Nu naar het theater gaan nog steeds maar beperkt kan, zijn steeds meer voorstellingen via een livestream bij te wonen. Hoe is het voor acteurs om te spelen voor een publiek dat niet fysiek aanwezig is?

Nasrdin Dchar

zou vanaf september in de theaters staan met zijn voorstelling 'Adem', maar de tournee werd afgelast. Nu speelt hij voor de livestream van ITA Live, op zaterdag 12 december.

Deze livestream is voor mij een manier om de handdoek niet in de ring te gooien. Ik wil mijn voorstelling Adem koste wat het kost spelen, want het is een reflectie op deze tijd. Het gaat over de grote thema’s van afgelopen jaar, over corona, over eenzaamheid, over racisme. Ik ben heel benieuwd hoe het zal zijn, die livestream, en ik ga er mijn uiterste best voor doen. Als ik het doe, wil ik het ook goed doen.

Ik kan me voorstellen dat het harder werken wordt dan spelen voor een volle zaal. De magie van het theater is de interactie, de energie die je samen met je publiek opbouwt en die je vóélt in je lichaam. Dat zal ik moeten missen, want een livestream is toch eenrichtingsverkeer: ik krijg niets terug van het publiek, niet eens applaus. Daarom moet ik des te meer vertrouwen op de inhoud van mijn voorstelling en op de techniek. Ik moet erop vertrouwen dat het overkomt zoals ik het bedoel.

Er zijn wel eerder registraties van mijn voorstellingen gemaakt, maar dan zat er wel publiek in de zaal. De kijkers thuis zijn dan eerder secundair. Maar nu wil ik wél rechtstreeks met ze communiceren en moet ik erover nadenken hoe ik dat doe. Als ik normaal gesproken iemand uit het publiek zou aankijken, dan moet ik dat nu doen door recht in de camera te kijken. Maar op welke momenten doe je dat en hoe doseer je het? Met dat soort vragen moet ik nu rekening houden. Wat dat betreft lijkt het wel op acteren voor een film, maar daarmee is het toch niet echt te vergelijken. Het blijft een gezamenlijke live-ervaring, die de regels van het theater volgt.

Een voordeel is wel dat ik op deze manier meer mensen kan bereiken. In de grootste zaal van Nederland kunnen ongeveer 1500, dus als er zo veel mensen naar mijn voorstelling kijken, ben ik heel erg blij!

De livestream van Adem is te zien op 12 december om 20:30.

Marieke Heebink

speelde de voorstelling 'Medea' (2015) via een livestream van ITALive.

‘We hebben heel goed gerepeteerd op de dag van de livestream, maar toch was ik ontzettend zenuwachtig. Ik had geen idee wie er allemaal mee zouden kijken, maar ik wist wel dat er allerlei belangrijke mensen en instellingen van over de hele wereld tussen zaten. Daarnaast had ik weinig controle over hoe ik in beeld zou komen, die keuzes worden toch gemaakt in de regiekamer. Daarom bleef ik die middag steeds naar elk detail vragen, ik denk dat ik niet echt te genieten was.

Medea is gelukkig erg goed geschikt om voor een livestream te spelen; de mise-en-scène en de zichtlijnen zijn heel helder, waardoor het ook via een scherm overkomt. Daarnaast werkten we al met grote videoschermen in het decor en camera’s op het podium en was ik er dus aan gewend naar een camera toe te spelen. Het enige verschil was dat er nu naast elke camera nóg een camera stond.

Normaal gesproken krijg je veel energie van de zaal, je voelt, ook letterlijk, de warmte van het publiek. Om die warmte te kunnen compenseren was ik zelf hypergeconcentreerd tijdens het spelen. Ik stond achteraf nog drie dagen stijf van de adrenaline, iets wat normaal gesproken bij het napraten met je publiek en collega’s wel wegebt.

