Zijn er lessen getrokken uit de financiële crisis van 2008? Is er sindsdien iets veranderd of staan we aan de vooravond van een nieuwe crash? Vier Nederlandse deskundigen spreken zich uit.

Zouden we in 2008 ook een financiële crisis hebben gehad als er beter naar vrouwen was geluisterd? Die vraag komt aan de orde in twee uitzendingen naar aanleiding van de tiende verjaardag van de crisis. VPRO Tegenlicht gaat op bezoek bij drie hedendaagse ‘Cassandra’s’, vrouwen die de crisis voorspelden maar werden genegeerd. Journaliste Izabella Kaminska, voormalig bankier Nomi Prins en econome Ann Pettifor waarschuwden jarenlang vergeefs voor de losgeslagen bankensector en de opgeblazen Amerikaanse hypothekenmarkt. En het drietal waarschuwt nu opnieuw voor een volgende crash. Volgens hen zijn er nog steeds te veel giftige bankproducten in omloop, is er sprake van een nieuwe bubbel, en creëren centrale banken veel te veel geld uit het niets. 

Ook de documentaire Inside Lehman Brothers: The Story Goes on draait om (Afro-Amerikaanse) vrouwen die al voor de krach beseften dat er iets goed mis was. Ze werkten in Californië voor het bedrijf BNC Mortgage, dat eigendom was van Lehman Brothers. Daar moesten ze zo veel mogelijk subprime loans verkopen, woekerhypotheken voor mensen met een kleine beurs. ‘We verkochten een droom die niet bestond,’ zo formuleert een van hen het treffend. Toen ze protesteerden, werden ze geïntimideerd en ontslagen. Ook deze documentaire voorspelt weinig goeds voor de toekomst. Er is weinig tot niets veranderd in de financiële wereld, zo klinkt het. Verantwoordelijken zijn niet gestraft, Trump dereguleert er weer lustig op los, en de subprime loans zijn terug onder een andere naam: non-prime loans. Zijn er dan helemaal geen lessen geleerd, en staan we aan de vooravond van een nieuwe crisis? De VPRO Gids vroeg het vier Nederlandse experts.

Rens van Tilburg

- Directeur Sustainable Finance Lab van de Universiteit Utrecht

‘Ik denk inderdaad dat er een grote kans is dat het weer uit de hand loopt. De financiële sector is niet wezenlijk hervormd. Ja, er zijn nieuwe regels ingevoerd, maar de financiële dynamiek die tot de crisis van 2008 leidde bestaat nog steeds. 

Wat 2008 anders maakte dan voorgaande crises was dat het echt een wereldwijde crisis was. Dat kwam doordat de financiële cyclus, die altijd al bestond, door het internet en de sterk gedereguleerde financiële wereld steeds heviger en mondialer is geworden. In de opgaande fase van die cyclus stijgen de prijzen van vastgoed en aandelen, wat leidt tot optimisme en een vraag naar krediet. Zo ontstaat een bubbel, totdat het sentiment keert en de cyclus aan zijn neergang begint. Omdat alles in de wereldeconomie met elkaar verweven is, loop je dan grote kans op een wereldwijde schok. 

Je ziet nu dat de cyclus alweer in de zeepbelfase verkeert. Kijk naar de torenhoge beurzen en de stijgende huizenprijzen in Amsterdam, Londen, Sydney en Frankfurt. Zonder goede ankers en grenzen blijf je dat patroon houden.

Waarom blijven we die fout dan toch maken? Allereerst heeft de financiële sector daar zelf natuurlijk belang bij, in elk geval op de korte termijn, als door stijgende prijzen iedereen meer gaat verdienen. En politici gaan daarin mee omdat op de korte termijn burgers er ook beter van worden. Veel mensen profiteren van de stijgende huizenprijzen. Maar wij als Sustainable Finance Lab zeggen: je moet jezelf op de korte termijn soms dingen ontzeggen om op de langere termijn een stabielere economie te krijgen waar iedereen bij gebaat is. Die boodschap kwam best goed aan in crisistijd, maar helaas minder nu het weer beter gaat.

