Iran intimideert stelselmatig politiek actieve leden van een Iraans-Arabische minderheid in Nederland. Voor een aantal is de dreiging na twee eerdere liquidaties zo serieus en concreet dat veiligheidsmaatregelen zijn genomen.

Een pistool met geluiddemper klettert in de goot van de straat. Seconden daarvoor is Ahmad Mola Nissi neergeschoten. Hij is dodelijk gewond, voor zijn huis in de Haagse Jan van Riebeekstraat. De schutter probeert zijn wapen in de vluchtauto te gooien, maar in de haast valt het op de grond. De zwarte BMW 3-serie rijdt met hoge snelheid de straat uit, vol gas over een verkeersdrempel en verdwijnt uit het zicht. 

Nissi (52) is niet alleen op het moment dat hij op 8 november 2017 aan het eind van de middag wordt aangevallen. Twee vrienden - de schutter duwt hen aan de kant voordat hij drie schoten lost - weten de wegscheurende BMW nog te filmen. Minuten later arriveren nog meer bekenden van Nissi. Ze zouden bij hem thuis over hun gezamenlijke zaak praten. Nissi en zijn metgezellen streven naar een onafhankelijk Al-Ahwaz in Khoezestan, de onrustige en olierijke regio in het zuidwesten van Iran waar een Arabische minderheidsgroep woont. Zij zijn daarmee tegenstanders van de regering van Iran. 

Nissi was in 1999 oprichter van de Arab Struggle Movement for the Liberation of Ahwaz, ofwel ASMLA. Sinds 2006 woont hij in Nederland. In Iran is het te gevaarlijk voor hem. Maar ook hier laat het Iraanse regime hem en andere leden van de onafhankelijkheidsbeweging niet met rust, net als dat Nissi en de zijnen onverminderd doorgaan met hun strijd voor onafhankelijkheid. 

Vanaf het eerste moment is iedereen in zijn omgeving ervan overtuigd dat Iran achter de liquidatie zit. Dat de politie de schutter zoekt in de criminele hoek verandert daar niets aan. 

De bevestiging komt in januari van dit jaar. ‘Op basis van informatie van buitenlandse inlichtingendiensten en de AIVD acht Nederland het waarschijnlijk dat Iran de hand heeft gehad in (voorbereidingen op) liquidaties en aanslagen op Europees grondgebied’, schrijft minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer. 

In Nederland gaat het om de liquidatie van Nissi en ‘Ali Motamed’ in december 2015 in Almere. Motamed, een elektricien, blijkt in werkelijkheid Mohammad Reza Kolahi Samadi te heten: de vermoedelijke pleger van een aanslag in Teheran in 1981 met 73 dodelijke slachtoffers. 

Ook elders in Europa zijn er incidenten. Denemarken beschuldigt Iran ervan een moord te hebben beraamd op een kopstuk van ASMLA. De Denen brengen in september 2018 een enorme politiemacht op de been en sluiten de brug tussen Zweden en Denemarken om deze liquidatie te voorkomen. De Belgische politie verijdelt in juni 2018 een bomaanslag op een conferentie in Frankrijk van tegenstanders van de Iraanse regering. Volgens Frankrijk zit Iran erachter. 

De liquidaties op Nederlandse bodem zijn een ‘onaanvaardbare’ schending van de Nederlandse soevereiniteit, volgens het kabinet. Nadat eerder al twee Iraanse diplomaten Nederland waren uitgezet, stelt de EU mede op voorspraak van Nederland sancties in tegen het Iraanse inlichtingenministerie, MOIS.

