Verklarende woordenlijst

Aandeel = bewijs van deelneming in het kapitaal van een onderneming. Aandelen vertegenwoordigen dus een eigendomsrecht in een onderneming. In ruil voor het verschaffen van vermogen ontvangt de aandeelhouder stemrecht en recht op dividend (een vergoeding voor het verschaffen van het vermogen).

Aandelenbeurs = ook wel effectenbeurs. Georganiseerde en gereglementeerde marktplaats (fysiek of virtueel) waar vraag en aanbod van aandelen elkaar ontmoeten.

Aandelenindex = ook wel beursindex. Een gewogen gemiddelde van een bepaald mandje aandelen dat de ontwikkeling van de aandelenmarkt weergeeft. Het mandje is zo samengesteld dat het een goed beeld geeft van het koersverloop van de totale markt. Een aandelenindex wordt dan ook beschouwd als een goede “beursgraadmeter”.

Algoritme = van oorsprong een wiskundige term, ook te omschrijven als formule of berekeningswijze. Een algoritme bestaat uit een lijst van instructies die stap voor stap en eenduidig een probleem oplossen.

Algoritmische handel = beurshandel waarbij met behulp van computerprogramma's die volgens een bepaald algoritme (set van instructies en rekenregels) bepalen hoe en wanneer beursorders moeten worden uitgevoerd. Orders worden daarbij door computers zelfstandig geplaatst en afgehandeld.

Arbitrage = het tegelijkertijd kopen en verkopen van financiële waarden, bijvoorbeeld aandelen of opties, om geld te verdienen aan de prijsverschillen tussen verschillende markten. Als gevolg van arbitrage zullen de prijsverschillen tussen de markten (uiteindelijk) verdwijnen of in ieder geval zeer gering worden.

Biedprijs = de prijs waartegen een biedende, aankopende partij bereid is een aandeel te kopen.

CFTC = Commodity Futures Trading Commission. Een zusterorganisatie van de SEC, die belast is met het toezicht op de markten voor termijncontracten (futures). Samen met de SEC was de CFTC verantwoordelijk voor het officiële onderzoek naar de flash crash van 6 mei 2010.

CME = Chicago Mercantile Exchange. Op deze in Chicago gevestigde beurs werden van oudsher vooral landbouwproducten en grondstoffen verhandeld. In de jaren zeventig is deze beurs zich gaan ontwikkelen als marktleider op het gebied van futures op financiële producten, zoals bijvoorbeeld futures op aandelen indices.

CQS = Consolidated Quotation System. Het systeem dat de handelsdata, prijzen en transacties met hun exacte tijdstippen, van de verschillende Amerikaanse aandelenmarkten samenbrengt en beschikbaar maakt voor handelaren. Het systeem moet er voor zorg dragen dat de time stamps, de registratie van de tijdstippen waarop prijzen worden afgegeven, orders geplaatst en transacties worden afgewikkeld van alle aangesloten markten exact gelijkgeschakeld zijn.

“Circuit Breaker" = een door een aandelenbeurs of toezichthouder ingestelde regel die bedoeld is om de handel stil te kunnen leggen in paniekachtige situaties. De regel kan er bijvoorbeeld uit bestaan dat de handel een kwartier wordt stilgelegd als de koers van een aandeel binnen vijf minuten meer dan tien procent daalt.

"Data Donut" = dit is de benaming voor de denkbeeldige ring rondom Manhattan waarin de meest gewilde locaties voor de datacenters van financiële instellingen zich bevinden. Omdat deze datacenters tegen iedere vorm van ramp beschermd moeten zijn, wordt de binnenkant van deze ring bepaald door het stralingsbereik van een mogelijke nucleaire aanval op Manhattan. De buitenkant wordt bepaald door de maximale afstand waarop de data afkomstig uit het financiële hart van Manhattan de data centers nog real time, dus zonder vertraging, kan bereiken (hierbij wordt uitgegaan van verzending met de snelheid van het licht).

