Over de militante Islamistische beweging waar Montasser al-Zayat ooit lid van was en later succesvol mee heeft onderhandeld over een wapenstilstand tussen deze groep en de Egyptische regering.

Gama'a al Islamiya betekent letterlijk ‘de islamitische groep’. Gama’a al Islamya ontstond in de jaren 1970 als militante studentenbeweging, maar groeide al snel uit tot een van de belangrijkste, actiefste groepen van de Islamistische beweging in Egypte. Inclusief logo en huiskleur groen. De blinde sjeik Omar Abdel-Rsahman wordt gezien als de spirituele leider van de beweging.

Gama’a al Islamiya is een bovengrondse militante actiebeweging die de sociale revolutie wil bewerkstelligen voor een islamitisch bestuurde staat. Hun acties bestonden aanvankelijk uit het bestormen van videowinkels, muziek evenementen en drankwinkels. Maar hun optreden werd al snel militanter. Ze pleegden tal van bomaanslagen en moorden. Naast toeristen was ook de koptische minderheid in Egypte een van hun doelwitten. Een van hun woordvoerders was Karam Zudhy die na de aanslag op Sadat ook in hetzelfde cellenblok als Al Jihad kopstuk Zawahiri en Montasser al Zayat had vastgezeten. Toen in 1991 een van de kopstukken van de organisatie door de Egyptische veiligheidsdiensten werd vermoord nam het geweld van de groep toe. Ze intensiveerden hun aanvallen. Ze vermoordden onder meer het hoofd van de Egyptische veiligheidsdienst, veel politieagenten, een parlementariër en critici van de Islamisten. Ook richtten ze zich op de bloeiende toeristenindustrie. Met handgemaakte explosieven pleegde de groep aanslagen op bussen en treinen. Cruiseschepen werden onder vuur genomen. In de jaren ´90 worden meer dan 1200 mensen uit naam van Gama´a al Islamiya vermoord. De Egyptische regering reageerde met zeer hardhandig optreden tegen Islamisten en hun familieleden. Duizenden Egyptenaren belandden in de gevangenis.

Intussen begon een deel van de Islamisten het geweld steeds meer tegen te staan. Er kwam een debat op gang over de legitimiteit van het gebruik van geweld. (Een zeer uitgebreid en interessant artikel over de geweldsdiscussie binnen de Islamitische beweging zie het artikel ‘The rebellion Within’). Ook binnen de gevangenis ontstond er discussie. Steeds meer leiders en volgelingen van Gama’a al-Islamiya begonnen geweldloosheid te propageren. Dit leidde in 1997 tot onderhandelingen tussen de organisatie en de Egyptische regering. Gama’a al-Islamiya zou het geweld afzweren in ruil voor de vrijlating van duizenden gevangenen. Montasser al-Zayat speelde als oudgediende van de Gama’a al-Islamiya een belangrijke rol in de onderhandelingen. Zo wist hij de Egyptische regering ervan te overtuigen enkele belangrijke, invloedrijke leiders van de groep toe te staan een ronde te maken langs gevangenen om de aanhangers te overtuigen van de wapenstilstand.

Zawahiri, die zich in een radicalere richting had ontwikkeld en samen met Bin laden Al Qaeda had opgericht, probeerde de onderhandelingen te saboteren. Hij zag het geweldloze initiatief als onacceptabele capitulatie van het militante Islamisme. Hij besloot tot een aanval in een belangrijke toeristische trekpleister nabij Luxor. Zes mannen, verkleed in politie uniformen, openden het vuur op toeristen. De moordpartij duurde ongeveer drie kwartier, en doodde 71 mensen.

De aanval ondermijnde het geweldloze initiatief niet – integendeel. Men keerde zich te meer tegen het geweld. De gevangen leiders van de Gara’am al-Islamaya publiceerden een serie ‘herzieningen’, waar ze hun nieuwe ideeën over geweldloze strijd uiteen zetten. In 1999 riep de Gama’ya bal-Islamiya op tot een einde van alle gewapende acties, niet alleen in Egypte maar ook tegen de Verenigde Staten. Duizenden gevangenen werden vrijgelaten.