De dreiging is daarmee niet verdwenen. Na de moord op Nissi en Motamed is het gevaar voor een aantal Iraanse Nederlanders zo groot dat politiebeveiliging is ingesteld, blijkt uit gesprekken die Argos de afgelopen tijd heeft gevoerd. In zeker één geval zegt iemand te zijn geobserveerd, waarna dit jaar veiligheidsmaatregelen zijn genomen. Een Iraaks-Zweedse journalist die in de Haagse regio foto’s zou hebben gemaakt van onder meer het huis van deze activist, zit sinds begin dit jaar vast in Zweden vanwege 'illegale inlichtingenactiviteiten tegen een persoon'. Andere ‘Ahwazi’ in Nederland vertellen over aanhoudende intimidatiepraktijken.

Noodknop

Een paar kilometer van de plek van de moord op Nissi, op een anoniem industrieterrein, staat een bedrijfspand waarvan aan de buitenkant niet precies is op te maken wat er binnen gebeurt. Ook de inschrijvingen in het handelsregister op dit adres verraden niets. De politie rukte eerder dit jaar met spoed uit naar dit gebouw. 

Binnen blijkt Alahwaz TV gevestigd. Een televisiezender die in Iran niet kan bestaan, maar vanuit het pand in de Haagse regio een paar keer per week live uitzendt vanuit meerdere studio’s met professionele apparatuur. ‘Het is een kritisch programma over de toestand in Ahwaz. En ik vertel ook over de misdaden van de Iraanse overheid in Ahwaz, over de mensen die worden opgepakt en opgehangen’, vertelt anchor Isa Savari.

Hij presenteert in Arabische kledij, vanuit een grote fauteuil. Savari is een bekendheid in de Iraanse provincie Khoezestan, waar het programma via de satelliet is te ontvangen. Om de hals van de Iraanse Nederlander hangt een noodknop. De studio stond binnen een paar minuten vol politieagenten, toen hij deze knop per ongeluk een keer indrukte tijdens een live-uitzending.

Het alarm was loos, maar de dreiging is dat allerminst. De noodknop is onderdeel van een pakket veiligheidsmaatregelen, dat volgens Savari is ingesteld nadat in februari Raghdan el-K. uit Stockholm werd gearresteerd voor spionage. 

Savari kent deze Iraakse Zweed van diens bezoeken aan Nederland. ‘Hij kwam als journalist namens Euro-Times’, vertelt Savari. ‘Hij was begin 2017 bij de opening van ons televisiestation’. 

K. hield zich als journalist bezig met de Iraakse en Ahwazi-gemeenschappen in Europa. Ook in 2018 zou hij nog een of twee keer in Nederland zijn geweest. Hij bezoekt niet alleen de studio, maar komt ook bij Savari thuis.

De Ahwaz-activisten voelen aanvankelijk geen wantrouwen. K. vertelt dat hij tegen het Iraanse regime is. Als hij blijft doorvragen naar de ins en outs van de Ahwaz-beweging rijzen er twijfels. De alarmbellen gaan af als ze op Twitter een foto vinden van een interview van de journalist met Qais al-Khazali: de leider van de beruchte Iraakse militie Asaib Ahl al-Haq die nauw gelieerd is aan de Iraanse Quds-brigade.

Savari en zijn medestanders melden hun vermoedens aan de Deense autoriteiten, omdat Denemarken het land is waar hun hoofdkwartier is gevestigd. Een aantal maanden later wordt Raghdan el-K. aangehouden in Zweden. Niet lang daarna ontvangt Savari zijn noodknop. 

Hij krijgt naar eigen zeggen van de Nederlandse en Zweedse inlichtingendiensten te horen dat hij ernstig gevaar loopt. ‘Ze lieten mij foto’s zien van mijn huis en van onze studio. Degene die mij zou opzoeken zou precies weten waar de in- en uitgangen zitten’, vertelt Savari over foto’s die K. zou hebben gemaakt. Volgens Savari heeft K. deze informatie doorgestuurd. 

