Sinds conservatieven de absolute meerderheid hebben in Turkije, is er paniek bij seculiere Turken. Terecht of overdreven? De VPRO Gids sprak met europarlementariër en Turkijekenner Joost Lagendijk.

Door Han Ceelen

Over de balkons in de keurige Brusselse buurt waar GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk woont, hangen Belgische vlaggen. Zouden die hier zijn opgehangen als steunbetuiging aan een natie die uiteen dreigt te vallen? Of is het vandaag een feestdag? Verbijsterend eigenlijk: hoe weinig we vaak weten over wat er zich afspeelt in onze buurlanden. Laat staan over staten die zich ver weg aan de buitengrenzen van Europa bevinden, zoals Turkije. Prima dus dat Tegenlicht voor de tweede opeenvolgende keer een uitzending wijdt aan deze voormalige wereldmacht, die zich tegenwoordig weer in hoog tempo ontwikkelt.

Ging het vorige week over jonge Turkse Nederlanders die emigreren naar hun land van herkomst, ditmaal wordt ingezoomd op de politieke machtsstrijd die in het land gaande is. Zoals bekend heeft de conservatieve partij AKP sinds enige tijd de absolute meerderheid in het parlement, en levert ze met Abdullah Gül sinds kort ook de president. Dit heeft geleid tot paniek bij de seculiere elite, die vermoedt dat de akp toe wil naar een islamitische staat. Miljoenen seculiere Turken gingen de afgelopen maanden de straat op om de erfenis van Atatürk te verdedigen.

Tegenlicht spreekt maandag met vertegenwoordigers van beide kampen, onder wie Gül. Ook komt Fareed Zakaria aan het woord, politiek commentator en columnist van Newsweek. De VPRO Gids beschouwt alvast voor met Turkijekenner Lagendijk. Hij is getrouwd met de Turkse televisiejournaliste Nevin Sungur, en bezoekt het land minstens een keer per maand. Binnenkort verschijnt een boek dat hij schreef met pvda-collega Jan Marinus Wiersma: “Sturen bij de moslimburen - Hoe Europa de democratie kan bevorderen”.

De titel van de Tegenlicht-aflevering luidt 'de dilemma's van de democratie'. Geeft dat goed weer wat er in Turkijke aan de hand is?
Lagendijk: ‘Ja, het lijkt mij een goede samenvatting van de situatie. De vraag die in Turkije, maar ook in andere islamitische landen, speelt is: ben je voor democratie, óók als die een resultaat oplevert waar je zelf niet zo gelukkig mee bent? Veel tegenstanders van de akp vinden het moeilijk te erkennen dat de Turken in meerderheid op deze conservatieve partij hebben gestemd. Ik had laatst een radiodebat met Ebru Umar, een columniste van Turkse afkomst. Die zei dat de helft van de Turken eigenlijk te stom is om te stemmen. Dan tast je wel de wortels van de democratie aan vind ik.’

U hebt geen moeite met de AKP?
‘Nee, ik denk niet dat er veel reden is om bang voor ze te zijn. Mensen als Gül en partijleider Erdogan zijn echt een andere, gematigder koers gaan varen sinds de voorganger van de akp, de fundamentalistische Welvaartspartij, in de jaren ’90 werd verboden. Al snap ik best dat er onder de Turken argwaan bestaat. Het is alsof bij ons iemand overstapt van de sgp naar het cda. Ik heb daar veel discussies over met mijn vrouw en haar vriendinnen. Die zijn bang dat er een sluipende islamisering gaat plaatsvinden in Turkije. Dat ze onder sociale druk komen te staan om minder alcohol te drinken en, de ultieme angst, een hoofddoek te dragen. Die spanning zul je houden tot in de praktijk blijkt dat het met de islamitische agenda van de akp wel meevalt.’

