Vrouwen op de werkvloer: hoe staan we er wereldwijd voor?

Charissa Promes ,

Ook in Nederland moet er voor vrouwen nog heel wat gebeuren voor gelijke lonen en evenveel kansen op promotie als hun mannelijke collega’s. Er zijn landen waar we een goed voorbeeld aan kunnen nemen, maar ook waar het een stuk minder goed geregeld is. Van Maleisië tot aan Marokko, hoever is de emancipatie van vrouwen op de werkvloer?

Japan

In Japan heeft de vrouw op de werkvloer de cultuur niet mee. Haar plek is traditioneel gezien nog steeds in de keuken, en haar belangrijkste taak is nog steeds zorgen voor de kinderen. Over die kinderen gesproken, daar is al enige tijd een gestage afname van te zien. Onder andere doordat vrouwen later, gemiddeld rond hun 31ste, hun eerste en vaak enige kind krijgen.

Dat zou in theorie handig kunnen zijn voor hun carrière. Maar zeventig procent van de nieuwe moeders stopt na de geboorte van hun kind. Die financiële afhankelijkheid zorgt er weer voor dat vrouwen naar hun plek achter het fornuis worden gedreven. En moeders die wel willen werken, krijgen te maken met een gebrek aan opvang voor hun kinderen. 

Desondanks lukt het Japan langzaamaan om meer vrouwen aan het werk te krijgen. Volgens de laatste cijfers heeft iets meer dan de helft van de vrouwen van vijftien jaar en ouder een baan, in vergelijking met een ruimte zeventig procent van de mannen. 

In oktober 2018 stonden 47.198 Japanse kinderen op de wachtlijst bij kinderopvangen

Een wirwar aan positieve ontwikkelingen en minpunten dus. Gelukkig is er ook de politiek die de positie van de vrouw op de arbeidsmarkt probeert te verstevigen. Het zogenoemde ‘womenomics’-beleid.

Door de grootschalige vergrijzing in het land, kijkt de overheid naar vrouwen om het gat in de werkende beroepsbevolking op te vullen. Zo moedigt de overheid vaders aan om ouderschapsverlof op te nemen.

In tegenstelling tot de Zweedse Lattepapa’s die tot een jaar betaald met hun kleine kunnen thuisblijven, is de Japanse vader nog niet zo happig op die situatie. In 2017 nam nog maar iets meer dan vijf procent van de mannen bij non-gouvernementele bedrijven die tijd met zijn kind. Het streven is om dit jaar de dertien procent te halen.  

En vrouwen die dan uiteindelijk de werkvloer halen, krijgen te maken met bijna een kwart minder salaris dan hun mannelijke collega’s. Op Estland en Korea na, is dat de grootste salariskloof in vergelijking met andere OECD-landen.  

In Tokidoki onderzocht Paulien Cornelisse het fenomeen van de ‘opstandige’ vrouw (otenba), want dat zijn er steeds meer. Vrouwen die een non-traditionele rol vervullen binnen hun gezin en ook het moederschap anders aanpakken, zodat ze bijvoorbeeld kunnen werken.

Maleisië

In de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur zit een groep vrouwen in de top van de bankenwereld. Opvallend, want het land heeft op Indonesië en de Filipijnen na de minste vrouwen op de arbeidsmarkt. Het huishouden, de kinderen en de zorg voor opa’s en oma’s staat voor een groot deel van hen een eigen inkomen in de weg.  

Toch lukt het de overheid meer vrouwen aan het werk te krijgen en dat is niet alleen goed voor hen en hun gezin. In de Tegenlicht-documentaire ‘Allah, vrouwen en de bank’ zien we dat de vrouwen een verschil maken door hun kennis te delen, in tegenstelling tot mannen die van nature die kennis willen monopoliseren. Meer vrouwen op de Maleisische arbeidsmarkt heeft nog een groot voordeel: het inkomen per inwoner zal stijgen met een Europees maandsalaris per jaar. 

India

Indiase vrouwen hebben het buiten de werkvloer al lastig. India-deskundige en correspondent Devi Boerema noemde het ‘leerzaam om jezelf staande te moeten houden in een maatschappij die zich niet veel aantrekt van jonge vrouwen’.

Als Indiaas-Nederlandse vrouw verschenen mannen ongevraagd voor haar deur en werd ze talloze keren gebeld. Intimidatie geldt niet alleen voor buitenlandse vrouwen. Volgens recent Brits onderzoek is India het gevaarlijkste land voor vrouwen vanwege het hoog risico op seksueel geweld.

Als er 0,23 procent meer vrouwen van de beroepsbevolking in India deelneemt aan de arbeidsmarkt, kan dat in 2025 een flinke 770 miljard dollar aan India’s bbp toevoegen.

Ondanks de enorme economische groei in India, werkte in 2018 minder dan een kwart van de Indiaase vrouwen boven de vijftien jaar, vergeleken met ruim driekwart van de mannen.

Dat heeft aan de ene kant een positieve reden. Vrouwen hebben de keus om langer naar school te gaan en steeds meer pakken ze die kans. Ook flexibele werktijden en nabije werkgelegenheden zijn redenen dat vrouwen minder (fulltime) werken.

Het heeft ook een keerzijde. Meer vrouwen op de arbeidsmarkt zou in India een grotere impact dan op elke andere plek ter wereld hebben. Het land heeft namelijk de grootste beroepsbevolking ter wereld.  

In 2018 had iets meer dan een kwart van onderzochte bedrijven in de voorgaande vijf jaar vrouwen aangenomen in de top van hun bedrijf. Van de 158 grootste bedrijven in India was maar zes procent van het bestuur vrouw.

Marokko

Even zag het er hoopvol uit. In Marokko vond er in 2005 onder de heersende jonge koning Mohammed VI een kleine revolutie plaats. Vrouwelijke topondernemers verenigden zich en zagen de groep van succesvolle ondernemers en vrouwen op de arbeidsmarkt groeien.   

In de aflevering 'Femmes fatales' volgde Tegenlicht drie van die succesvolle vrouwen die zichzelf een weg baanden naar erkenning en een plek in de maatschappij. Maar volgens de laatste cijfers werken in Marokko nu iets meer dan 20 procent van de vrouwen van arbeidsleeftijd. Wereldwijd is dat ruim vijftig procent. De meerderheid van de niet werkende vrouwen zijn huisvrouw of student. 

Deze aflevering van Bureau Buitenland gaat over Marokkaanse vrouwen die in verzet kwamen tegen geweld. Wil je meer weten over waar vrouwen wereldwijd nu staan in hun carrière? Lees Metropolis: 'De rollen omgedraaid'.

meer feminisme in woord, beeld en daad