"Dow Jones Index" = Dow Jones Industrial Average (volledige benaming). De oudste -sinds 1896- aandelenindex van de Verenigde Staten. De index wordt samengesteld op basis van de aandelenkoersen van dertig toonaangevende Amerikaanse bedrijven. Het is de bekendste beursgraadmeter ter wereld. De index is ontwikkeld door de Dow Jones Company, een belangrijke leverancier van financieel nieuws.

"E-mini S&P 500" = De e-mini is een future met als onderliggende waarde vijftig keer de koers van de S&P 500 aandelenindex. Dit betekent dat een investeerder die een dergelijk contract bezit $50 wint (of verliest) bij een wijziging van 1 punt van de S&P 500 index. De e-mini is de meest verhandelde future ter wereld. Volgens de Amerikaanse beursautoriteiten speelde de e-mini een cruciale rol in de flash crash van 6 mei 2010. Een van één partij afkomstige, zeer grote verkooporder van 75.000 e-mini contracten zou de trigger van de crash zijn.

"Flash Crash" = de benaming voor de razendsnelle crash van de Amerikaanse aandelenmarkten op 6 mei 2010. Om 14.42 uur (lokale tijd New York) begonnen de markten aan een vrije val waarbij de Dow Jones index bijna duizend punten - ongeveer negen procent- verloor. Het was de grootste daling binnen een handelsdag ooit. Na ongeveer twintig minuten veerden de markten weer op en herstelden de aandelenkoersen zich richting het niveau van voor de crash.

"Future(s)" = wordt in het Engels meestal alleen in de meervoudsvorm futures gebruikt. Het is een termijncontract waarvan de looptijd en contractgrootte zijn gestandaardiseerd zodat (tussentijdse) verhandeling op een beurs mogelijk is. In het contract komen twee partijen nu een prijs overeen voor levering of verrekening van de onderliggende waarde op een toekomstig tijdstip. De koper van een future gaat een afnameplicht op termijn aan, de verkoper van de future gaat een leveringsplicht aan. In dit opzicht wijkt de future af van een optiecontract, waar deze leveringsplicht niet geldt. De onderliggende waarde van futures bestond oorspronkelijk uit landbouwproducten of grondstoffen, kan tegenwoordig vaak een financiële waarde zijn, zoals aandelen of aandelenindices.

"High Frequency Trading (HFT)" = Hoge-frequentie handel. Een aanduiding voor de supersnelle beurshandel waarbij via geautomatiseerde, elektronische handelssystemen in fracties van seconden grote hoeveelheden transacties worden uitgevoerd. Met behulp van supersnelle computers analyseren handelaren continu een enorme stroom financiële data, bijvoorbeeld met betrekking tot de prijsverschillen tussen markten. Deze datastroom is tot op de nanoseconde nauwkeurig en dit maakt het mogelijk op de kleinst mogelijke verandering te handelen en dus geld te verdienen. Betrouwbaarheid en snelheid van de data (er mag geen enkele vertraging in het dataverkeer zitten) is daarbij cruciaal. Ongeveer vijftig procent van het volume op de Amerikaanse aandelenmarkten komt tegenwoordig voor rekening van high frequency traders.

Laatprijs = de prijs waartegen een verkopende partij bereid is een aandeel te verkopen.

Latency = een begrip dat in de informatietechnologie gebruikt wordt voor de tijd die verstrijkt tussen het moment van verzenden van data op plek A tot het moment van ontvangst van deze data op plek B. Het gaat dus om de vertraging die een datastroom door het verzenden van plek A naar plek B kan oplopen. De hoogst haalbare snelheid om gegevens te verzenden is de snelheid van het licht. In de financiële wereld, en voor high frequency traders in het bijzonder, is het essentieel dat de data die zij gebruiken voor het handelen met de kleinst mogelijke vertraging krijgen. De financiële sector investeert dan ook grote bedragen in data-infrastructuur met “ultra-low latency”.

Liquiditeit = liquiditeit staat voor de mate waarin een bepaald goed of een bepaalde belegging snel kan worden omgezet in contant geld. Een markt wordt liquide genoemd als er altijd kopers en verkopers actief zijn, waardoor partijen snel in en uit de markt kunnen stappen.

