Ahmed Aboutaleb

Zomergasten 2015

  • Jonathan Maas
  • Jeroen Slot
  • Robin Verdegaal

Een kind dat leest en schrijft voor het hele ongeletterde Marokkaanse dorp, een studiebol die liever met zijn neus in de boeken zit dan dat ‘ie voetbalt met de jongens op het schoolplein en een bestuurder die niet terugdeinst om de inwoners van zijn stad een stevig potje op te voeden: de vele gezichten van Ahmed Aboutaleb.

fragmenten

Het gezin leeft gespeend van enige luxe in een tweekamerhuisje met een stukje grond eromheen, waar kikkererwten en linzen worden verbouwd. Het ontbijt bestaat uit het opwarmen van twee dagen oud brood dat met wat olie en suiker eroverheen wordt geserveerd, de overige twee maaltijden bestaan uit aardappels met wat jus eroverheen. Er is geen stromend water. Hoe de familie dan toch aan drinkwater kwam?

waar het water vandaan kwam

Aboutaleb gaat naar school: de lts, een voorloper van het huidige vmbo. Hij doorloopt die met eigenzinnigheid en ontpopt zich als een nerd avant la lettre: terwijl de andere jongens met opgevoerde brommers rommelen, zit hij het liefst te studeren.

LTS-periode

‘Goedenavond, er staat in de verschillende omroepbladen dat ik praat met kinderen van gastarbeiders. Dat betekent niet dat ze zes of zeven zijn, maar dat ze van de tweede generatie zijn. We hebben de term gastarbeiders maar aangehouden omdat...uhm…dat er toch niet meer uit is te slaan. En ‘buitenlandse werknemers,’ daar beginnen mensen om te giechelen. Videorecorder is tenslotte ook een term, dus laten we dat maar aanhouden nu. Ze mogen allemaal lang opblijven want deze kinderen zijn tussen de achttien en 27. Ze zijn ook van verschillende nationaliteiten en we willen vooral met ze praten over hoe ze hier leven, of ze Nederlanders zijn geworden, of ze zich buitenlanders blijven voelen, terug willen of willen blijven. Hoe wij ons tegen ze gedragen en hoe zij dat verder voelen. Ze spreken allemaal fantastisch Nederlands (…) Naast mij zit Ahmed Aboutaleb en die is twintig jaar, hoop ik althans tenminste. Ahmed is een jongen moet ik erbij zeggen. Hij is Marokkaan.’

Ahmed Aboutaleb stelt zich voor in Rust Zacht (1982)

jeugdvriend houcine benghanem: 'aboutaleb stak met kop en schouders boven iedereen uit'

De vriendschap tussen Benghanem en Aboutaleb gaat zo’n 38 jaar terug. Ze leerden elkaar kennen toen Benghanem hulpverlener was bij een Haagse stichting die hulp bood aan migranten die geïsoleerd dreigden te raken. De jonge Aboutaleb kwam aanwaaien met een serie geschreven artikelen, om te laten zien wat hij in zijn mars had. Hij wilde zich wel inzetten voor de Nederlands-Marokkaanse gemeenschap en had daar ook ideeën voor. Een verademing voor Benghanem, om iemand over de vloer te krijgen die geen problemen had, maar met een andere benadering kwam. Het contact intensiveerde zich en Benghanem en Aboutaleb richtten de vereniging voor Haagse Marokkanen op. Ze organiseerden activiteiten, van Nederlandse taalles en sportactiviteiten tot fotograferen en schilderen. Ook zorgden zij voor groepstrainingen om de deelnemers mondiger te maken en in staat te stellen om actief te worden in de wijk waarin zij woonden. ‘Weer eens wat anders dan spreekuur houden om individuele problemen op te lossen’, zegt Benghanem.

Aboutaleb, de student
© Leon Römer

‘Door de groepsactiviteiten konden we mensen bewust maken van hoe je los kunt komen van de dagelijkse rompslomp.’ Toen al viel op hoe Aboutaleb dingen wist te organiseren: met overredingskracht en goede beargumentering wist hij mensen te mobiliseren en dingen voor elkaar te krijgen. 'Hij stak met kop en schouders boven iedereen uit.
’ Hielpen de projecten om jonge mensen bij de samenleving te krijgen? ‘Het is moeilijk meetbaar’, zegt Benghanem, ‘maar de activiteiten werden goed bezocht en het maakte jongeren in ieder geval actiever en meer bewust van hun mogelijkheden.’
Benghanem is twintig jaar ouder dan Aboutaleb maar het leeftijdsverschil heeft een vriendschap nooit in de weg gestaan. ‘Hij was ook als jonge jongen al op niveau,’ herinnert Benghanem zich. ‘Hij is nieuwsgierig en leergierig, hongert naar kennis.’ Ze zien elkaar nog steeds, al is het minder geworden door het drukke bestaan van de Rotterdamse burgemeester.  

job frieszo: 'aboutaleb was geen lachebekje'

‘Ik was eindredacteur van Radio Thuisland, een programma met en voor jongeren van allochtone komaf. Het was een jonge redactie, ik was zelf een jaar of 25. De sfeer was los en uitgelaten. Aboutaleb was daarbinnen een beetje een vreemde eend in de bijt, want hij was erg serieus, bepaald geen lachebekje. Het leek erop dat hij zichzelf van een opdracht had voorzien, hij had gewichtiger zaken aan zijn hoofd dan redactiehumor.

