Vandaag verscheen het rapport van de commissie-Davids over de Nederlandse besluitvorming rond Irak. Tegenlicht nam dit onderwerp in 2008 onder de loep in 'De verkoop van een oorlog'. Dezelfde uitzending leidde eerder al tot Kamervragen.

De commissie-Davids verwijst in het rapport naar de reactie van de Britse opperbevelhebber Brian Burridge op de aanwezigheid van overste Jan Blom in gevechtskleding bij een persconferentie over de militaire aanval op Irak. Burridge vertelde in de uitzending o.a. dat hij had gehoord dat hij alleen als 'behang' diende. 'Het incident versterkte bij Burridge het beeld dat de Amerikanen met alle geweld de coalition of the willing wilden tonen,' tekende de commissie uit Tegenlichts interview met Burridge op.

In die uitzending maakte Tegenlicht, 5 jaar na dato, een deconstructie van de communicatiestrategieën van de Amerikanen om de internationale gemeenschap te overtuigen van de noodzaak van de oorlog in Irak. Het militaire apparaat, de internationale pers en zelfs de Coalition of the Willing, allemaal werden ze onderdeel van de beeldvorming, soms in de vorm van ‘behang’, figurant of als reclameslogan.

Aan de hand van twee voorbeelden - de presentatie van Colin Powell voor de VN-Veiligheidsraad op 5 februari 2003 en de persconferentie met Luitenant Kolonel Jan Blom op 22 maart 2003 - sprak Tegenlicht in 2008 met direct betrokkenen die veelal letterlijk als instrument zijn gebruikt, waaronder Luchtmaarschalk Brian Burridge, opperbevelhebber van de Britse troepen in Irak.

De commissie-Davids verwijst in het rapport naar de reactie van  Burridge op de aanwezigheid van Jan Blom in gevechtskleding bij een persconferentie onder leiding van de Amerikaanse generaal Tommy Franks over de militaire aanval op Irak. De Nederlandse ambassadeur liet de Amerikanen vervolgens weten dat Blom zich niet bij een militaire briefing over Irak had mogen aansluiten, vertelt het rapport. 'De verantwoordelijkheid voor dit incident lag in eerste instantie bij de Nederlandse autoriteiten, maar van de Verenigde Staten verwachtte Nederland dat er voortaan nauwlettend op werd toegezien dat iets soortgelijks niet nog eens gebeurde.' (p. 393) Burridge, die bij de persconferentie eveneens achter generaal Franks stond opgesteld, vertelde dat hij had gehoord dat hij alleen als 'behang' diende. 'Het incident versterkte bij Burridge het beeld dat de Amerikanen met alle geweld de coalition of the willing wilden tonen,' tekende de commissie uit Tegenlichts interview met Burridge op.