NASDAQ = gemeten naar het aantal dagelijks verhandelde aandelen is de NASDAQ de grootste aandelenmarkt van de Verenigde Staten. Het was de eerste beurs waar de handel volledig elektronisch, dus zonder fysieke beursvloer, werd afgehandeld. Er worden vooral veel technologie-aandelen verhandeld.

NYSE = New York Stock Exchange. Een van de grootste aandelenbeurzen ter wereld waarvan de beursvloer gevestigd is aan Wall Street. In 2007 fuseerde de NYSE met Euronext, de organisatie waar onder andere de beurzen van Parijs en Amsterdam onder vallen.

Quant = een aanduiding voor een persoon, werkzaam in de financiële sector, die gespecialiseerd is in kwantitatieve analyse. Zij schrijven de algoritmen die worden gebruikt voor de supersnelle geautomatiseerde beurshandel. Vaak hebben ze een achtergrond als wiskundige of natuurkundige. De principes uit deze vakgebieden passen ze vervolgens toe op de financiële sector.

Quote = de actuele (indicatieve) bied- en laatprijs voor een bepaald aandeel. Het geeft de onder- en bovengrens aan van de prijzen waarvoor handelaren op dat moment bereid zijn aandelen te kopen of te verkopen.

"S&P 500 Index" = een belangrijke Amerikaanse aandelenindex die is samengesteld op basis van de aandelen van 500 Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven. Door het grote aantal aandelen dat in de index is opgenomen, is het een van de nauwkeurigste graadmeters voor de aandelenmarkt. De index is samengesteld door Standard & Poor's (S&P) een toonaangevende aanbieder van financiële informatie.

SEC = Securities and Exchange Commission. De SEC is een orgaan van de Amerikaanse federale overheid dat belast is met het toezicht op en de regulering van de Amerikaanse effectenmarkten (waaronder ook de aandelenmarkten). Samen met de CFTC was de SEC verantwoordelijk voor het officiële onderzoek naar de flash crash van 6 mei 2010.

SPY = de SPY is een zogenaamd Exchange Traded Fund (ETF), in Nederland vaak aangeduid als “indexfonds” of “indexvolger”. Een indexfonds is een beursgenoteerd beleggingsfonds waarin alle aandelen uit een specifieke beursindex zijn opgenomen. In het geval van de SPY zijn dat alle aandelen uit de S&P 500 index.

"Tick data" = hiermee wordt de datastroom bedoeld die alle afgegeven bied- en laatprijzen en alle transacties voor een bepaald aandeel vastlegt. Bij iedere afgegeven prijs en transactie hoort een zogenaamde time stamp (een bijbehorend exact tijdstip). Deze time stamps zijn tot op de nanoseconde nauwkeurig.

"Time Stamp" = de registratie van de tijdstippen waarop prijzen worden afgegeven, orders geplaatst en transacties worden afgewikkeld.

Volatility = betekent letterlijk volatiliteit. Het is een ander woord voor de beweeglijkheid van de markt. Op de aandelenmarkt is deze te meten aan de hand van de omvang en de frequentie van de koersbewegingen.

"Waddell & Reed" = een vermogensbeheerder met eigen beleggingsfondsen, gevestigd in Overland Park, een voorstad van Kansas City. Volgens persbureau Reuters is Waddell & Reed de partij achter een verkooporder van 75.000 e-mini contracten op 6 mei 2010. Volgens het onderzoek van de Amerikaanse toezichthouders SEC en CFTC zou deze order de aanleiding zijn geweest voor de flash crash op die dag.

"Zwarte doos" = iets waarvan de inhoud of werking onduidelijk of onbekend is. Er wordt iets ingevoerd en vervolgens komt er een eindresultaat uit, maar hoe dat tot stand is gekomen blijft onduidelijk; dat is voor de buitenwereld niet inzichtelijk. Bij een black box is er vaak ook niet of nauwelijks sprake van menselijke tussenkomst: er is een geautomatiseerd systeem dat het hele proces afhandelt. Bij beurshandel gaat het meer specifiek over de geheel automatische afhandeling van orders.

Met dank aan "De Financiële Begrippenlijst": www.dfbonline.nl