Wat heel leuk was, is dat er ineens zo veel mensen uit mijn omgeving keken; van mijn buren tot mijn schoolgenoten uit de zesde klas. Mensen die me al jaren wilden zien spelen, maar waarbij het er nooit echt van was gekomen. Het lijkt me goed om ook na de coronatijd livestreams te blijven aanbieden. We roepen nu allemaal wel dat we er straks weer veel op uit willen, maar ik denk dat we onderschatten hoe huiselijk we zijn geworden.

Wat ik er zelf van vond? Ik heb het eerlijk gezegd niet teruggekeken. Ik weet niet zo goed waarom, misschien ben ik er een beetje bang voor. Of misschien wil ik het toch liever houden bij die eenmalige ervaring, zoals het bedoeld is.

Yannick Noomen

speelt in de voorstelling Memento Mori van Nineties Productions, een ‘immersief online ritueel’, dat over Zoom bij te wonen is.

In augustus waren we bezig met de voorbereiding voor Memento Mori, een voorstelling waarin we wilden stilstaan bij het feit dat alles voorbijgaat. In de Westerse wereld worden dood en vergankelijkheid vaak weggeduwd, en wij waren op zoek naar een ritueel om er toch ruimte aan te geven. Daarvoor zochten we plekken van bezinning, in de natuur op Oerol, in kerken en synagogen. Plekken van stilstand, al zijn we niet religieus.

De hele tour was al rond toen alles op slot moest. Het idee van vergankelijkheid kreeg hierdoor ineens een nieuwe lading. We werden veel meer geconfronteerd met ziekte en dood en daarom vonden we dat onze voorstelling juist nu belangrijk was. Misschien is ons thuis nu wel onze nieuwe plek van bezinning dachten we, en videobellen onze nieuwe manier van verbinden. Daarom was het logisch dat onze voorstelling zich bij mensen thuis zou afspelen, via Zoom.

We thematiseerden te vergankelijkheid door juist het tegenovergestelde op te zoeken: door in die oneindige digitale wereld te duiken en ons helemaal te onttrekken aan het lijfelijke, het eindige, het natuurlijke. Door ons los te koppelen van lichaam, van ego en fysieke werkelijkheid, wilden we een nieuwe waardering zoeken voor wat het betekent om te leven, om een mens te zijn met een lichaam, tussen andere lichamen.

We zien Memento Mori niet zozeer als een optreden dat gelivestreamd wordt, maar meer als iets dat echt in die online ruimte plaatsvindt. We verhouden ons als acteurs niet meer tot de fysieke ruimte van het theater waarin we spelen, maar alleen nog maar tot het scherm. Er was steeds wel een paar toeschouwers bij in het theater, maar die keken tegelijk ook mee op een scherm. Daar was de primaire ervaring te beleven, niet in het theater zelf. We merkten dat we het best geconcentreerdst speelden als er niemand in de zaal was en we helemaal in de online wereld konden opgaan.

We zien spannende nieuwe eigenschappen in deze vorm van theater: je kunt het perspectief van de kijker helemaal controleren, met camerapunten, met filters en lenzen, met elke achtergrond die je maar kunt bedenken. Sommige mensen vinden dat je dit daarom geen theater meer mag noemen, maar daar ben ik het niet mee eens. De geschiedenis laat zien dat technische vooruitgang altijd uitnodigt tot een herdefinitie van kunstdisciplines. Toen rond 1900 de mogelijkheid ontstond om muziek op te nemen, vonden mensen ook dat je zo’n opname geen echte muziek kon noemen. Zo zie ik onze online performance ook, het is een nieuwe vorm, maar het is nog steeds theater. We maken nog steeds gebruik van visuele, tekstuele en muzikale elementen en het speelt zich nog steeds af in het hier en nu, alleen is het ‘hier’ een online ruimte. We gebruikten Zoom om te zorgen dat het een gezamenlijke ervaring bleef, dat wij het publiek ook konden zien en dat we echt samen in de ruimte waren. Anders kun je net zo goed een film maken.

Memento Mori is nog 3 keer te zien: op 9 en 10 februari in Theater Bellevue en op 18 februari in Theater De Veste, Delft.