Opera oubollig en moeilijk te begrijpen? Integendeel, zegt aanstormend regisseur Lisenka Heijboer Castañón (28). Met vijf bijzondere fragmenten laat ze ons door haar ogen naar opera kijken.

'FAUST [Working title]' van De Nationale Opera in regie van Lisenka Heijboer is hier online te bekijken. 

Bijna acht jaar geleden zag Lisenka Heijboer Castañón (28) voor het eerst een opera: Parsifal, in regie van Pierre Audi. ‘Ik had van tevoren niet echt een idee wat me te wachten stond en was compleet overweldigd door de ervaring; het was zo rauw, zo intens. In concrete zin begreep ik er weinig van, maar sindsdien ben ik verkocht.’ Inmiddels timmert Heijboer zelf flink aan de weg als operaregisseur. Ze was regie-assistent voor onder andere Pierre Audi, co-regisseur van Lotte de Beer en bracht seizoen 2019-2020 door als 'directing fellow' aan Juilliard in New York. Recent regisseerde ze bij de Nationale Opera Faust [working title], dat nu online te bekijken is

Heijboer: ‘Voor mij kan opera dingen blootleggen op een manier die niet mogelijk is in andere kunstvormen. Mensen zeggen vaak dat opera larger than life is, maar dan klinkt het alsof het ver van ons af staat, op een soort voetstuk. Terwijl datgene wat ik zelf als shocking heb ervaren juist een onthulling is van iets diep menselijks en herkenbaars. In Alban Bergs opera Wozzeck zingt het hoofdpersonage: ‘De mens is een afgrond en als je erin kijkt duizelt het.’ Voor mij is opera een toegang tot die afgrond.

Niemand vertelde mij hoe ik naar deze ontzettend diverse kunstvorm moest kijken en ik wil ook niemand vertellen wat de juiste manier is. Wel is het misschien zinvol om te zeggen dat het niet gaat om het concreet begrijpen van een verhaaltje. Het gaat om de manier waarop dat verhaal verteld wordt en die kun je alleen ervaren als je juist niet probeert iets te begrijpen. Ik heb een aantal fragmenten gekozen die mij diep raken en waarmee ik jullie hopelijk kan inspireren tot een eigen ontdekkingsreis.’

1) Opera is politiek

‘Ik vroeg aan vrienden uit de operawereld naar fragmenten die belangrijk voor ze waren. Bijna iedereen noemde deze aria uit Verdi's Aida, gezongen door Leontyne Price.

Price was een ongekend talent. Ze werd geboren in de VS in 1927 en begon haar lange carièrre in een gesegregeerd Amerika. De opera was een witte wereld, waarin het niet vanzelfsprekend was dat een zwarte vrouw grote rollen zong. In dit fragment zien we de laatste keer dat Price optrad in de Metropolitan Opera in New York, in 1985, nadat ze had besloten haar theatercarrière te beëindigen. 

Ik vind dit fragment verschrikkelijk indrukwekkend omdat het zo gelaagd is. Er moet zó veel door haar heen gegaan zijn op dit moment. Ze zingt de rol van Aida, een tot slaaf gemaakte Ethiopische prinses die in deze aria afscheid neemt van haar vaderland. Daarmee neemt zijzelf afscheid van de Metropolitan: een plek die een thuis voor haar was, maar tegelijk een plek die tot op de dag van vandaag grote problemen heeft op het gebied van racisme. Aan het einde van deze technisch moeilijke en emotioneel uitdagende aria probeert Price zo goed mogelijk in haar rol te blijven tijdens het daverende applaus van de waarschijnlijk witte zaal. Die blik in haar ogen; het voelt alsof ze haar hele leven aan zich voorbij ziet trekken. Hoe zij daar staat is voor mij beyond words.

Leontyne Price: O Patria Mia uit Aida van Giuseppe Verdi. Regie: Sonja Frisell en Stephen Pickover, dirigent: James Levine, libretto: Antonio Ghislanzoni. 1985, Metropolitan Opera, New York.

2) Opera laat je in de menselijke ziel kijken

'Met dit fragment wil ik laten zien hoe opera toegang kan verschaffen tot de afgrond in de mens. Doctor Atomic van John Adams gaat over Robert Oppenheimer, de uitvinder van de atoombom. In deze aria beweegt bariton Gerald Finley als Oppenheimer zich naar de atoombom toe, die verscholen is achter een gordijn. ‘Batter my heart’, val mijn hart aan, zingt hij onderweg. Hij heeft het tegen God en smeekt hier eigenlijk om een interventie. Hij kan niet meer bij zijn eigen gevoel komen en richt een laatste wanhoopskreet aan iets of iemand om de muur om zijn hart af te breken en hem tegen te houden.

