Banken zijn verplicht om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan. Daarom stellen ze klantonderzoeken in als ze 'ongebruikelijke' transacties detecteren. Klanten zijn dan verplicht om mee te werken. Oussama Tazi, consultant op het gebied van financiële criminaliteit, deed zelf jarenlang klantonderzoek bij banken. Hij trekt de efficiëntie van het huidige systeem dat terrorismefinanciering moet voorkomen in twijfel.

Toen een aantal jaar geleden uit verschillende rechtszaken bleek dat banken als ING, Rabobank en ABN Amro hun anti-witwascontroles niet op orde hadden, werden er al snel maatregelen getroffen. Zo zetten banken onderzoeksafdelingen op. CCD in vakjargon, bijvoorbeeld. Costumer Due Dilligence, ofwel ‘gepaste zorgvuldigheid’. En KYC: Know Your Customer. ‘Ken je klant’. Die afdelingen, die zich focussen op klantintegriteit, zijn de afgelopen jaren enorm gegroeid.

Rond die tijd, in 2019, is Oussama Tazi bezig met het afronden van zijn studie criminologie en gaat hij op zoek naar een baan. De baankansen rondom klantintegriteitsonderzoeken vliegen hem om de oren. Hij laat ze in eerste instantie links liggen, maar na een tijd wordt hij toch nieuwsgierig. “Er waren tientallen detacheringsbureaus die mensen aan het werven waren voor banken om dit soort onderzoeken te doen.” Hij besluit te solliciteren en wordt aangenomen.

Een seintje van de computer

Tazi is niet de enige die interesse heeft in de baan. “Ik werkte samen met mensen die geschiedenis, Nederlands of bestuurskunde hadden gestudeerd. Het leek alsof ze gewoon iedereen vanaf een HBO-denkniveau hadden aangenomen.” De diverse werknemers houden zich vooral bezig met de klanten van de bank en of die zich wel aan de regels houden. “Je onderzoekt of klanten zich niet schuldig maken aan vormen van financiële criminaliteit, zoals witwassen, bepaalde vormen van fraude of belastingontduiking.”

Hoe verdachte klanten onder de aandacht komen van een werknemer, verschilt per bank, legt Tazi uit. Maar over het algemeen wordt er signaalgedreven gewerkt. De computer geeft dus een seintje als er mogelijk iets raars aan de hand is. Die transacties worden apart gehouden en kan een analist er vervolgens zelf uithalen.”

Aan Tazi wordt de aankoop van het dekseltje van Marijke haar waterkoker voorgelegd, die aan bod kwam in de Argos-uitzending van 13 april. Lees of luister dat hieronder.

Hoe Marijke's aankoop leidde tot klantonderzoek

Als haar waterkoker kuren vertoont, gaat Marijke op zoek naar een vervangend dekseltje. Ze vindt er één online, bij een Duits bedrijf. Hij kost 3,90 euro, alleen: het bedrijf levert niet aan Nederland. Dus voert Marijke het adres van een oude vriend uit Bremen in.

Nadat het pakketje bij hem wordt afgeleverd, stuurt de vriend het aan Marijke door. Marijke betaalt uiteraard de verzendkosten, 19 euro 49. Ze maakt het geld over, voegt toe: ‘Merci’ en het bedrag wordt afgeschreven van haar ING-rekening. Niet veel later krijgt ze bericht van de bank: ze willen nog wat vragen. Nooit eerder heeft Marijke zo’n bericht ontvangen. In het bericht dat ze krijgt, staat dat de controle wordt uitgevoerd in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismebestrijding. Maar Marijke vraagt zich af: wat heeft een simpele overboeking van minder dan 20 euro te maken met financiële criminaliteit?

Als Marijke met de klantenservice van de ING-bank belt, vraagt ze waarop de verdenking is gebaseerd. De medewerker geeft aan dat ze dat nou eenmaal vaker doen bij dit soort namen, uit Syrië en Irak. De vriend van Marijke heet Aslan, een niet-Nederlandse of niet-Duits klinkende naam. Als zo’n ‘verdachte’ naam voorkomt, kan de bank al vanaf één cent vragen naar gegevens, vertelt de klantenservicemedewerker haar.

