In juni van dit jaar becijferde de Algemene Rekenkamer dat de Nederlandse overheid voor in totaal 465 miljard euro garant staat voor risico's van burgers, bedrijven en andere eurolanden. De financiële sector staat voor een belangrijk deel aan de basis van deze risico’s. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat de uitstaande garanties sinds het uitbreken van de kredietcrisis spectaculair gegroeid zijn van 42% van het bruto binnenlands product (BBP) naar 77% van het BBP.

In het rapport “Risico’s voor de overheidsfinanciën” analyseert de Rekenkamer waar de Nederlandse belastingbetaler allemaal voor garant staat als de Nederlandse overheid de financiële sector in een crisissituatie opnieuw te hulp zou moeten schieten. De analyse staat samengevat in deze figuur:

De Rekenkamer benadrukt dat het onmogelijk is om de riscico’s exact te becijferen, de garanties leiden immers alleen tot kosten als er ook echt een beroep op wordt gedaan. Kees Vendrik van de Algemene Rekenkamer zei hierover bij BNR: "Dat is de million-dollar-question, dat zou iedereen willen weten. Maar tot op heden zien we dat op die garanties vrijwel niet wordt getrokken." Maar dat betekent volgens de Rekenkamer niet dat garanties geen geld kosten: "Met een forse landencrisis in Europa kunnen wij niet onze hand in het vuur steken dat al die garanties gratis zijn."