De ondergang van het Amerikaanse energieconcern Enron deed de wereldeconomie in december 2001 op haar grondvesten schudden en groeide uit tot een van de grootste bedrijfsschandalen uit de geschiedenis. Uit talloze interviews, persoonlijke nota’s van de directie en de tapes van de telefoongesprekken van Enron–traders komt een gitzwart portret van het Amerikaanse kapitalisme naar voren.
Een uniek portret in twee delen van een bedrijf dat ten onder ging aan schaamteloze hebzucht en moreel verval.
DE OPKOMST EN ONDERGANG VAN ENRON
Eind vorige eeuw was energiebedrijf Enron de zevende grootste onderneming van de VS. Het bedrijf groeit begin jaren negentig als kool en weet miljarden te verdienen als het zich toelegt op handel: de kernactiviteit verschuift van gaslevering naar de koop en verkoop van leveringscontracten op de termijnmarkt. In korte tijd investeert Enron ook miljarden in andere producten en diensten. De winsten bleven maar stijgen en de energiehandelaar wordt de lieveling van Wall Street.
Hoofdrolspelers zijn topman Ken Lay, zijn rechterhand Jeffrey Skilling en Andrew Fastow. De macht van Enron krijgt een steeds sterkere politieke en maatschappelijke lading. Eind jaren negentig veroorzaakt het bedrijf zelfs de energiecrisis in Californië. Een paar Enron-handelaren weten medewerkers van een elektriciteitscentrale zover te krijgen dat ze deze even buiten werking stellen, opdat de energieprijzen omhoog schieten.
Regie: Alex Gibney
(gebaseerd op het boek ENRON: The smartest guys in the room)