Tazi: “Kijk, in het geval van Marijke gaat het om een heel klein bedrag. 19,49 euro. Dus daar ligt het niet aan.” Het gaat dus niet om witwassen, maar misschien wel om het stukje terrorismefinanciering. “Er zijn verschillende Nederlandse en internationale lijsten met namen van terroristen erop. De naam Aslan, die zou daarop kunnen staan. De bank checkt dus: gaat dit om Aslan op de lijst of niet? Alleen zitten daar gigantische problemen aan.” Want, legt hij uit, Aslan is een naam die vooral in Turkije en omliggende landen voorkomt, maar ook in Nederland wonen er heel wat mensen met die achternaam. Zo’n 1200. “En je kunt niet alle heren Aslan en hun transacties controleren, monitoren en bevragen. Dat gaat natuurlijk erg ver.”

Niet meewerken is extra verdacht

Uit eigen ervaring weet Tazi hoe bankanalisten te werk gaan. Wanneer iemand in de eerste instantie niet mee wil werken, bijvoorbeeld omdat ze zich gediscrimineerd voelen, kan dat voor een bankmedewerker juist een aanleiding zijn voor verdere ondervraging. “In de hoofden van de analisten is dat een signaal van: oké, dan is de kans nog groter dat hier iets niets klopt. We hebben in Nederland de onschuldpresumptie; je bent onschuldig totdat het tegendeel bewezen is. En nu zie je dat dat soms omgedraaid lijkt. ‘Wij vinden het verdacht, dus ga jij maar even verklaren waar dit mee te maken heeft.’”

Maar moet je als klant informatie geven aan de bank, ook als je het er niet mee eens bent? “Als het informatie is waarvan de bank heeft besloten: ‘dit willen wij echt hebben’, is het vaak onderdeel van de algemene voorwaarden die je als klant tekent. Geen één klant leest dat helemaal door natuurlijk. In de bankvoorwaarden is ook het meewerken aan informatieverzoeken van de bank verwerkt. Als jij niet voldoet aan die bankvoorwaarden, vinden banken dat ze het recht hebben om de klantrelatie te beëindigen.”

Met een kanon op een mug schieten

Het overgrote deel van de meldingen die banken doen, wordt nooit verder onderzocht. Dat is een praktisch probleem: een kwestie van mankracht. Maar een groter probleem is dat het systeem op dit moment niet efficiënt is voor het voorkomen van financiële criminaliteit, vertelt Tazi. “Vanuit mijn kennis is het heel vreemd dat er altijd wordt gesproken over witwassen en terrorismefinanciering, alsof je die twee op een hoop kan gooien. Dat is totaal niet het geval. Voor witwassen zijn indicatoren die kunnen wijzen op witwassen, bij terrorismefinanciering heb je dit eigenlijk niet.”

“Een terroristische aanslag kan ook worden gepleegd door iemand met een vuurwapen of een bestuurder die met een auto op een groep met mensen inrijdt. Dat hoeft niet zo veel geld te kosten, het kan bij wijze van voor tweehonderd euro worden gedaan. Er zijn géén indicatoren, zoals de hoeveelheid van die transacties van een bepaalde hoeveelheid of de manier waarop geld over wordt gemaakt, voor terrorismefinanciering .”

“Waar doen we dat onderzoek ook alweer precies voor?”, vraagt Tazi zich af. “Je doet het natuurlijk om financiële criminaliteit te voorkomen. Maar zijn we nu niet met een kanon op een mug aan het schieten? Er worden allerlei dingen ingezet, maar wat is uiteindelijk het resultaat? Hoeveel van de financiële criminaliteit, van witwassen, fraude en dat soort dingen, detecteer je nou echt?”

achtergrond

Discriminatie of terrorismebestrijding?

In de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering zoeken banken naar ongebruikelijke of verdachte transacties. Deze werkwijze werkt redelijk bij de opsporing van witwassen, maar experts twijfelen of dit ook geldt voor de zoektocht naar terrorismefinanciering. Worden er echt terroristische aanslagen voorkomen? En wat zijn de gevolgen voor mensen die de pech hebben een ‘verdachte’ naam te hebben?

ING Bank aangeklaagd wegens discriminatie

Drie klanten van ING Bank stappen naar het College van de Rechten van de Mens nadat de bank een onderzoek instelde naar hun transacties in verband met het voorkomen van terrorismefinanciering. De klanten stellen dat de bank hen heeft gediscrimineerd en gestigmatiseerd op grond van hun ras of nationaliteit. Mensenrechtenadvocaat Jelle Klaas: 'De ING bank onderschat totaal de impact die hun klantonderzoek heeft.’