Abdullah Gül werd in 1950 geboren te Kayseri, Centraal Turkije. Hij studeerde economie aan de universiteit van Istanbul en verbleef tijdens zijn studie ook enige tijd in Londen en Exter.

Korte biografie

Van 1980 tot en met 1983 doceerde Gül economie, waarna hij zijn doctoraat behaalde. In 1883 ging hij aan de slag bij de Bank voor Islamitische Ontwikkeling in Jeddah, Saoedi-Arabië, waar hij tot 1991 werkzaam was.

Het jaar 1991 luidde het begin van Gül’s politieke carrière in. Hij werd lid van de islamitische Welzijnspartij onder leiding van Necmettin Erbakan en nam zitting in het parlement. In 1997 werd Erbakan premier van Turkije. Dit zou echter niet lang duren: het leger vreesde voor de seculiere grondbeginselen van de staat en greep in. In 1998 werd de Welzijnspartij verboden.

Sindsdien presenteert Gül zich nadrukkelijk als een liberale moslim. Samen met Recep Tayyip Erdogan, de ex-burgemeester van Istanbul, richtte hij in 2001 de Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij op (AKP). Het leger en de seculiere partijen in Turkije wantrouwen de AKP vanwege haar islamitische karakter. Toch wordt de AKP door velen ook als een progressieve partij gezien, die (economische) hervormingen niet schuwt en groot voorstander is van Turkije’s toetreding tot de Europese Unie.

Hoewel de AKP in 2002 een grote meerderheid in het parlement won, kon leider Erdogan geen premier worden vanwege een eerdere veroordeling voor het aanzetten tot religieuze haat. Gül vormde daarom een tijdelijke regering en zorgde ervoor dat Erdogan’s veroordeling niet langer van kracht was. In maart 2003 werd Erdogan alsnog premier. Gül werd vice premier, alsook minister van Buitenlandse Zaken.

Op 24 april 2007 maakte Erdogan Gül’s kandidaatstelling voor het presidentschap bekend, wat in Turkije tot veel commotie leidde. Het leger en de seculiere oppositie verzetten zich tegen de kandidaatstelling, waardoor Erdogan zich ertoe gedwongen zag vervroegde parlementsverkiezingen uit te schrijven. Op 22 juli 2007 behaalde de AKP een grote verkiezingszege. Weer verklaarde Gül dat hij zich verkiesbaar wilde stellen voor het presidentschap en op 28 augustus werd hij beëdigd tot president. Grote afwezige bij de ceremonie was de legertop, die daarmee opnieuw uitdrukte niets te zien in Gül’s presidentschap.