Hij behoorde tot de belangrijkste verslaggevers. Inhoudelijk was hij altijd goed op de hoogte en hij nam overal een standpunt over in. Zijn items waren goed van kwaliteit. Mijn enige puntje van kritiek was dat ze soms wat ouwelijk van toon waren. Hij was geen beroepsjournalist, maar maatschappelijk zeer betrokken. Hij gebruikte de radio om dat wat hij belangrijk vond voor het voetlicht te krijgen.  

Als ik extrapoleer is zijn huidige carrière totaal logisch. Hij is een geboren leider, hij had als jonge jongen al gezag. Als een redactielid grapjes over de islam maakte en ludiek een imam nadeed, corrigeerde Aboutaleb die meteen: “Niet flauw doen”. Dat deed je dan vervolgens ook niet meer. Hij had een natuurlijke autoriteit en dwong respect af.’  

hedy d'ancona: 'aboutaleb was een rolmodel'

Hedy d’Ancona had als minister migrantenbeleid in haar portefeuille. De ironie wil dat ze nauwelijks migranten om haar heen zag. Die waren er toen niet op het ministerie op hoge posten.

Aboutaleb viel op, simpelweg omdat hij van Marokkaanse komaf was.

Ook opvallend was dat hij credits van de straat had, van de Marokkaanse straatschoffies.
Dat bleek toen D’Ancona voor een mediacampagne om zes uur ’s ochtends kranten moest bezorgen onder toeziend oog van camera’s (er speelde toen iets in de maatschappij dat er te weinig krantenbezorgers waren). 

© Robin Utrecht / Hollandse Hoogte

D’Ancona: ‘Al die Marokkanen kenden hem, de jongens op straat waren trots op hem. Hij was een rolmodel. Een prima man om de straat met de staat te verbinden.’  

kritiek uit marokkaanse hoek

Aboutaleb is nooit verlegen om een gepeperde uitspraak en pakt ook door met zijn beleid. Zo stopt hij de subsidie van slecht presterende islamitische scholen. Als wethouder houdt hij moslims voor dat ze moeten meebouwen aan de maatschappij en dat ze zichzelf vooral niet tot slachtoffer moeten maken.

slachtofferrol

Hugo de Jonge, wethouder onderwijs, jeugd en zorg in Rotterdam

Hugo de Jonge
© Jan de Groen / Hollandse Hoogte

‘Aboutaleb is bestuurder maar ook in en in een politicus. Als bestuurder staat hij boven de partijen en zorgt hij dat hij een boegbeeld is op momenten dat er crisis is. Maar hij houdt ook erg van het politieke debat en de manier hij dat voert is polemisch en opiniërend. Hij is een man met een eigen verhaal en een eigen boodschap. Als kind van nauwelijks geschoolde ouders heeft hij zich binnen één generatie opgewerkt tot een van de meest invloedrijke bestuurders van Nederland. Met zijn presentie geeft hij die boodschap dagelijks af aan de stad. Het is een beetje de Amerikaanse droom: als je maar hard werkt en de lat hoog legt voor je jezelf kun je het allerhoogste bereiken. Hij kan snel schakelen en van perspectief wisselen. Hij is net zo makkelijk met de premier als met kansarme jongeren en tante Nel uit Crooswijk. Hij spreekt mensen fel toe. Als Rotterdammers klagen over jeugdoverlast zegt hij: “Maar het zijn uw kinderen, hoe laat zorgt u dan dat ze binnen zijn?” Jongeren die klagen over dat er te weinig te doen is in de wijk omdat er een buurthuis dicht is, pareert hij met: “Waarom vraag je om een hangplek in plaats van om een bibliotheek?”

Een keer waren we op werkbezoek in Rotterdam-Zuid, in een zaaltje met allemaal bewoners van die wijk. Op de voorste rij allemaal kindjes van een jaar of 9/10, blij dat ze de burgemeester mochten ontmoeten. Toen vroeg Aboutaleb hen: “Jongens, het is half 9. Hoe oud zijn jullie eigenlijk?” Toen ze hun leeftijd riepen, zei hij: “Wie zijn jullie moeders?” De moeders werden er bij gehaald en Aboutaleb zei: “Sorry, maar jullie gaan gewoon naar bed.” Hij stuurde de bedremmelde kinderen gewoon weg. Een goed voorbeeld van hoe direct en schoolmeesterig Aboutaleb kan zijn. Zijn appèl op ouders om er het beste van te maken met hun kinderen en zijn beroep op jongeren om hard te werken en te zorgen dat je er komt is buitengewoon geloofwaardig en krachtig. Hij ontkent niet dat er arbeidsmarktdiscriminatie bestaat, maar zegt wel: “Denk je dat ik daar niet mee te maken heb gehad?” Hij vindt niet dat je het als excuus mag gebruiken om maar niet het uiterste met je talenten te doen. Als Aboutaleb het zegt, komt het aan. Hij heeft een razend groot gezag. Wat hij in zijn eentje heeft bereikt op het gebied van integratie en acceptatie van Marokkaanse Nederlanders en wat hij representeert, daar geen twintig jaar integratiebeleid tegenop.'

Aboutaleb, de schoolmeester
© Leon Römer