De crisis zorgt voor veel vragen. Zijn stimuleringsmaatregelen goed of fout om de economie te herstellen? In Amerika zou het weleens tot andere grote problemen kunnen leiden.

In vier afleveringen verkent Tegenlicht hoe we de crisis als kans kunnen benutten. Op ons weblog wordt het thema Crisis als kans op scherp gesteld met speciaal voor Tegenlicht geschreven columns door de auteurs van Me Judice, het onafhankelijk discussieforum van economen.

Discussieer mee over de toekomst van onze economie aan de hand van de stelling: "De economische stimuleringsmaatregelen van president Obama zijn geen adequaat antwoord op de crisis en zullen slechts leiden tot een onnodig hoge staatsschuld."

Er is geen algemeen antwoord te geven op de vraag of economische stimuleringsmaatregelen goed of slecht zijn. Voorzichtigheid is echter altijd geboden omdat stimuleringsmaatregelen vaak een verkeerde timing hebben en daarmee de conjunctuurbeweging juist kunnen versterken. Terughoudendheid is bovenal nodig wanneer het maatregelen betreft die specifiek op bepaalde sectoren of bedrijven zijn gericht. Zulke maatregelen kunnen leiden tot verschuiving van vraag tussen sectoren, concurrentieverhoudingen verstoren of noodzakelijke structurele aanpassingen tegenhouden of vertragen. Er is wereldwijd een structurele overcapaciteit in de auto-industrie. Door de crisis is deze sector hard getroffen, maar crisis of geen crisis, deze overcapaciteit dient afgebouwd te worden want hij is een bron van verspilling van middelen die beter ergens anders ingezet kunnen worden. Deze afbouw zou bij voorkeur geleidelijk plaatsvinden. De crisis maakt dit echter onmogelijk.

Met bovenstaande in het achterhoofd is de miljardeninjectie in GM enkel gerechtvaardigd vanuit het feit dat een verdwijnen van GM domino effecten zou hebben gehad op grote delen van de rest van de Amerikaanse economie. Hier moeten vraagtekens bij gezet worden. Het betreft geen grote bank waarvan een faillissement het hele interbancaire verkeer kan platleggen. Bovendien moet er een levensvatbaar autobedrijf overblijven met een productaanbod dat beter aansluit bij de toekomstige vraag. Denk dan vooral aan kleinere en zuinigere auto's. Een immens bedrijf dat hier nooit op gericht is geweest, zal zulk een switch niet zo gemakkelijk maken. Het betekent een verandering van cultuur, eigen maken van nieuwe technologie en het maken van nieuwe ontwerpen.

Het is gemakkelijk in te zien waarom grote iconen gered worden. Ze zijn zeer zichtbaar en het is politiek moeilijk te verkopen om zo een bedrijf failliet te laten gaan. Het ten onder laten gaan van 1000 kleine bedrijven met samen evenveel werknemers als GM zal de aandacht van de politiek waarschijnlijk niet trekken. Hoe treurig de gevolgen voor de betrokkenen ook zijn, er moeten helaas harde afwegingen worden gemaakt. Een redding is immers niet gratis. Met hetzelfde geld kunnen ergens anders banen gered worden en als het de redding van een slecht functionerend bedrijf betreft kunnen er elders zelfs meer banen worden gered. Als de middelen niet voor het redden van banen worden ingezet, vermijden ze een verdere verhoging van de staatsschuld die op termijn weer tot hogere belastingen en dus minder banen leidt.

Obama's stimuleringspakket bevat een veelheid van maatregelen, waaronder extra uitgaven en het verlagen van belastingen. Bij het verhogen van de uitgaven loopt men de gevaren die hierboven beschreven zijn. Is een verlaging van de belastingen dan zinvoller? Belastingen zijn vooral bedoeld om de vraag te stimuleren en eventueel de investeringen weer op peil te brengen. In de huidige omstandigheden worden belastingverlagingen echter vooral gespaard. Het gevolg van beiden is echter een toename van de staatsschuld. Voor 2010 wordt een tekort van 9 tot 10% BBP verwacht. Dit tekort moet gefinancierd worden door de uitgifte van staatsschuld. Gecombineerd met de financieringsbehoefte van vele andere regeringen kan dit de kapitaalmarkt onder druk zetten en de rente opstuwen. Daarbij komt dat de Amerikanen voor een groot deel van het buitenland afhankelijk zijn voor de financiering van hun tekort. Het grote beroep op de internationale kapitaalmarkten kan een bron zijn voor toekomstige crises wanneer de bereidheid van financiering onzeker wordt en de dollar instabiel maakt.

Roel Beetsma is hoogleraar Macro-economie aan de Universiteit van Amsterdam. Voordat hij naar Amsterdam kwam, doceerde hij aan de University of California, Berkeley, University of British Columbia en DELTA in Parijs. Zijn onderzoeksinteresse omvat de macro-economische consequenties van vergrijzing, pensioensystemen, monetaire unies en de interactie tussen overheidsfinanciën en monetair beleid. Hij is als research fellow verbonden aan Netspar, CEPR, Londen, CESifo in München en het Kiel Institute of World Economics. Hij is gepromoveerd aan de Universiteit van Tilburg in 1993.