Nicolas Sarkozy (Parijs 1955) is sinds mei 2007 de 23ste president van Frankrijk. Hij werd al snel bekend door grote slagen als de vrijlating van Íngrid de Betancourt, zijn daadkrachtige leiderschap van de EU tijdens de financiële crisis, zijn poging om het conflict tussen Rusland en Georgië op te lossen en niet in het minst om zijn scheiding en nieuw huwelijk met de populaire zangeres en voormalig model Carla Bruni. De rechts-populistische Sarkozy is een nieuwe politicus: hij komt letterlijk niet van dezelfde school als zijn voorgangers en de rest van de gevestigde politieke orde, maar was advocaat. Hoewel hij zelf een zoon van immigranten is, staat hij bekend om zijn ferme standpunten over immigratie en zijn krachtige taal 'van het volk'.

Het begin van zijn politieke carrière wordt ingeluid als hij in 1977 als gemeenteraadslid voor de gaullistische Rassemblement pour la République (RPR) van de Parijse voorstad Neuilly-sur-Seine wordt gekozen. Zes jaar later wordt hij burgemeester van deze randgemeente. Neuilly, een vestigingsplek voor veel bedrijven, is één van de meest chique - en rijke - voorsteden van Parijs. Na zijn zitting in het Europees Parlement en de bekleding van verschillende ministersposten - Begroting (1993 -1995), Binnenlandse Zaken (2002 - 2007) en Economie en Financiën (2004) - verslaat hij de socialiste Ségolène Royal in de strijd om het Elysée.

Tijdens zijn ministerschap bij Binnenlandse Zaken doet Sarkozy een katalyserende uitspraak over de relschoppers uit de Parijse voorsteden in 2005. Hij geeft ze de benaming 'racaille' - tuig - en stelt dat hij de buitenwijken met een hogedrukreiniger zal zuiveren. Het gevolg van deze uitspraak was tweeledig: de al woedende rellen barstten nog heviger los terwijl Sarkozy bij bepaalde bevolkingsgroepen juist populairder werd.

Sarkozy wordt door de media geportretteerd als een ambitieuze president: vlak na zijn presidentsverkiezing stort hij zich op het oprichten van de Unie voor het Middellandse Zeegebied, een samenwerkingsverband tussen de Europese lidstaten en de staten gelegen rond de Middellandse Zee zoals Algerije, Italië, Marokko, Israël en Spanje. De aspiratie zit hem in de doelstellingen van een dergelijke unie: Sarkozy presenteerde het als een alternatief voor het Turkse lidmaatschap van de Europese Unie waar hij tegen is. Ook zag hij het als een wijze waarop het conflict tussen Israël en de Arabische staten onderdrukt kan worden. Deze neiging tot handelen heeft hem de bijnaam 'l'hyper président' opgeleverd.

'Grand Paris' is wederom een voorbeeld van Sarkozy's ambtsijver. De meest Franse presidenten hebben een cadeautje aan Parijs gegeven. Zo maakte François Mitterand zich onvergetelijk door de piramide van het Louvre en de Grand Arche en gaf Georges Pompidou de opdracht tot het bouwen van het Centre Pompidou. Sarkozy denkt grootser en verder: zijn wens is om heel Parijs en haar buitenwijken te hervormen. De minister die hij speciaal voor het project Grand Paris heeft aangesteld, Christian Blanc, vergeleek Sarkozy dan ook met Napoleon III: die gaf in de negentiende eeuw baron Haussmann opdracht tot de radicale hervorming van de Franse hoofdstad tot de stad die we nu kennen.

Om zijn wens kracht bij te zetten heeft Sarkozy tien teams van architecten en stadsplanners ingehuurd. Dit zijn niet zomaar wat vakkundigen, onder de gelukkigen zijn de Franse Pritzkerprijswinnaars Jean Nouvel en Christian de Portzamparc en de door de Britse koningin Elisabeth II gekroonde architect Richard Rogers. De vraag is wat de motieven van Sarkozy zijn en, nog veel belangrijker, waar deze ambitie uiteindelijk in zal resulteren.