‘In Sihanoukville kwamen we terecht bij de eigenaar van een nachtclub. Die was ooit een succesvol ondernemer geweest in het nachtleven van Dongguan, een Chinese stad die door haar gok- en prostitutiepaleizen ook wel bekend stond als het Amsterdam van het Oosten.
'Zijn Club Mimi was een bizarre plek vol met danseressen uit Vietnam, Cambodja, Thailand, Rusland en noem maar op. Het was duidelijk dat je meer met deze vrouwen kon doen dan alleen dansen, als je daar de middelen voor zou hebben.
'Meneer Lan zat in zijn club en rookte hele dure sigaren en dronk cognac van 6000 dollar per fles. Hij was heel trots op zijn rijkdom en op wat hij had opgebouwd. Waarschijnlijk omdat hij heel goed besefte waar hij vandaan kwam. Hij vertelde me dat hij in armoede was opgegroeid in de bergen in het zuiden van China. ’s Winters liep hij op blote voeten en als het regende, lekte het dak. Een enorm contrast met zijn rijkdom nu.
'Zijn verhaal is tekenend voor zijn generatie Chinezen, die allemaal weten hoe het is om niks te hebben en koste wat het kost voorspoed najagen. Dat motiveert hen eindeloos om maar te blijven werken en te blijven investeren.
'Sihanoukville is zo’n stad waar honderdduizenden Chinezen naartoe trekken om geld te verdienen. Er wonen meer Chinezen dan Cambodjanen, ze bezitten al het vastgoed en op straat zie je meer Chinees dan Cambodjaans geschreven. De oorspronkelijke bewoners weten hun weg nauwelijks meer te vinden.'