Toch wil ik ook wel iets positiefs zeggen. Mocht er weer een crisis komen, dan denk ik wel dat we nu veel beter weten hoe we moeten reageren. Er is de afgelopen tien jaar door heel veel mensen – bij de overheid, in de financiële sector en in de academie – nagedacht over het probleem, en we hebben een heel programma klaarliggen. Dat was in 2008 heel anders. Mensen wilden wel dingen veranderen, maar ze hadden geen idee wat er moest gebeuren.’

Henriëtte Prast

- Hoogleraar Finance aan Tilburg University, Eerste Kamerlid D66, woordvoerder financieel toezicht

‘Of er weer een bankencrisis komt kan ik niet inschatten. Ik weet niet alles over de posities van de banken, maar je hoort mij niet zeggen dat alles onder controle is. Er is de afgelopen jaren veel gebeurd op het gebied van bankentoezicht, maar het is nog niet genoeg.

In 2004 heb ik samen met Gillian Garcia voor de Nederlandsche Bank een aantal aanbevelingen geschreven om het systeem veiliger te maken. We zeiden: 
1) verhoog het bedrag waarop klanten kunnen rekenen volgens het depositogarantiestelsel – dat was toen maar 20.000 euro. 
2) Maak een fonds waarin banken geld storten zodat ook de failliete bank meebetaalt. 
3) Laat de premies van dat fonds afhangen van de risico’s die banken nemen. Wie meer risico neemt, moet meer bijdragen. 

Een aantal van die maatregelen zijn sinds de crisis doorgevoerd. Zo heeft minister Zalm het garantiebedrag opgetrokken naar 100.000 euro. Ook is er binnen de eu een fonds opgericht voor afwikkeling, wat eigenlijk redden betekent. Dat afwikkelingsfonds is bedoeld voor banken die niet failliet mogen gaan, omdat ze dan het stelsel in hun val meeslepen, en wordt bij elkaar geharkt door premies van banken. Die premies zijn ook gebaseerd op de risico’s die ze nemen. Allemaal prima, alleen: die koppeling is onvoldoende. Daardoor kunnen die grote banken nog steeds te goedkoop aan geld komen, en meer groeien dan goed is voor de stabiliteit. 

Een andere maatregel die is genomen, houdt in dat aandeelhouders van banken moeten meebetalen bij een faillissement. Bail-in noemen we dat. Maar we zien dat die bail-in eigenlijk geen geloofwaardige dreiging is voor beleggers, want die brengen nog altijd hun geld liever naar grote banken dan naar kleinere banken.

Tot slot zou je eigenlijk een Europees depositiestelsel willen, net zoals we nu een Europees afwikkelingsfonds hebben. Dan ga je toe naar een voltooiing van de ban­kenunie. Er zijn enkele landen, waaronder Nederland, die dat tegenhouden. Die zeggen: wij hebben geen zin om op te draaien voor het faillissement van een Italiaanse bank, laat ze zelf eerst hun zaken maar op orde krijgen. Maar wat je eigenlijk wil om de stabiliteit te vergroten in de eu is: de band tussen banken en de overheid als redder doorknippen. Dat dreigt zo niet te gebeuren als de hervorming van die depositogarantie niet wordt doorgezet.’ 

Coen Teulings

- voormalig directeur Centraal Planbureau, schreef het boek Over de dijken – Tien jaar na het uitbreken van de financiële crisis

Komt er een nieuwe crisis aan? Dat acht ik niet heel waarschijnlijk. Na de crisis van 1929 heeft het tachtig jaar geduurd voordat er weer zo’n crisis kwam. Ik zie wel dat veel dingen die in de jaren dertig zijn gebeurd, zich nu met enige vertraging herhalen. Te veel bezuinigingen door de overheid, de opkomst van het populisme, een dreigende handelsoorlog.

Het grootste gevaar is dan ook niet een nieuwe bankencrisis, maar een crisis in de internationale organisaties en de wereldorde die daarvan het gevolg is. Ik denk dat de Brexit en vooral Donald Trump de wereld vergaand zullen veranderen. Voor Nederland is het daarom belangrijk om over de dijken te kijken, zoals ik in mijn boek schrijf. En daarmee bedoel ik: naar Europa. 

De Brexit, die normaal gesproken onomkeerbaar is, heeft Nederland beroofd van een belangrijke bondgenoot in de EU. Daarom moeten we de relaties met Frankrijk en Spanje aanhalen. Onze antipathie jegens Frankrijk is nergens op gebaseerd. 

