Argos

Hoe gevaarlijk zijn de Nederlandse IS-vrouwen?

De druk om Nederlandse IS-vrouwen en hun kinderen uit kampen in Syrië terug te halen, neemt toe. Wat weten we van deze vrouwen en zijn ze echt veel minder gevaarlijk dan de mannelijke strijders?

Ellen van den Berg en Hanne Küpers

Ze verblijven nu nog in Noord-Syrië, in totaal zo’n 35 vrouwen, onder slechte omstandigheden in de kampen Al Roj en Al Hol. Maar voor hoelang? Het kabinet maakt geen aanstalten om ze terug te halen, maar de coalitie is verdeeld. ‘Ze terugnemen is de enige realistische optie’, liet de Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra zelfs optekenen. Het Nederlandse Openbaar Ministerie zit ook op die lijn en doet steeds meer verzoeken tot repatriëring van vrouwen en kinderen.

Klopt het beeld van de ‘onschuldige’ vrouw, die alleen maar haar man zou volgen en ver achter de linies van de gewapende jihad het huishouden deed? En wat was hun rol tijdens de periode van vijf jaar in het ‘kalifaat’ van terreurbeweging IS in Syrië en Irak?

Argos sprak hierover met oorlogsfotograaf Eddy van Wessel en journaliste Judit Neurink. Van Wessel legde de uittocht vast van jihadisten uit het laatste IS-bolwerk Baghouz vastlegde en Neurink woonde tot voor kort in Iraaks Koerdistan. Verder komen een moeder en een vader aan het woord, van wie de dochters in Noord-Syrische kampen zitten. Hun verhaal geeft een beeld van het dagelijks leven van IS-vrouwen in het kalifaat, waarvan veel nog onbekend is. 

Huishouden

‘Ze is denk ik wel buiten geweest, maar dan onder begeleiding. Heel vaak was ze gewoon binnen en is ze bezig geweest met… ja, noem het dan koekjes bakken en koken’, zegt Linda (gefingeerde naam, haar identiteit is bekend bij de redactie). Haar dochter is een Nederlandse vrouw die samen met haar toenmalige man naar Syrië is vertrokken. ‘Ze wilde gewoon een heel religieus leven gaan leiden, ze is daar niet heen gegaan om te gaan vechten en strijden’, vertelt ze over haar dochter. 

‘Nee, ze is niet radicaal meer. Ze heeft er wel spijt van. Dat heeft ze ook geuit’, zegt Hoessein over het contact met zijn dochter. ‘Maar dat zullen alle vrouwen zeggen die daar zitten in deze situatie.’

Housseins dochter is in 2015 naar Syrië vertrokken, naar eigen zeggen reisde ze haar man achterna om hem terug te halen. Uit het contact met haar begrijpt Houssein dat ze ‘meer de huisvrouw was en dat ze ook iemand was die genoot van de landschappen in Syrië’. Maar hij houdt een slag om de arm. ‘Misschien zeggen ze niet wat ze willen zeggen en wordt er meegeluisterd. In sommige gevallen bleek dat ook zo te zijn.’

Ook Linda voelde zich niet vrij om echt door te vragen bij haar dochter. ‘Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik moest uitkijken wat ik via een WhatsApp-bericht naar haar stuurde’. Ze mocht er van de partner van haar dochter niet op aandringen terug te komen naar Nederland. Zou ze dat wel doen, dan dreigde hij het contact met de moeder te verbieden.

Yezidi-vrouwen

De journalisten Neurink en Van Wessel benadrukken dat vrouwen in het kalifaat ook andere taken hadden dan alleen huishoudelijke. ‘In het begin zag je dat IS-vrouwen zich bezighielden met de werving, met name de buitenlandse vrouwen werden ingezet om via internet in hun eigen land andere vrouwen te overtuigen om naar hun toe te komen’, zegt Neurink. Later werden vrouwen ook actief bij de Al Khansaa-brigade, de vrouwelijke zedenpolitie van IS. Volgens Neurink zijn ze direct betrokken geweest bij de slavernij en ontberingen van yezidi-vrouwen.

Fotograaf Eddy van Wessel vertelt ook over de behandeling van yezidi’s door IS-vrouwen. ‘Er was een yezidi-vrouw die werd geïnterviewd en die vertelde dat de vrouwen veel erger waren dan de mannen. De vrouwen zagen haar als concurrent want de mannen verkrachtten haar, zij was een seksslavin’, aldus Van Wessel.  

Een vrouw die terugkeert uit het kalifaat en haar radicale geloof niet heeft afgezworen, zal haar gedachtegoed overbrengen op haar kinderen, denkt Van Wessel. ‘Dus als instrument voor de langere termijn is zo’n vrouw gevaarlijker dan een man.’

Hij vertelt dat ook de vrouwengevangenissen veelal door vrouwen werden gerund en dat het er wreed aan toe ging. ‘Op het moment dat de mensen Baghouz uitkwamen hoorde je ook van vrouwen dat er ook vrouwelijke sluipschutters zijn en dat die zeer hoog aangeschreven zijn. Dus er zijn wel degelijk vrouwen die wel deel zijn geweest van de strijd.” 

Hoe het zit met specifiek de Nederlandse vrouwen is voor de journalisten ook niet duidelijk. Aanwijzingen voor Nederlandse vrouwen bij de zedenpolitie, of voor rechtstreekse betrokkenheid bij de onmenselijke behandeling van yezidi’s, zijn er vooralsnog niet.