In Amerika schieten de instituten die zich bezig houden met de strijd tegen veroudering als paddestoelen uit de grond. Er is een ware zoektocht gaande naar het wondermiddel dat de mensheid van de aftakeling zal redden en de levensverwachting met tientallen jaren zal verlengen.

De commercie speelt hierop handig in en biedt allerlei producten aan zoals vitamine- en antioxidantpreparaten, hormoontherapieën en anti-stress behandelingen. Volgens een onderzoek uitgevoerd door de ‘American Academy of Anti-Aging Medicine’ (A4M) zal de Amerikaanse markt die zich richt op het tegengaan van veroudering in 2006 zelfs de 30 miljard euro overstijgen. Ter vergelijking, in Nederland bedroeg in 2003 de totale uitgaven aan de gezondheidszorg 35,7 miljard euro. Maar hoe kan het kaf van het koren worden gescheiden? Welke medicijnen en behandelingen werpen daadwerkelijk hun vruchten af? Met deze vragen ging documentairemaker Rob van Hattum afgelopen jaar op stap. Het resultaat: een kijkje in de keuken van een bloeiende industrie.

“De documentaire is als het ware een zoektocht naar de mogelijkheden van vandaag de dag om iets tegen de veroudering te doen”, vertelt Van Hattum. Het gaat dus om een selectie van wat voorhanden is. Daarnaast was het de bedoeling een blik in de toekomst te werpen, zodat wij weten wat ons te wachten staat. Net als bij plastische chirurgie is het volgens de documentairemaker zeer waarschijnlijk dat de Amerikaanse strijd tegen de veroudering naar Nederland zal overwaaien. Wel zal eerst de sceptische houding in Nederland moeten verdwijnen, wat waarschijnlijk wat tijd nodig heeft. “Er is hier nog steeds een vooringenomen negatieve houding wanneer over ‘anti-aging’ wordt gesproken. Pas als iets 100 % bewezen is, gaat men hier overstag. Neem bijvoorbeeld het gebruik van foliumzuur door zwangere vrouwen”. Eerst stond men nogal argwanend tegenover het slikken van deze vitamine, maar nu is algemeen geaccepteerd dat foliumzuur van groot belang is bij het voorkomen van aangeboren afwijkingen als een open ruggetje.

Omdat de laatste ontwikkelingen op het gebied van de strijd tegen de veroudering nu nog in Amerika plaatsvinden, denkt Van Hattum dat sommige kijkers zijn documentaire misschien als eenzijdig zullen bestempelen. “Maar het verhaal mag best irriteren. Ik vind het prettiger een beetje tegendraads te zijn. En dan neem ik het op de koop toe dat gezegd wordt dat het te eenzijdig of positief is.” Van Hattum’s zoektocht is een vrij persoonlijk verhaal. “Ik ben nu bijna vijftig en vraag me af waarom ik de achteruitgang van mijn lichaam zomaar moet accepteren”. Hij behoort tot de generatie van babyboomers, een generatie die vroeger op de barricades stond om te strijden voor de idealen uit de jaren zestig en zich vandaag de dag met dezelfde vastberadenheid niet uit het rode pluche laat slaan. Deze generatie zal ook niet zomaar genoegen nemen met de aftakeling van het lichaam of een oude dag achter de geraniums. “Ik heb er bewust voor gekozen geen oudere mensen in mijn documentaire aan het woord te laten. Uit onderzoek is gebleken dat zij best tevreden zijn met hun leven en dat was nu net niet wat ik wilde laten zien”.

De eerste plek die Van Hattum voor de documentaire bezocht, was de ‘Anti-Aging Conference’ die in juni 2004 in Singapore werd gehouden. Het congres is het Mekka voor iedereen die op de hoogte wil zijn van ontwikkelingen op het gebied van veroudering en wat daartegen gedaan kan worden. De openingsspeech werd gehouden door de organisator Robert Goldman. Toen Van Hattum zijn verhaal hoorde, wist hij dat hij deze man voor zijn documentaire wilde hebben. Goldman is medeoprichter van A4M, één van de belangrijkste Amerikaanse instituten op het gebied van verouderingsonderzoek. De Amerikaan, die zijn ervaring als sporter gebruikt binnen de wereld van ‘anti-aging’ en ‘life-extension’, paste goed tussen de harde wetenschappers die in de documentaire naar voren zouden komen.

Iemand die niet in de documentaire zit, terwijl Van Hattum daarop wel had gehoopt, is John Sperling. De miljonair, die ook wel de Howard Hughes van de biotechnologie wordt genoemd, heeft een kliniek waar bezoekers/klanten een individueel anti-verouderingsadvies kunnen krijgen. Daarnaast was Sperling interessant omdat hij met zijn onderzoek zo nu en dan in de clinch lag met de conservatieven van de regering-Bush. “Alles was al geregeld. Maar op het laatste moment belde Sperling af”, aldus Van Hattum. Als reden werd gegeven dat Sperling in een interview met Wired verkeerd geciteerd zou zijn. Later werd ook de toezegging ingetrokken dat in de kliniek van Sperling gefilmd mocht worden. “Wij kregen te horen dat er sprake was van een ‘change in policy’, maar het gerucht ging dat hij een grote opdracht van de Amerikaanse regering had gekregen en dat hij daarom niets meer met ‘anti-aging’ te maken wilde hebben”. Sperling’s opvattingen hierover zouden wel eens strijdig kunnen zijn met die van de regering-Bush. Het idee bestaat onder conservatieve Amerikanen namelijk dat verouderingsonderzoekers met hun werk ‘onsterfelijkheid‘ nastreven, en net als bij experimenten met klonen, is dit soort onderzoek in hun ogen ongewenst. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat Amerikaanse onderzoekers en instituten de term ‘anti-aging’ zoveel mogelijk vermijden en liever spreken over het verbeteren van de ‘quality of life’.

Van Hattum zegt dat hij zelf door het maken van zijn documentaire minder sceptisch over ‘anti-aging’ en ‘life-extension’ is geworden. Maar hij weet niet of hij alle mogelijkheden die voorhanden zijn zou willen gebruiken. Zo is hij ervan overtuigd dat je door minder calorieën te eten langer leeft. Maar of het leuk is om de rest van je leven honger te lijden, is een andere vraag. Ook zou hij best een hormonenkuur willen proberen, maar dat is onbetaalbaar. Wel is de Van Hattum tijdens het maken van de documentaire gestopt met roken. “Dat is wel het eerste dat je moet doen als je langer wilt blijven leven”, aldus de documentairemaker.