Argos heeft geverifieerd dat de veiligheidsmaatregelen voor Savari zijn genomen vanwege Iraanse dreiging tegen zijn persoon. Het is onduidelijk of K. in Zweden wordt vervolgd voor activiteiten in Nederland. Volgens de Nederlandse Ahwazi is hij ook in Zweden actief geweest. De Zweedse openbaar aanklager Hans-Jørgen Hanström doet hier geen uitspraken over en laat weten dat de zaak binnenkort naar de rechter gaat. Ook K.’s advocaat Hanna Lindblom wil niets kwijt. Zij zegt dat ze een spreekverbod heeft.

Gevraagd naar de activiteiten van K. in Nederland laat het Openbaar Ministerie in Den Haag weten dat het contact heeft met Zweden, vanwege het eigen onderzoek naar de liquidatie van Ahmad Mola Nissi. ‘Het Zweedse onderzoek is ons bekend. Wij voelen ons echter niet vrij om daar uitspraken over te doen. Dat betekent ook dat wij geen uitspraken kunnen doen over een eventueel verband tussen het Zweedse en het Nederlandse onderzoek. Het enige dat we nu kunnen zeggen, is dat het Nederlandse onderzoek loopt en dat we eventueel relevante resultaten uit het Zweedse onderzoek daarin zullen meenemen.’

Wie is Raghdan el-K.?

Het Saoedische medium Wesal TV berichtte dit jaar als eerste over de identiteit van journalist Raghdan el-K., na de arrestatie van een vermoedelijke spion in Zweden. The Telegraph wist later te melden dat K. ook in Nederland zou zijn geweest. Over K. is niet veel bekend, behalve dat hij onder meer voor het Zweeds-Arabische medium Euro-Times heeft gewerkt en waarschijnlijk sinds 2016 de Zweedse nationaliteit heeft. Bij Euro-Times wordt de telefoon niet opgenomen. Op berichten komt geen reactie. Over K.’s naam bestaat onduidelijkheid. In Zweedse rechtbankdocumenten wordt Raghdan al-H. genoemd als degene die vastzit voor illegaal inlichtingenwerk. Voornaam, leeftijd en datum van arrestatie duiden erop dat het om dezelfde persoon gaat. Een telefoontje naar het adres waar deze H. staat ingeschreven wijst uit dat hij hier waarschijnlijk niet heeft gewoond. Een vluchteling uit Syrië op het adres neemt de telefoon op. Een huiszoeking na de arrestatie vond plaats in zijn appartement. De Syriër vertelt dat hij hier zeer van is geschrokken en niets met de zaak te maken heeft. Raghdan el-K. of al-H. heeft hij nooit gezien. Hij heeft opgevangen dat Raghdan ‘wanhopig’ op zoek was naar een adres waar hij zich kon inschrijven. 

Saoedi-Arabië

De acties van ‘de lange arm van Iran’ tegen ‘Ahwazi’ in Europa spelen tegen de achtergrond van al langer sluimerende spanningen in Khoezestan, in het verleden ook wel Arabistan genoemd. Die zijn de afgelopen jaren geëscaleerd door het regionale conflict met Saoedi-Arabië. Terwijl Iran iedere betrokkenheid bij aanslagen in Europa ontkent, beschuldigt het land Nederland, Denemarken en Groot-Brittannië er wel van ‘terreurorganisaties’ als ASMLA te herbergen. Een splintergroep zou vorig jaar verantwoordelijk zijn geweest voor de aanslag op een militaire parade in Ahvaz, de hoofdstad van Khoezestan. 

Iran-deskundige Peyman Jafari spreekt van een ‘heel erg complex beeld’ in Khoezestan. Volgens hem kan niet echt worden gesproken van een ‘Arabische regio’ en leven Arabische en van Perzen afstammende groepen beide in de provincie. De Ahwahzi worden volgens Jafari  al decennia gezien als een gevaar vanwege hun separatisme, maar lange tijd is dat een klein probleem geweest. De verhoudingen zijn pas echt op scherp komen te staan doordat het conflict tussen Iran en Saoedi-Arabie is geëscaleerd. 