Het zou ook goed zijn als Nederland en Duitsland zouden stoppen met hun bizarre kritiek op het beleid van de ECB, en met name op bankpresident Mario Draghi. Het beleid dat hij voerde is in wezen overal ter wereld gevoerd: de rente laag houden, overheidsobligaties opkopen. Zonder dat beleid had de euro niet meer bestaan.

Nederland was in Europa altijd een land dat centraal stond in de meningsvorming. Eerst kwamen de drie grote landen aan het woord, en dan formuleerde Nederland een compromis. Dat was een heel aantrekkelijke positie, en ik denk dat we die terug moeten proberen te krijgen. Dat is een veel effectievere manier om onze belangen veilig te stellen dan voortdurend roepen dat er bevoegdheden terug moeten uit Brussel. Daar is de afgelopen tien jaar niks van terechtgekomen. Sterker: er zijn meer bevoegdheden naar Brussel gegaan.

Je ziet dat het vertrouwen van de Nederlandse burger in de EU weer toeneemt, al was het maar vanwege Trump. Dat vertrouwen blijkt veel groter dan politici dachten, net als in andere landen. Niet voor niets zijn de campagnes van Wilders en Le Pen tegen de euro doodgeslagen. Zelfs de Italianen zijn er als puntje bij paaltje komt van overtuigd dat hun toekomst in Europa ligt.’ 

'Er is vooral veel gedaan aan symptoombestrijding' 

Esther-Mirjam Sent

Esther-Mirjam Sent

- Hoogleraar economische theorie en economisch beleid aan de Radboud Universiteit, Eerste Kamerlid PvdA 

‘Je moet economen nooit om voorspellingen vragen, maar het zou mij niet verbazen als er opnieuw een crisis komt. Je ziet weer ontwikkelingen die vergelijkbaar zijn met de aanloop naar de crisis in 2008. Te hoge beurskoersen, hoge overheidsschulden, een oplopende rente. En daar komen de Brexit en Donald Trump met zijn protectionistische beleid nog bij. 

Dat wil niet zeggen dat er de afgelopen tien jaar geen goede dingen gedaan zijn. We hebben hervormingen doorgevoerd in de bankensector, we hebben de gevolgen van de crisis goed opgepakt. Maar ik denk dat we de oorzaken nog onvoldoende hebben aangepakt. 

De Nederlandse economie blijft kwetsbaar. We hebben erg veel bezittingen, maar ook erg veel schulden. De bezittingen zitten in pensioenen en kunnen niet makkelijk worden ingezet, de schulden zitten in hypotheken. Dat maakt ons erg kwetsbaar bij economische schommelingen, of als de huizenzeepbel barst. 

Ook binnen Europa is er vooral veel gedaan aan symptoombestrijding. We hebben overheden geholpen die in de problemen zaten, maar er bestaan nog steeds te veel onevenwichtigheden in de economische unie. Het oosten kampt met lage lonen, het zuiden met hoge staatsschulden en onvoldoende concurrentiekracht. In het noorden stijgen de lonen te weinig. 

De politiek heeft ook fouten gemaakt. Er zijn bezuinigingen doorgevoerd op het slechtst mogelijke moment – toen de economie in het slop zat. Terwijl je juist nu het goed gaat geld zou moeten sparen voor moeilijker tijden en het niet zou moeten verkwanselen aan het afschaffen van een dividendbelasting. 

Ik heb in 2008 gezegd dat de crisis nooit had plaatsgevonden als Lehman Brothers Lehman Sisters had geheten. Daar denk ik nu genuanceerder over. Alleen vrouwen aan de top is ook niet goed, je moet brothers én sisters hebben. Maar met de diversiteit in de top van de bankenwereld is het nog steeds treurig gesteld. Ook dat is gevaarlijk: zo beperk je het tegengeluid dat je nodig hebt om te ontkomen aan een kokervisie.’

 

Kom woensdag 19 september om 20.00 uur naar de VPRO Tegenlicht Meet Up ‘Stilte voor de cra$h’ in Pakhuis de Zwijger te Amsterdam. Met onder anderen regisseur Marije Meerman en econoom Ester Barendregt. Toegang is gratis, reserveren kan via dezwijger.nl/tegenlicht.