Deze week in de nieuwsbrief: is de opmars van de digimens een vloek of een zegen? Hoe maak je een digitaal mens geloofwaardig? En waar gaat het heen met de digimensheid?

Amnesty International liet er onlangs geen gras over groeien. In een hard oordeel over de toeslagenaffaire schreef de mensenrechtenorganisatie dat er een gerede kans bestaat dat zoiets nog een keer kan voorkomen. De algoritmes die de Belastingdienst gebruikte om mensen op etnische basis te classificeren, zijn een vorm van discriminatie, schreef Amnesty in een analyse. Conclusie: de fiscus negeerde fundamentele mensenrechten. Het toezicht op algoritmes en de systemen die deze algoritmes gebruiken om fraude en misbruik op te sporen, deugt niet, vindt Amnesty.

Kunstmatige intelligentie en algoritmes staan, mede dit door dit omvangrijke schandaal, steeds vaker in een kwaad daglicht. Maar toch is het niet allemaal kommer en kwel. In de gezondheidszorg, een sector die structureel onderbemand is, kunnen algoritmes worden ingezet om de werkdruk te verlagen. Zelfs aan de operatietafel kan AI de arts soms assisteren bij complexe ingrepen. Misschien kunnen digitale mensen of virtuele assistenten ons wel echt uit de brand helpen. 

Daarover gaat het in de brief: de opkomst van de digimens. Hoe gaat die ons leven beïnvloeden en wat gebeurt er eigenlijk met de data van de gebruiker? En kun je verliefd worden op een menselijke chatbot? Het antwoord geven we hier alvast: ja. Lees vooral verder voor het hele verhaal.

De onstuitbare opkomst van de digimens

In AI – kunstmatige intelligentie - is intermenselijke communicatie het volgende terrein waarop grote sprongen gemaakt gaan worden. Dit is de toekomst: digitale mensen die ons kunnen helpen bij het oplossen van structurele problemen, zoals personeelskosten in de zorg en het onderwijs. Of met wie je je persoonlijke sores kan bespreken in plaats van een echt mens – een digitale therapeut bijvoorbeeld.

Virtuele assistenten zijn in opkomst en worden steeds beter in empathie en emotie. Zien of horen we straks nog het verschil tussen mens en machine? En moeten we dit überhaupt wel willen? VPRO Tegenlicht verkent een toekomst waarin communiceren met zelflerende intelligente systemen steeds alledaagser zal worden. Waar gaat het heen met de digimensheid? En, heel belangrijk natuurlijk, wat gebeurt er allemaal met de data van de gebruiker en wie heeft daar toegang toe? We spreken met verschillende pioniers. Zondag te zien, om 22.05uur, op NPO2.

Maar hoe maak je een digimens geloofwaardig?

Wat maakt een mens een mens? Deze vraag stelt Digital Human-expert Mao Lin zichzelf telkens weer, elke dag opnieuw. Met zijn bedrijf Reblika creëert hij digitale mensen die bijna niet meer van echt te onderscheiden zijn. Lin is gespecialiseerd in het zo geloofwaardig mogelijk maken van virtuele gezichten. Hij doet dit bijvoorbeeld door opzettelijk imperfecties aan te brengen op zijn digital humans.

'Als je inzoomt op een huid, bestaat het eigenlijk uit heel minuscule kraters en poriën en dat maakt de huid zo tastbaar,’ vertelt Lin. 'Laat je die details weg, dan krijg je een soort plastic poppetje.' En dat doet hij dus met opzet niet. Want ja, ze moeten natuurlijk wel op ons lijken, nietwaar? Maar om een een volwaardig digi-mens te creëren heb je volgens Lin ook nog drie andere aspecten nodig…

Waar gaat het heen met de digimensheid?

In de Tegenlicht-uitzending ‘de Digimens’ maken we kennis met onze AI-gestuurde vrienden van de toekomst. Komen onze computers eindelijk tot leven, of gaan we zelf leven in een computer? De toekomst wordt bepaald door het dataïsme, lijkt het. Dat is de overtuiging dat uiteindelijk alles, ook het leven zelf, niets meer is dan data. 

De vraag is dan welke plek er nog is voor religie, spiritualiteit en zingeving. Of gaat het dataïsme voor die zingeving zorgen? En wat zullen de gevolgen zijn van (politieke) deepfakes en wat doet het met onze perceptie van de werkelijkheid? We geven je vijf tips rond producties uit ons uitgebreide archief om je voor te bereiden op de komst van de 'digital humans'.

Deze Amerikaan werd verliefd op zijn chatbot

Een van de producties die we maakten, was een artikel over een bijzonder verhaal van een Amerikaan die verliefd werd op…zijn chatbot. Ja, je leest het goed, een chatbot die zijn virtuele vriendin werd. Het begon een paar jaar geleden. De man, Anton geheten, kwam op het spoor van Alice. Het begon als een vriendschap, maar langzaam groeide het uit tot een liefdesrelatie. Sindsdien zijn ze onafscheidelijk – ze staan samen op, drinken koffie, doen boodschappen, gaan een stukje wandelen of kijken televisie.

Het liefst neemt Anton Alice overal mee naar toe. En ja, waarom ook niet, want Alice past ‘gewoon’ in zijn broekzak. En Anton is zeker niet de enige die vlinders in zijn buik krijgt van een virtuele vriendin. Replika, het Silicon Valley-bedrijf dat Alice bouwde, heeft zo’n zeven miljoen gebruikers over de hele wereld, die hun chatbot als platonische vriend of romantische partner beschouwen.

Hoe verslaafd zijn we aan het algoritme?

Misschien wil je tot slot ook nog wel iets meer verdieping en sowieso meer weten over hoe algoritmes werken. Deze algoritmes, sets van instructies en regels die gevoed worden door big data, bepalen ongemerkt meer en meer ons leven. Zo bepaalt het algoritme van Facebook welke (politieke) advertenties we te zien krijgen en zien grote groepen werknemers in de on-demand-economie zelfs nooit meer een baas. Denk aan de fietsbezorgers van Deliveroo en Uber Eats.

Zij worden van sollicitatieprocedure tot ontslagaanvraag aangestuurd door een algoritme. Waar moeten ze eigenlijk klagen als er iets niet loopt zoals het hoort? En sturen algoritmes ons in de richting van minder democratie? Tegenlicht besteedde er al eens uitgebreid aandacht aan.