'De Iraanse staat heeft schuld aan marginalisatie en discriminatie van de Arabische bevolkingsgroep, waardoor een voedingsbodem gecreëerd wordt voor organisaties als ASMLA. Maar externe factoren spelen ook een belangrijke rol. Saoedi-Arabië en de VS zien etnische conflicten als een mogelijkheid om de centrale overheid te verzwakken’, aldus Jafari. 

Dodenlijst

‘We maken jullie af. We weten waar jullie zijn. Jullie moeten stoppen’. Emad Halafi schetst de inhoud van een anoniem dreigtelefoontje dat hij heeft gekregen. Hij doet aangifte. In februari van dit jaar krijgt Halafi naar eigen zeggen te maken met een insluiper, op een moment dat er niemand thuis is. Bij thuiskomst treft zijn vrouw een behoorlijk geldbedrag aan - Iraakse dinars - op de zitbank. Geld dat niet van hen is. De boodschap volgens Halafi: ‘Wij komen binnen bij jou. Als wij willen dat er iets gebeurt, dan kunnen we. Een bedreiging van mij en mijn familie’. Hij belt daarop zijn vaste contactpersoon bij de politie. Volgens Halafi zijn de intimidatiepraktijken de laatste vijf jaar toegenomen. ‘We gaan gewoon verder. Ik ben niet bang’, is zijn reactie. 

Halafi woont in Maastricht en is een van de voormannen van het Arab Front for the Liberation of Al-Ahwaz, kortweg AFLA. Hij is een van de zeker twee AFLA-kopstukken in Maastricht voor wie de dreiging zo serieus is dat maatregelen zijn genomen. 

De ander is Ghasem Abed. Hij zou serieuze informatie hebben gekregen dat hij op een dodenlijst stond, samen met een activist uit Zweden. Volgens Abed - die onmiddellijk na de liquidatie van Ahmad Mola Nissi in 2017 bij diens Haagse woning aankwam en de gevolgen heeft gezien - is die informatie geverifieerd door de inlichtingendienst. Daarna is hij met zijn gezin geruime tijd ondergedoken, vertelt hij. Dat was vorig jaar. Nog steeds gelden er beschermingsmaatregelen. 

Een contactpersoon bij de politie wil niets kwijt over de mogelijke Iraanse dreiging. Argos heeft wel informatie verkregen die bevestigt dat Abed en Halafi inderdaad gevaar lopen. 

Criminelen

Ook Nissi is voor zijn dood bedreigd en naar de politie gestapt, vertelt zijn vriend Adel Soiedi. Nissi en hij organiseerden samen conferenties - bijvoorbeeld in Bahrein - en voerden actie tegen het Iraanse regime. Soiedi kwam ongeveer een kwartier na de liquidatie van zijn vriend ter plekke. De straat was toen al afgezet. Enkele jaren geleden werden de twee door de Iraanse staatstelevisie genoemd als vijanden: met naam en toenaam, foto en verblijfsland. 

Soiedi vertelt dat hij zelf al jaren te maken heeft met intimidaties. Familieleden die in Khoezestan wonen zijn opgepakt. Of hij zelf gevaar loopt? ‘Ik denk het wel. Tuurlijk’. Volgens Soiedi geldt dat voor nog meer politiek activisten uit de Ahwazi-gemeenschap. ‘Niet minder dan tien personen zijn echt in gevaar’, schat hij. 

De zoektocht naar de moordenaars van Nissi is nog in volle gang. Hoewel de inlichtingendiensten denken te weten dat Iran achter de voorbereiding zit, zoekt de politie de uitvoerders in kringen van een Rotterdamse criminele groep.

Voor de moord op Motamed in 2015 in Almere zijn al mensen veroordeeld. ‘Moordmakelaar’ Naoufal ‘Noffel’ F., een beruchte crimineel, heeft in juli levenslang gekregen. De schutters, Moreo M. en Anouar A,. kregen in april celstraffen van 25 en 20 jaar.