Ik vind zijn innerlijke strijd waanzinnig goed vormgegeven, als toeschouwer heb je het gevoel dat je afwisselend in zijn hoofd zit en erbuiten. Ik denk dat deze aria over verslaving gaat. Waaraan, dat maakt misschien niet uit. In ieder geval hoef je geen atoombom te hebben ontworpen om je erin te kunnen inleven. Hier is een manier gevonden om een gevecht dat binnen in ons allemaal plaatsvindt zichtbaar te maken. Juist doordat opera zo gestileerd en doordacht is, kan het iets laten zien dat op een spontane manier niet zou lukken. In die stilering kan een enorme rauwheid zitten.' 

Gerard Finley: Batter my Heart uit Doctor Atomic van John Adams. Regie: Peters Sellars. Libretto: Peter Sellars. De Nederlandse Opera, Amsterdam.

3) Opera vertelt het grote én het kleine verhaal

'Dialogues des Carmélites van Francis Poulenc gaat over een groep nonnen in een klooster tijdens de Franse Revolutie. In de laatste scène worden ze vermoord onder de guillotine. In deze productie van Robert Carsen voeren de nonnen een choreografie uit en zingen een ze eindkoor, terwijl steeds weer het geluid van de guillotine klinkt en de nonnen één voor één neervallen.

Prachtig vond ik het, mijn hele gezicht was nat van de tranen. Dit is echt een briljante productie, met 300 figuranten die het decor vormen. Die dreigende massa mensen op de achtergrond vond ik heel indrukwekkend. Het bewijst hoe geschikt opera is om grote verhalen te vertellen. Die enorme context van de Franse Revolutie wordt in deze scène gevangen, maar tegelijk ook een herkenbaar, diep persoonlijk sentiment, waar iedereen iets bij zal voelen: door blijven gaan, zelfs als het al geen zin meer heeft.'

Slotscène uit Dialogues des Carmélites van Francis Poulenc. Regie: Robert Carsen, dirigent: Stéphane Denève, libretto: Francis Poulenc, naar een toneelstuk van Georges Bernanos. 2015, De Nationale Opera, Amsterdam.

4) Goede regie is onzichtbaar

‘Ik vind het heel erg jammer dat ik Lorraine Hunt Lieberson nooit in het echt heb horen zingen, ik vind haar stem namelijk een van de mooiste geluiden op aarde. Dit is officieel geen opera maar een oratorium (officieel niet geschreven voor het theater) gestaged als opera. 

Het personage van Irene zingt op dit moment in het verhaal als reactie op slecht nieuws, en toch voelt dit ook als een viering. Het is alsof ze alle schoonheid in de wereld verzamelt om het leven aan te kunnen. Het is prachtig hoe kwetsbaar ze durft te zijn: die zachte stem en die handen voor het gezicht. Het is een heel gewaagde regiekeuze om iemand op wie de volledige aandacht gevestigd is zo ingetogen neer te zetten, maar het past perfect. En dan dat koor dat meedeint met haar bewegingen. Het wordt echt een soort helend ritueel.

Voor mij geeft dit fragment weer wat goede regie kan doen. Wat je in dit filmpje ziet, voelt honderd procent aan als haar eigen beleving van dit stuk op dit moment. Maar daar gaat natuurlijk onwijs veel aan vooraf. Er moeten vragen worden gesteld als: waar gaat dit stuk over? Waarom voeren we het nu uit? Waarom zing jij dit op dit moment? Een zanger moet waarheid kunnen vinden in zo’n eeuwenoude tekst en in dialoog gaan met de partituur. Daar ruimte aan geven, dat is wat ik doe als regisseur. Eigenlijk is mijn werk het best zichtbaar als het niet wordt opgemerkt.’

Lorraine Hunt Lieberson: As with Rosy Steps the Morn uit het oratorium Theodora van G.F. Händel. Regie: Peter Sellars, dirigent: William Christie.1996, Glyndebourne, Sussex.

5) Opera laat je het hier en nu ontstijgen

Ik ben regieassistent geweest bij de herneming van Tristan und Isolde door Pierre Audi. Het was voor mij heel bijzonder om erbij te mogen zijn. Dat gevoel had ik vooral bij dit laatste stuk, een legendarische aria die niet veel mensen kunnen zingen. Isolde zingt hier over of tegen het dode lichaam van haar geliefde Tristan. Het prachtige vind ik dat ze niet huilt over een lijk in haar armen, ze zingt over hoe hij praat en glimlacht, alsof de tijd even niet meer bestaat. 

Er is nog maar één licht achter haar en we zien alleen haar silhouet. Er is hier eigenlijk geen personage meer, maar alleen nog maar een schaduw. We weten niet of ze zelf nog leeft, het geheel is nauwelijks tastbaar meer, we zijn voorbij het hier en nu. Binnen in ons allemaal vinden dit soort momenten plaats, maar hoe laat je dat zien? Dat kan eigenlijk niet, maar voor mij komt dit heel dichtbij.

Ricarda Merbeth: Isolde's Liebestod uit Tristan und Isolde van Richard Wagner. Libretto: Richard Wagner, regie: Pierre Audi, dirigent: Marc Albrecht. Coproductie met Théâtre des Champs-Élysées en Teatro dell'Opera di Roma. 2018, De Nationale Opera, Amsterdam.