De Tsjetsjeen Yandarbiev werd tot aan zijn dood op 13 februari 2004 gezien als één van de belangrijkste fondsenwervers voor de Tsjetsjeense strijd.

Zo heeft de oud president van de Republiek Tsjetsjenië, nadat in 1999 het conflict met de Russen weer was opgelaaid, onder meer steun gezocht in Pakistan en bij de Talibanleider Mullah Omar in Afghanistan. Met de verkregen steun wilde Yandarbiev een leger van mujahedeen verzamelen om een verrassingsaanval op het Russische leger uit te voeren. Gelet op de contacten die Yandarbiev onderhield, hebben de Amerikaanse autoriteiten en de Verenigde Naties zijn naam op een lijst gezet met personen die banden zouden onderhouden met Al-Qaeda.

Ook wordt Yandarbiev in verband gebracht met het gijzelingsdrama in het Moskou theater dat in oktober 2002 heeft plaatsgevonden. De laatste jaren van zijn leven bracht Yandarbiev door in ballingschap in Qatar. En ondanks een verzoek van Interpol heeft Qatar Yandarbiev nooit uitgeleverd. Uiteindelijk komt de Tsjetsjeen op 13 februari 2004 door een autobom om het leven. De twee Russische agenten die hiervoor in Qatar tot levenslang zijn veroordeeld, zijn inmiddels aan de Russische autoriteiten overgedragen.