinse elite wilde aan deze praktijk een einde maken en vocht voor een nieuwe kieswet die in de jaren tien van de vorige eeuw resulteerden in het huidige referendum systeem. Het was dus eigenlijk een heel vooruitstrevend idee. In het nieuwe systeem van Directe Democratie konden de burgers via referenda zelf wetsvoorstellen indienen, wetten wijzigen, en hun eigen bestuurders kiezen. En als de bestuurders ze niet bevielen, dan kon men ze naar huis sturen door middel van een zogenaamde recall (wat onlangs nog gebeurd is bij de recall van gouverneur Gray Davis, die leidde tot de verkiezing van de nieuwe gouverneur van Californië: Arnold Schwarzenegger). De politieke elite zag dit als een emancipatie van de nieuwkomers, de immigranten, die voortaan op eigen kracht-en vooral zonder de partijpolitiek-hun stem konden laten gelden.'

'Het nieuwe kiessysteem dat zo geintroduceerd werd in Californië ging uit van een ideaal beeld van de kiezer: de mondige, goed opgeleide en goed geinformeerde burger, die zelf wel bepaalt wat goed en slecht is voor de Staat. Helaas pakte dat ideaal in praktijk anders uit. De praktijk van alle dag is dat de Californische burger lang niet altijd in staat is om de complexe materie van de staatspolitiek te volgen, laat staan om daar belangrijke beslissingen over te nemen. Het is bijna een dagtaak om goed geinformeerd te zijn over alle nuances van de klein, grote en complexe onderwerpen die op het stembiljet eindigen. Als je het stembiljet van de lokale verkiezingen ziet, met alle aanhangsels voor alle referenda erbij, dan is dat zo dik als een telefoonboek.
Waar het ook op misliep, dat is het feit dat men bij de directe democratie over elke deelonderwerp een referendum kan uitschrijven. Er wordt vrijwel nooit over de samenhang in beleid gestemd, iedereen kan zijn eigen issue op de agenda zetten. Dit kan soms leiden tot tegengestelde opdrachten aan de politici. De meeste kiezers willen meer geld voor sociale voorzieningen en goed onderwijs maar ook belastingverlaging. Iedereen vecht voor zijn eigen kleine deelbelang, er is weinig samenhang en solidariteit en het ontbreekt vaak aan visie.
In Nederland zijn wij veel meer gewend om op een totaalpakket te stemmen, het partijprogramma, en we laten de dilemma’s over de uitvoering van het beleid over aan onze politici.'

Kun je je voorstellen dat het Californische systeem ooit bij ons in Nederland zou functioneren?

'Allereerst is het zo dat het Californische systeem veel verder gaat dan alle plannen die wij hier ooit hebben besproken. Daar kun je b.v. per referendum grondwetswijzigingen doorvoeren en een bindend referendum uitschrijven. Bij ons gaat het meestal alleen over raadplegende referenda of een gekozen burgemeester. In Californië zijn bijna alle posten verkiesbaar: de brandweercommandant, het schoolbestuur, de rechters en de ministers. Dat kennen wij niet. Als het ooit zover zou komen dat wij het Californische systeem zouden overnemen, dan denk ik dat er hier precies hetzelfde zou misgaan als in Californië. Het is niet zo dat het aan het karakter van de Amerikanen ligt, het zit ingebakken in het systeem zelf. Toch zijn er ook veel parallellen te trekken. De roep om meer inspraak van de burger in Californië lijkt erg op wat wij hier in Nederland hebben meegemaakt met Pim Fortuyn en de LPF. Ook dat was een beweging die vanuit een groepering verontruste burgers is ontstaan. De thema’s die aan de orde komen lijken op elkaar: immigratie, veiligheid. Je kunt zeggen dat dat populistisch geinspireerd is, maar er zitten ook goede kanten aan. Het geeft de burger het gevoel dat er naar ze geluisterd wordt en zelf het heft in handen kan nemen.'

'Met alle voors en tegens, het Californische systeem draagt ook wel iets moois in zich. Op het allerlaagste lokale niveau werkt het wel. Daar geeft het de mensen, die normaal gesproken aan de zijlijn van de politiek staan, het idee dat ze invloed kunnen uitoefenen op het systeem. Als je kwaad bent vanwege een misstand in jouw buurt, dan kun je actie ondernemen en een referendum organiseren. Als je het niet eens bent met de lokale bestuurders, dan kun je ze naar huis sturen en jezelf verkiesbaar stellen. Dat is de kracht van het systeem en daar is veel voor te zeggen.'

Ruth Oldenziel is Amerikadeskundige,
hoogleraar verbonden aan de TU Eindhoven en de Universiteit van Amsterdam