Waar baseert u dat optimisme op?
‘Op de persoonlijke contacten die ik binnen de partij heb, en op hun staat van dienst sinds 2002. Erdogan heeft als burgemeester van Istanbul ook laten zien dat het hem er niet om ging om zoveel mogelijk moskeeën te openen, maar vooral om het overheidsapparaat minder corrupt te maken. Daar is hij om geprezen door vriend en vijand. Maar de voornaamste reden dat ik de akp steun is vanwege de ommezwaai die men heeft gemaakt richting Europese Unie. Toen de Welvaartspartij werd verboden hebben mensen als Gül en Erdogan een weloverwogen analyse gemaakt. Ze beseften dat in Turkije vrijheid van godsdienst een loos begrip is. De staat en het leger bepalen er wat wel en niet kan. Er is een ministerie van Godsdienstzaken dat bij wijze van spreken elke vrijdag een fax rondstuurt naar de moskeeën met de preek erop.

Als je, zoals Erdogan, wilt dat je dochter met een hoofddoek naar de universiteit mag, word je als islamist weggezet. Gül en hij realiseerden zich dat ze die strijd binnen de huidige constellatie niet konden winnen. Dus redeneerden ze: als we meer godsdienstvrijheid willen, moeten we lid worden van de Europese Unie. Daar is die vrijheid immers gewaarborgd. Van die afweging kun je vinden wat je wilt, maar het betekent wel dat ze het land moeten gaan opengooien en allerlei hervormingen moeten doorvoeren waar progressieve Europeanen erg voor zijn. Terwijl de seculiere partijen dat soort hervormingen juist tegenhouden. Die zijn bang voor hun hachje en zijn vooral bezig met het in stand houden van de status quo. Dat is voor ons wel eens lastig: de mensen die het meest op ons lijken zijn niet onze partners op dit moment.’

U steunt het plaatselijke CDA in de hoop op een liberale samenleving?
‘Voilà. Een partij kiezen in Turkije is eigenlijk de omgekeerde wereld. Dat maakt het allemaal zo lastig om uit te leggen in Nederland, want iedereen heeft de neiging om te denken: die seculieren, dat zijn onze jongens.’

In uw boek pleit u voor een minder streng secularisme in Turkije.
‘Inderdaad. In Turkije heerst nu het idee dat er maar één vorm van secularisme bestaat: de vorm die ze nu heb- ben. En als je daar iets aan verandert, begeef je je op een hellend vlak en eindig je in Iran. Terwijl er elders in de wereld veel meer vormen van secularisme zijn. Ook in de Europese landen zijn staat en godsdienst strikt gescheiden, maar heeft godsdienst wel veel meer kans zich te uiten. Ik denk dat het goed zou zijn als Turkije een beetje van dat hele strenge zou afstappen. Ze hoeven niet meteen op het Amerikaanse of het Britse model over te stappen, maar neem dan het Franse. Dat is in Europa het meest restrictieve en Frankrijk is sowieso altijd een voorbeeld geweest voor Turkije. In Frankrijk zijn religieuze symbolen in overheidsdienst taboe, maar volwassenen mogen er wel een hoofddoek dragen op de universiteit. Daar zou ik zo’n beetje de grens trekken – al is dat geen GroenLinks-standpunt. Uit peilingen blijkt trouwens ook dat 70 procent van de Turken geen problemen heeft met het toestaan van een hoofddoek in die omstandigheden.’

De titel van uw boek: "sturen bij de moslimburen, is die niet wat paternalistisch?"
‘Misschien wel ja. Maar ik denk dat wij als Europa gewoon belang hebben bij stabiele, democratisch geregeerde buren. In die zin moet ik president Bush wel gelijk geven met zijn analyse dat de dictaturen in de moslimlanden het terrorisme hebben gekweekt. Ik denk ook dat we er belang bij hebben vanwege onze migrantengemeenschappen. Democratische ontwikkelingen in Turkije en Marokko kunnen gunstig zijn voor de gematigde islam in Nederland. De stelling van mensen als Gilles Kepel, internationaal vermaard islamdeskundige, is altijd dat het andersom is. Dat de islam in het westen gematigd zal worden en dan teruggeëxporteerd zal worden. Maar ik ben ervan overtuigd dat als het experiment in Turkije slaagt, dat een enorme invloed zal hebben op de discussie over islam en democratie in Nederland. Afgezien van dat eigenbelang is er ook een hele grote groep Turken die zegt: alsjeblieft, help ons bij het democratiseringsproces. Moet je dan zeggen: los het zelf maar op?’

Uit: VPRO Gids nr. 40