Esther Gerritsen over hoofdingrediënten.

Ik wil een wittekoolsalade maken, maar mijn hoofd is chaotisch deze week. Ik vergeet steeds dingen en ik raak snel in de war, dus houd ik nu alles extra goed in de gaten. Ik ben steeds maar bezig met mijn boodschappenlijstje dat ik niet moet vergeten. Het nieuwe recept van die wittekoolsalade zit in mijn tas, dat heb ik al drie keer gecontroleerd. Ik heb het lijstje met ingrediënten ook al een paar keer overgelezen en ik ken het haast uit mijn hoofd.
Ik weet dat wanneer ik bang ben om dingen te vergeten, ik ze juist vergeet, door een soort overconcentratie. Het stomme is, dat ik met die wetenschap niet ontspan, maar het lijstje juist nog een keer overlees.
Onderweg naar de winkel denk ik al aan de amandelen en de wittewijnazijn die ik echt nodig heb voor die wittekoolsalade.
Ik had het kunnen weten, wat er ging gebeuren. Ik vergeet al die extra ingrediënten niet, wat ik wel vergeet is de witte kool. Een duidelijker voorbeeld kon ik deze week niet krijgen van hoe ik de hoofdzaken niet meer goed van de bijzaken kan onderscheiden.
Ik kijk niet naar mijn prachtige kind, maar naar haar haar dat gewassen moet. Ik kus mijn lief niet, maar kijk hem bezorgd aan. Ik aai de hond niet, maar vraag me af hoe dat met haar moet, als ik over drieënhalve week een avond naar Utrecht ga.

Vanzelf begint het leven dan te smaken naar een gerecht zonder hoofdingrediënt. En ik wilde nou juist een hond, omdat zij mij zeker steeds weer zou herinneren aan wat werkelijk belangrijk is. Maar op sommige dagen lijkt het het alleen maar werkelijk belangrijk dat ze niet in huis piest.
Ik ben met hond nog steeds dezelfde persoon.
Praat tegen de hond, zegt mijn vriend. Voorzichtig, in het park, op een bankje, beken ik de hond al mijn duistere gedachten, zo zacht dat alleen zij het kan horen. Als ze ’s middags met haar staart tussen haar benen achter me aan sjokt, ben ik bang dat de hond gedeprimeerd van mij is geworden, ook geen leuk idee.
Maar als ik ’s avonds laat weer eens aanvang met de verkeerde gedachten, dan moet de hond er net uit. Buiten verrast de frisse lucht me en ik begin te vermoeden dat buitenlucht een hoofdingrediënt is.

Meer van Esther Gerritsen