Een nieuw boek genaamd Kusama: Love Forever toont meer dan 50 foto’s van de Japanse kunstenaar Yayoi Kusama tijdens haar verblijfperiodes in Nederland in de jaren ‘60 en ‘70. Het grootste deel daarvan is nooit eerder gepubliceerd. Uit de foto’s blijkt dat ze veelvuldig is vastgelegd door Nederlandse fotografen en er zelfs een bijzondere vriendschap aan overhield.

De 91-jarige Yayoi Kusama is al decennialang een wereldster. Haar werk spreekt een groot, breed en internationaal publiek aan en trotseert kunstconcepten als Minimal Art, Pop Art en Happening. Kusama’s beroemde polka dots en infinity rooms zijn heerlijk uitbundig en uiterst Instagrammable, maar evenzeer ontroerend en tragisch wanneer je ze koppelt aan haar worstelingen met haar mentale gezondheid. 

Minder bekend is dat veel van Kusama’s werk zijn oorsprong vindt in Nederland, België en Duitsland en dat ze in de jaren ’60 veelvuldig gefotografeerd is door Nederlandse en Belgische fotografen. In het boek Kusama: Love Forever zijn deze foto’s, waarvan een groot deel nooit eerder gepubliceerd is, voor het eerst samengebracht. 

De foto’s in het boek zijn verzameld door Tijs Visser, directeur van het
0-INSTITUTE, een organisatie die zich al vijftien jaar bezighoudt met het verzamelen, onderzoeken en preserveren van archiefmateriaal van de naoorlogse ZERO-beweging. Dat was een internationale groep van kunstenaars die bekendstonden om hun monochrome werk met een grote rol voor licht en beweging. In Nederland werd de zogeheten NUL-beweging vertegenwoordigd door kunstenaars als Jan SchoonhovenArmando en Henk Peeters

De zoektocht naar de foto’s begon bij het archief van Vissers oom, NUL-kunstenaar Henk Peeters, die Kusama begin jaren zestig naar Nederland haalde. Visser: ‘Ik ben in hoge versnelling gaan zoeken naar overlevenden, mensen die haar destijds gekend hebben. Dat ging grotendeels via Facebook en begon met een paar kleine tips, waarna ik overspoeld werd met mensen die iets over haar te zeggen hadden. Daar zaten ook interessante namen als Jan Cremer en K. Schippers tussen.'

De belangrijkste getuige uit het boek is echter minder bekend dan de voorgaande namen: Harrie Verstappen (1940). Hij werkte in de jaren ’60 als fotograaf voor het tijdschrift Muziekexpress, waarvoor hij enkele iconische foto’s van The Kinks en Frank Zappa maakteVerstappen ontmoette Kusama in 1967 in de Orez (Zero achterstevoren) Gallery in Den Haag, waar Kusama op dat moment haar eerste expositie hield. Love Forever vertelt grotendeels Verstappens verhaal van de hechte relatie die tussen hem en Kusama ontstond. De foto’s die Verstappen maakte, bieden een overzicht van Kusama's vroegste performances, speciaal voor de camera geënsceneerd, naakt en beschilderd met stippen. Gekleed in haar zelfontworpen mode, op straat en in de seksshop, of in de natuur.

'We ontmoetten elkaar tijdens op de ochtend van haar show en konden al vanaf het begin fantastisch met elkaar opschieten. Tijdens het ontbijt pakte ze twee boterhammen van haar bord en spoot daar haar beroemde polka dots op.'

Harrie Verstappen

In zijn testimonium vertelt Verstappen dat Kusama bij hem introk en hem expliciet het recht gaf om haar tijdens haar acties te fotograferen. Hij meent zelfs dat Kusama hoogstwaarschijnlijk een oogje op hem had, maar helaas: ze was niet zijn type. 

Kusama en Harrie Verstappen (1967)

De relatie eindigt met een domper: jaren later zoekt Verstappen zijn goede vriendin op in Japan. Eenmaal aangekomen, krijgt hij haar niet te zien. Visser: ‘Ze was een wereldster geworden. Daarnaast woonde ze destijds al in een psychiatrische inrichting en werd ze volledig afgeschermd.’ 

'Tijdens de happening verfde Kusama polka dots op de lichamen van vrijwilligers in bikini's. Dat veroorzaakte heel wat opschudding.'

Harrie Verstappen

Uit de foto’s in Love Forever blijkt volgens Visser waarom Nederland zo belangrijk is geweest voor haar weg naar de roem. ‘Nederland was het land waar ze haar doel om seksuele vrijheid te stimuleren tot uiting kon brengen. Japan en de Verenigde staten waren daar nog te conservatief voor. Pas in 1968, toen openbare naaktheid in de kunsten legaal werd in New York, kon ze haar werk daar gaan uitvoeren. De rest is geschiedenis.’