Wat gaat de oprukkende platformeconomie ons brengen: meer vrijheid, blijheid of meer sociale ongelijkheid?

Het is een gewone doordeweekse dag. ’s Ochtends laat u de via Upwork aange-klikte tuinman voor het fijnere schoffelwerk binnen (Robert heet hij vandaag, een jongen met groene vingers, dat zie je zo; Henri van vorige week kon nog geen blauwvaren van heermoes onderscheiden, en dat heeft hij geweten, want uw waardering loog er niet om), u wijst hem het onkruid rond uw tuinhuisje (waar u slaapt wanneer u uw stadsappartement via Airbnb verhuurt) en u stapt fluitend in uw via SnapCar gereserveerde auto. Onderweg nog even op Helpling een huishoudstertje ritselen (dat wasje moet nu echt eens gedaan) en via Temper een extra handje voor de avondshift in uw All You Can Eat spareribsbar, en niets staat een stralende dag in de weg (o ja, niet vergeten via Deliveroo nog wat sushi te laten aanrukken; elke dag spareribs is ook weer zoiets).

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

De platformeconomie rukt op. Steeds meer goederen en diensten worden online of via een app verhandeld of gedeeld. Over de vraag of dat een wenselijke ontwikkeling is, lopen de meningen uiteen. Waar de een hoog opgeeft van het gemak en de keuzerijkdom voor de consument, en de vrijheid en flexibiliteit voor de werknemer prijst, en meent dat die nieuwe economie zorgt voor een noodzakelijke flexibilisering van de arbeidsmarkt, ziet de ander doorgeschoten marktdenken en vogelvrije kluswerkers.

Een maatschappij van haves en have-nots zal ontstaan, klinkt het. Aan de ene kant zij die aan die platformeconomie verdienen, dankzij eigen bezit (auto, huis, boot) of een flinke portie ‘reputatiekapitaal’ (de juiste naam, de juiste representatieve vaardigheden, een onbevlekt blazoen; is daarvan geen sprake dan ben je gezien, want algoritmes kennen geen genade), aan de andere kant de moderne dagloners, karig betaalde klusjes bij elkaar sprokkelend, in een dure huurwoning (geen bank verstrekt een hypotheek), in de zekerheid dat niemand zich om hen zal bekommeren mocht het tegenzitten, of als de ouderdom zich aandient: geen verzekering, geen uitkering, geen pensioen.En dan is er nog een probleem, menen de critici: doordat de flexwerkers (en de platforms) geen sociale premies afdragen en belastinginkomsten terug-lopen, wankelt het hele stelsel van sociale zekerheid.

In Tegenlicht duikt Roland Duong in deze nieuwe wereld van de ‘klik-en-kluseconomie’. Poldermodel en verzorgingsstaat staan op het spel. Wat te doen? Laten we de klussers spartelen of bieden we ze vaste poldergrond?