Nina de la Parra is muzikant, schrijver en performer. Ze zingt, praat, twerkt, speelt piano en schakelt ondertussen ook nog tussen vier talen. Haar voorstelling ‘Gods Wegen’, waarin ze al haar kundigheden naadloos combineert, werd overladen met prachtrecensies en gaat volgend jaar in reprise. Maar wie inspireerde haar om de bühne te betreden? Welke kunstenaars beïnvloedden haar artistieke visie? Kortom: op welke schouders staat Nina de la Parra?

#1 Chris Rock

‘Ik noem comedians altijd kunstenaars die op een kritische manier het tapijt onder onze voeten vandaan trekken. Ze laten je als het ware door je pijn heen lachen. Het werk van Chris Rock is pure pijn en woede, maar dan verpakt op zo’n manier dat je het in eerste instantie niet eens doorhebt; daar is het gewoon te grappig voor. Ik heb zijn show No Comfort live gezien en liep naderhand met een tollend hoofd de zaal uit. Ik dacht: wat wás dit? Heb ik nou gewoon een anderhalf uur naar een rant over racisme zitten luisteren? 

De onderwerpen die Chris Rock behandelt zijn eigenlijk verschrikkelijk. Hij praat over racisme, hypocrisie en hoe fucked up het is om een zwarte man in Amerika te zijn. Het blootleggen van mijn eigen hypocrisie en dat van anderen is, net als bij Chris, de basis van mijn werk. Dat geldt voor elk verhaal dat ik vertel. Of ik het nou heb over postkolonialisme, seksualiteit, slavernij of whatever. Het gaat over de shit waar we met zijn allen inzitten. Wij doen allemaal alsof we op het moralistische paard zitten, alsof we het allemaal goed voor elkaar hebben, maar leven nog steeds op de uitbuiting van anderen. 

Het werk van Chris is echter nooit moralistisch. Hij ziet zichzelf niet alleen als slachtoffer, maar wijst er op dat hijzelf óók hypocriet is. Dán wordt het interessant voor mij, want dan gaat het over het mens-zijn. Ik denk dat dat de opdracht van de kunstenaar is: je hebt de kans om een show neer te zetten waar mensen keihard om moeten lachen, maar je kunt daar tegelijkertijd een heel belangrijke kritiek in verwerken die je niet op een andere manier zou kunnen verdragen.’

#2 John Lennon

God

‘John Lennon heeft mij geïnspireerd omdat hij gewoon zo’n volledige non-conformist was. Een tegen-de-dingen-aan-trapper. Een soort vreemdgaande, gewelddadige, narcistische filantroop die zich inzette voor de vrede. Die gast was gewoon een lopend vraagteken, maar tegelijkertijd een geweldige denker. Hij zei ooit: ‘all art is pain expressing itself.’ Dat voel je ook heel erg in dit lied. Een woede over een wereld waar iedereen een soort messias wil volgen, waar iedereen naar verlossing uit zijn eigen lijden zoekt. Wat logisch is, maar als gevolg heeft dat iedereen stopt met voor zichzelf nadenken. Toen ik een kind was, explodeerde mijn hoofd bij de eerste zin van het lied: ‘God is a concept by which we measure our pain.’ What?! En dan zegt ‘ie het ook meteen: ‘I’ll say it again: god is a concept by which we measure our pain’. Fucking briljant. 

Bij John Lennon is het gewoon zijn hele body of work dat me inspireert. En ook het feit dat hij in zijn wezen een vrij onaangenaam persoon was. Een hoopvol nummer als Imagine past heel erg goed bij de huidige, brave tijd waarin we leven, maar het vette aan John Lennon vind ik dat hij ook gewoon een ontzettende asshole was. En nog belangrijker: hij deed ook niet alsof hij dat niet was. De eerlijkheid en ambivalentie die daarin schuilt, spreekt mij heel erg aan. Ik vind het heel dapper als mensen gewoon hun lelijkheid durven te laten zien. Er zijn tegenwoordig weinig popsterren die dat nog doen. John staat voor mij voor die rauwe rand die ik zelf ook in mijn werk blootleg.’

#3 In Bed with Madonna

Alek Keshishian

‘Deze iconische docu over de Blonde Ambition-tour van Madonna heeft een diepe impact op mij gemaakt. Een ongelofelijke documentaire. Ik was al een volledige Madonna-fan voordat het appropriate was om dat te zijn. Toen ik een jaar of acht was, zat ik al te kijken hoe Madonna op een bed werd afgelebberd door twee mannelijke dansers met Jean Paul Gaultier-punttieten en dacht: dit is awesome. Dan zocht ik met vriendinnetjes die video’s op en deden we die dansjes na. Het ging me niet eens zozeer om de muziek, maar meer om de performance en wat zij daarin durft te doen. Over wat zij durft uit te stralen als vrouw in een samenleving die nog steeds niet kan verdragen dat een vrouw totaal open is over haar seksualiteit.

In de documentaire zie je heel goed hoe ver zij durft te gaan met haar performance. Ze zegt heel duidelijk: ‘ik ben een vrouw en ik heb vrijheid van meningsuiting. Als ik op toneel en soort masturbatie-act wil doen, waarin ik op een bed fake-klaarkom tijdens een soort wazige versie van Like A Virgin, dan is dat mijn recht als performer.’ Probeer je eens voor te stellen dat een vrouwelijke popster dat nu zou doen. Dat is ondenkbaar. We zijn bij wijze van spreken dertig jaar later nog veel preutser geworden dan toen. 

Ik vind het zo krachtig hoe sterk ze staat in haar artistieke uitdrukking. Je ziet gewoon dat het geen gimmick is; het is een vrouw die dit gewoon wil uiten. Die expressiviteit heeft mij ontzettend beïnvloed. Ze weet zich te uiten zonder zich te laten objectiveren. Ze is volledig in controle. Als ik deze documentaire zie, raak ik als performer en als vrouw empowered.’ 

Nina's voorstelling Gods Wegen staat op 23 juli eenmalig in het DeLaMar theater in Amsterdam.