2Doc: the act of killing

The Act of Killing is een documentaire van de Amerikaanse regisseur Joshua Oppenheimer over het huidige 'regime of fear' van paramilitairen in Indonesië. De film won vele prijzen en kreeg van cinema.nl de titel 'beste film van 2013'. VPRO sprak meerdere malen met Oppenheimer over deze controversiële film, hieronder kort samengevat.

Matthijs van Rumpt

The Act of Killing
Uitzending: dinsdag 29 september, 23.00 uur op NPO 2

Bijna 50 jaar na het vermoorden van meer dan een miljoen vermeende communisten, etnische Chinezen en intellectuelen in opdracht van het leger, zijn Anwar en zijn vrienden nog niet voor hun daden berecht. Zij zijn zelfs rolmodellen voor miljoenen jonge Indonesische paramilitairen. Wanneer hen wordt gevraagd een film te maken over hun daden, kunnen zij dan ook niet wachten zichzelf te spelen zoals hun filmhelden. Maar voor Anwar betekent dit een onverwachte emotionele reis waarin hij voor het eerst wordt geconfronteerd met de gevolgen van zijn daden.

Eigenlijk wilde hij een film maken over de gruwelijke gebeurtenissen in 1965 en daarnaast de angst voor het regime in het heden laten zien, maar daarbij werd filmmaker Joshua Oppenheimer continu tegenhouden door de politie en het leger. Bovendien zou zo’n film te grote negatieve gevolgen hebben voor de geïnterviewde overlevenden, wanneer ze kritiek zouden uiten op de paramilitaire beweging. In een interview met VPRO Cinema vertelt Oppenheimer dat een van de overlevenden hem heeft overtuigd dat de beste manier om te laten zien hoe ernstig de situatie is, is om met de moordenaars zelf te gaan praten: ‘door te zien hoe je buurman rondbazuint dat hij je familielid heeft vermoord, er over opschept en er trots op lijkt te zijn, zal de kijker vanzelf zien waarom men hier zo bang is.’ Zo laat je zien wat er is gebeurd, waarom men zo bang is en wat de aard is van dit 'regime of fear'.

"Het feit dat we poëtische behoeftes hebben aan de destructie van andere mensen, is onderdeel van de uitdaging die de film de kijkers voorlegt"

Joshua Oppenheimer

Toch was hij aanvankelijk fel tegen dit plan. Hij zag geen manier waarop dit veilig kon gebeuren en had daarnaast nog nooit een documentaire gezien waarbij vervolgers worden gevolgd en geïnterviewd terwijl ze nog aan macht waren. In radioprogramma De Avonden vertelt Oppenheimer dat hij het uiteindelijk toch besloot te proberen, zolang het veilig kon en het paramilitair systeem van beneden naar boven werd onderzocht. Hij begon zijn project met een overbuurman, die een tante van een eerder gesproken overlevende had vermoord. Zijn plan was simpel: ‘Ik deed alsof ik het leven in het dorp kwam filmen voor zijn huis (…), in de hoop uitgenodigd te worden om binnen te komen.’ En dat gebeurde inderdaad. Uit zichzelf begon de man over zijn moorden en liet zien hoe hij het deed. Dit alles deed hij lachend, terwijl zijn kleinkind in dezelfde kamer zat. Dit zorgde voor zo veel vragen dat Oppenheimer vanaf dat moment elke moordenaar is gaan filmen die hij kon vinden. De 41e vervolger die Oppenheimer sprak, Anwar Congo, werd de hoofdrolspeler van The Act of Killing.

Hij vond meteen iets opmerkelijks aan Anwar. Er was bij hem een duidelijke pijn in zijn gezicht te vinden. Dit creëerde een gevoel dat het verleden nog leefde in zijn heden. Het feit dat deze man, nadat hij heeft verteld hoe en waar hij duizenden mensen heeft vermoord, de chachacha begint te dansen, zoals in een van de eerste scènes gebeurt, heeft zoals de maker zegt iets ‘dwingends, fascinerends en storends tegelijkertijd’. Deze fascinatie is iets waar we ons soms schuldig door kunnen voelen. Dat is eigenlijk waar volgens Oppenheimer de film om draait: ‘Wanneer we naar een film over een genocide gaan, verwachten we niet direct plezier, maar wel op een of andere manier vermaak. Het feit dat we poëtische behoeftes hebben aan de destructie van andere mensen, is onderdeel van de uitdaging die de film de kijkers voorlegt’.

Interessant aan The Act of Killing is dat Oppenheimer de vervolgers hun daden laat naspelen. Door ze de kans te geven te doen wat ze eigenlijk willen, namelijk hun acties recreëren en vastleggen, en dit te combineren met het filmen van wat daar omheen gebeurt, biedt de film een antwoord op twee belangrijke vragen: hoe zien ze zichzelf en hoe zouden ze zichzelf graag willen zien?

Doordat Anwar zijn daden vastlegt in film noir-scènes, weet hij zichzelf te distantiëren van zijn gruwelijke daden. Als hij het er mooi uit kan laten zien in de film, kan hij het wellicht acceptabel maken voor zichzelf. Toch blijkt dat Anwar uiteindelijk flink met zijn verleden wordt geconfronteerd en lijkt hij voor het eerst berouw te krijgen. Aan het einde van de documentaire zegt de hoofdpersoon dat hij ‘nu weet hoe zijn slachtoffers zich voelden.’

Maar dan confronteert Oppenheimer hem ermee dat dit zeker niet het geval is. Hij maakt slechts een film, terwijl anderen écht werden vermoord. Anwar kan niet om het onoverbrugbare gat heen tussen het ondenkbare, waarin hij niet alleen zichzelf maar ook zijn slachtoffers heeft betrokken, aan de ene kant en zijn simpele filmscènes aan de andere kant.

Deze twee kanten worden beide op een originele manier belicht in deze hooggewaardeerde documentaire The Act of Killing; dinsdag 29 oktober om 23.00 op NPO2 en vervolgens tien dagen lang hierboven te zien. Een dag later, woensdag 30 oktober, wordt de vervolgfilm The Look of Silence vertoond, waarbij niet de daders, maar de slachtoffers centraal staan.

meer