Het is nogal een opgave: in 2030 moet Nederland liefst 55 procent minder CO2 uitstoten. Daartoe hebben we een grondige verbouwing nodig en moeten we goed doordachte keuzes maken waarmee we decennia vooruit kunnen. Die verbouwing kunnen we overigens ook vrij letterlijk nemen. Dé uitdaging ligt namelijk in de gebouwde omgeving. Dat zijn onder meer onze huizen die, vooral waar het oude betreft, flink beter zullen moeten worden geïsoleerd en losgekoppeld zullen worden van het gas. In totaal gaat het om 1,5 miljoen huizen, blijkens het Klimaatakkoord.

Maar net als met de zich verdiepende wooncrisis is de tergend trage formatie van het kabinet geen goed nieuws voor het klimaat.

Volgens Jan Rotmans, hoogleraar Transitiekunde, doen we er in dit tempo 300 jaar over om de gebouwde omgeving aardgasvrij te maken. Volgens hem is er een nieuw Deltaplan nodig. Zo meteen lees je meer over zijn visie op de formidabele opdracht die ons allemaal te wachten staat. Want hoe doe je dat, zo’n transitie, als er zoveel bij komt kijken? En: groene waterstof speelt een heel belangrijke rol hierin. Ook hierin kunnen we flinke stappen zetten, als we het maar willen.

we hebben een deltaplan energietransitie nodig

Jan Rotmans is naast zijn hoogleraarschap ook een van de oprichters van Urgenda, samen met Marjan Minnesma, en heeft ruim vijfentwintig boeken op zijn naam staan over duurzaamheid en transitie. Iemand die weet hoe je grootschalige verandering kan bereiken dus. En als één land dit kan, is het Nederland wel, schrijft hij in een artikel dat te lezen is op onze site.

Het is weliswaar enorm complex, maar met een Deltaplan kunnen we volgens hem de crisis het hoofd bieden. ‘We hebben alles in huis: de kennis, de expertise, de innovatiekracht, de instituties en het geld om deze transitieopgave het hoofd te bieden. We zijn ook een groot klein land, de negenentwintigste economie ter wereld, en een innovatievoorbeeld voor de rest van de wereld. De wereld kijkt naar ons, want wij doen ertoe.’ En het gaat niet eens per sé om kennis en geld...

groene waterstof kan, als we het maar willen

Wat betreft duurzame energie is de hoop gevestigd op waterstof. Kunnen we, als Nederland van het aardgas af gaat, het bestaande gasnet gebruiken voor de groene variant? Spelers als de Gasunie en netbeheerders maar ook producenten van windenergie zien hierin een nieuwe kans voor Nederland. Het bestaande gasnet lijkt namelijk een zeer geschikte manier om waterstof in op te slaan en te transporteren. 

Voor huizen in oude binnensteden, die niet over kunnen gaan op een warmtepomp, kan waterstof uitkomst bieden als een alternatieve, schone brandstof. Wanneer we over willen stappen op een schoon energiesysteem, dan moet er ook snel een 'deltaplan waterstof' komen. Wat moet er gebeuren om dit werkelijkheid te maken?

nieuwe podcastserie: de klimaatstrijders

Hoewel steeds meer mensen doordrongen raken van het grote klimaatprobleem, hebben veel klimaatstrijders het idee nog altijd een roepende in de woestijn te zijn. De politici lijken de urgentie niet echt te voelen. Hoe kan dat? En wat doet zo’n zich voltrekkende ramp met je persoonlijk? Dit najaar voert redacteur Tom Reijner een serie gesprekken met activisten, journalisten en wetenschappers over wat we nog meer kunnen doen dan we nu al doen en hoe je, ondanks alles, toch hoopvol blijft.

In het eerste deel horen we Pippi van Ommen, activist van de internationale protestbeweging Extinction Rebellion. Haar opa werkte bij Shell en laat de woonboot van haar ouders nou net uitkijken op een kantoor van het oliebedrijf waar zij zich tegen verzet. De eerste keer dat zij zich bewust liet arresteren en in de cel belandde, staat haar nog helder voor de geest: ‘Het voelde zo vreselijk onrechtvaardig!’

neem burgers serieus in de energietransitie

Pippi en Extinction Rebellion geloven in vergaande burgerparticipatie: laat mensen zelf meebeslissen over het klimaatbeleid. De meeste mensen zijn het er immers wel over eens dat klimaatactie keihard nodig is. Discussiëren over hoe je dat doet, moet je niet uit de weg gaan. Bovendien: de vraag wie opdraait voor de kosten en wie de baten krijgt, is ‘gewoon’ onderdeel van een gezond publiek debat, vindt Sabine Roeser, hoogleraar ethiek.

Burgerraden zijn daartoe een probaat middel. Door loting samengesteld via een representatieve dwarsdoorsnede van de samenleving, zouden we met zulke raden volgens de Vlaamse cultuurhistoricus David Van Reybrouck beter in staat zijn om besluiten te nemen. Over politiek gevoelige onderwerpen in het algemeen belang én voor de lange termijn. Mits deze burgers daar de tijd, ondersteuning van experts en een bijpassende vergoeding voor krijgen. In het buitenland zien we de succesverhalen al.